maandag, februari 25, 2008


Commissie Dijsselbloem: meningen zonder feiten


Volgens de parlementaire commissie Dijsselbloem gaat het niet alleen al 20 jaar slecht met het Nederlandse onderwijs, maar wordt dat onderwijs ook steeds slechter.

Voor het eerste deel van die bewering bestaat wel enige onderbouwing. Wanneer je deskundige mensen laat kijken naar de toetsresultaten van doorsnee leerlingen (vastgesteld in de PPON-onderzoeken) dan valt eigenlijk over de hele linie erg tegen wat men feitelijk kan en weet. Dat eerste deel van die bewering is dus niet omstreden als je de uitslagen in absolute zin interpreteert.

In vergelijkende zin ligt het lastiger. "De feiten zijn verder dat Nederland bij elf recente internationale peilingen elf keer in de toptien stond. Toch meent de commissie deze uitkomsten sterk te moeten relativeren -- en een eenmalige, lichte daling in de prestaties bij de vakken lezen en wiskunde uit te leggen als een neergaande trend." Aldus een ingezonden brief van Jaap Scherens, hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit Twente (vk.nl/forum) aan De Volkskrant op donderdag 21 februari 2008 (p. 12).

Het tweede deel van de bewering van de commissie Dijsselbloem (het Nederlandse onderwijs zou steeds slechter zijn geworden) wil ik graag geloven. Ook andere Nederlanders willen het tweede deel van die bewering graag geloven. Maar is er ook empirische onderbouwing?

Uit de eerdergenoemde PPON-onderzoeken blijkt die achteruitgang blijkens een recent gepubliceerd CITO-rapport in ieder geval niet.

Natuurlijk kun je redeneren dat het opleidingsniveau van de bevolking is gestegen en dat dus ook de scores in die onderzoeken omhoog hadden moeten gaan. Maar dat is vooral een redenering. Je weet niet echt zeker of het verband tussen opleidingsniveau van de ouders en de schoolprestaties van het kind op die manier moet doorwerken. Het zou kunnen, maar het zou ook niet kunnen.

De commissie is echter heel stellig in haar beweringen. Wij willen bijna allemaal de commissie graag geloven, maar de empirische onderbouwing ontbreekt. Voor de commissie en voor het grote publiek lijkt dat geen beletsel te zijn. Het is gewoon zo, omdat we vinden dat het zo moet zijn.

Het punt waar het mij hier om gaat, is niet het huidige niveau van het Nederlandse onderwijs. Het gaat mij hier om de manier waarop die conclusie kennelijk tot stand komt en ook in brede lagen van de bevolking wordt gedeeld. Er is geen empirische onderbouwing. Maar het wordt gevonden en gesteld en een groot aantal malen herhaald en dus is het zo, lijkt men te denken.

In mijn vorige notitie liet ik zien dat standpunten kennelijk vooral tot standkomen op sociale gronden in plaats van op feitelijk juiste argumenten. In een andere notitie op deze blog liet ik zien dat de Volkskrant redactie soms moeite heeft met het onderscheid tussen feit en fictie.

Deze notitie lijkt in zekere zin op die voorgaande. Men neemt stellige standpunten in, zonder dat men die fatsoenlijk met feiten kan onderbouwen en schijnt volledig niet door te hebben dat dat niet kan/niet hoort. Men komt met stellige meningen en denkt vervolgens dat dat een soort feiten zijn.

Eén van de problemen die de commissie Dijsselbloem signaleert, is de ideologische bevlogenheid. Men dramt maar door, zonder zich door feiten of het gebrek daaraan, te laten weerhouden. Maar de commissie zelf doet tenslotte precies hetzelfde. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Het grote probleem met de onderwijspolitiek was dat men zich niets gelegen liet liggen aan de feiten. De commissie Dijsselbloen is op dat punt helaas geen uitzondering.

Interessant, maar al even verontrustend, zijn sommige reacties op het rapport. En dan doel ik dus niet op de hierboven vermelde van Jaap Scheerens die kort, duidelijk en to the point was. NRC Handelsblad (23/02/2008, Opinie & Debat, p. 15) komt met een betoog van meer dan 1 pagina De overheid moet de regie over het onderwijs hernemen om de impasse te doorbreken van Presley Bergen en Ad Verbrugge.

Ik vind het een nogal vaag en zweverig verhaal met een merkwaardige conclusie. "Alleen wanneer de overheid de regie over het onderwijs herneemt, en wel op basis van een deugdelijke en realistische kwaliteitsagenda, kan een einde worden gemaakt aan de impasse die nu dreigt." Maar de door de commissie Dijsselbloen gesignaleerde problemen ontstonden juist doordat de overheid zich intensief met het onderwijs ging bemoeien om dat onderwijs te verbeteren. Iemand maakt er een volstrekt zootje van en vervolgens doe je een klemmende oproep op diezelfde persoon nu eens echt krachtdadig te gaan optreden. Alleen een echte filosoof kan zoiets verzinnen, vrees ik. Dit soort reacties geeft dus weinig hoop voor de toekomst.

Maar dat is nog niet alles. Op pagina 19 komt de krant met een ander commentaar (meer dan een halve pagina) op de commissie Dijsselbloem: De stelling van Graham Lock: De meeste mensen kunnen ook toe met minder weten. Lock is hoogleraar politieke theorie en filosofie wat hem in de ogen van NRC Handelsblad kennelijk tot een autoriteit maakt op het gebied van onderwijs en wordt ondervraagd door Folkert Jensma. Lock komt in dit interview met de hypothese, zoals hijzelf stelt, dat een hoog percentage van de werknemers van de toekomst niet zoveel hoeft te kunnen als vroeger.

Dat is leuk bedacht, maar het slaat nergens op. Juist doorsnee mensen moeten in de moderne maatschappij steeds meer kunnen. Ook verpleegsters, verzorgend personeel, lager personeel moet voorschriften kunnen lezen en handleidingen kunnen toepassen. Dat vereist dus allemaal juist veel scholing. Een verpleegster die zich bij het toedienen van een medicijn een komma vergist, wil niemand.

Wat je dus ziet, is dat volgens het rapport van de commissie Dijsselbloem de politiek wel van alles bedacht voor en over het onderwijs maar zich aan de feiten/realiteit weinig gelegen liet liggen. Vervolgens doet de commissie zelf dapper hetzelfde. En vervolgens krijg je bladzijden lang commentaar in een krant als NRC Handelsblad dat ook weer van iedere realiteitszin verstoken lijkt te zijn. Het kwekt en kakelt allemaal vol overtuiging, maar ook als kip zonder kop.

Als je dan bedenkt, dat ook dit gekwek en gekakel uiteindelijk voor een belangrijk deel produkten zijn van ons Nederlandse onderwijs, dan is er inderdaad reden voor enige bezorgdheid, vrees ik. Maar daarmee is de vraag of het vroeger echt beter was, nog niet beantwoord.

(Bijgewerkt op 26/02/2008)

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Toch maar reageren maar dan wel kort. Volgens de schrijver kletst een ieder inclusief de commissie Dijsselbloem maar wat. Ik wil best deze schrijver concrete bewijzen overleggen dat het niveau van het onderwijs gedaald is. Maar gezien de analyse van de schrijver zal het niet veel uithalen.
Meneer/mevrouw, u heeft er werkelijk niets maar dan ook helemaal niets van begrepen. Maar ik begrijp het; het valt niet mee complexe situaties te doorgronden en vervolgens een analyse daarover te begrijpen laat staan daarover een commentaar te schrijven.
PS. Ik durf te wedden dat de schrijver nog nooit op de onderwijswerkvloer heeft gestaan.

zondag, maart 02, 2008  

Een reactie posten

<< Home