donderdag, december 20, 2007


Berichtgeving over het klimaatprobleem

NRC Handelsblad ruimde op dinsdag 11 december (2007, p. 7) ruimte in voor een opinie-artikel over het klimaatprobleem van Louise O. Fresco: Drie denkfouten over het klimaatprobleem. Nu is het klimaat een groot probleem dat bovendien nogal emotioneel ligt, dus wat aandacht daarvoor via een opiniërend stuk is een goede zaak. Minder goed is dat NRC Handelsblad in de dagen daarop geen ruimte vrij wil maken voor de nodige kritische reacties die er ongetwijfeld geweest zijn. Zo reageerde ik met de onderstaande ingezonden brief (per e-mail) die ik in maximaal 250 woorden moest proppen. Want anders vindt de redactie zo'n ingezonden brief bij voorbaat te lang. De eigen artikelen van NRC Handelsblad hebben vaak een imponerende en volstrekt overbodige lengte, maar voor ingezonden brieven hanteert men totaal andere criteria. De redactie weet het allemaal precies en die irritante lezers zouden eigenlijk gewoon hun mond moeten houden.

Louise Fresco ziet rond de klimaatverandering drie denkfouten. In werkelijkheid maakt ze zelf enkele foute veronderstellingen.
1. De gevolgen van de opwarming zouden vooral de ontwikkelingslanden treffen. Dit is te optimistisch. Door het op termijn smelten van de ijsmassa's van Groenland en de Zuidpool zal ook in de VS, de EU en Japan een enorme schade ontstaan door het onderlopen van de kuststrook. Ook rijke landen als Nederland en de VS hebben dus belang bij het stoppen van de opwarming.
2. Klimaatverandering zou een toekomstig probleem zijn. Dit is niet juist: het probleem van de CO2-uitstoot speelt nu. Of het CO2-niveau wordt binnenkort gestabiliseerd of het smelten van de eerder genoemde ijsmassa's valt uiteindelijk niet meer te voorkomen.
3. Er zou geen eenvoudige routekaart bestaan naar de stabilisering van het klimaat. Die bestaat er wel. De jaarlijkse CO2-uitstoot in de atmosfeer moet ook weer uit die atmosfeer verwijderd worden. Ook eerder uitgestoten CO2 dient op termijn weer verwijderd te worden. Uiteraard kost dit iets, maar het principe is simpel, terwijl de kosten slechts een beperkte verhoging van de brandstofprijs betekenen. Verder zet die verhoging aan tot het overschakelen op blijvende energie. Nederland zou hier het voorbeeld moeten geven.
4. Klimaatverandering zou vergaande innovatie eisen. Onjuist. CO2 die men uitstoot of uitgestoten heeft, dient ook weer uit de atmosfeer verwijderd te worden. De daarvoor benodigde techniek is niet ingewikkeld, maar simpel. Ook in dit geval moet het principe gelden: de vervuiler betaalt.


Een aantal dagen later ontving ik een keurige, maar ook nogal nietzeggende mail retour waarin de redactie stelde, dat men zo veel ingezonden brieven kreeg dat men niet alles kon plaatsen en geen ruimte had. Ondanks zorgvuldig spellen van de krant de dagen daarop kon ik van die grote overvloed van ingezonden stukken weinig merken. De krant werd vooral vol geschreven door de eigen redacteuren over onderwerpen die ik en sommige andere lezers nietszeggend vonden. Voor commentaar op het bewuste artikel van Fresco werd er in feite niet of amper ruimte uitgetrokken. Men vond de eigen schrijfprodukten belangrijker. En hoewel het klimaat nog steeds een urgent probleem lijkt te zijn, was er nu opeens geen ruimte meer beschikbaar.

Wat de redactie dus in feite doet, is een bepaalde auteur ruimte geven om een eigen standpunt voor het voetlicht te brengen en dat vervolgens alle kritiek systematisch niet wordt geplaatst. Wanneer men wel royaal brieven van andere kritische lezers over dit onderwerp geplaatst had, zou ik dat kunnen accepteren. Nu komt het er in feite op neer, dat bepaalde twijfelachtige stellingen royaal ruimte krijgen in de krant, terwijl er daarna opeens geen ruimte meer is, zelfs geen 250 woorden, voor een kritisch tegengeluid. De visie van de redactie (hier kennelijk verwoord door Fresco) is heilig, dat sommige van de geventileerde meningen mogelijk twijfelachtig zijn, doet er vervolgens niet meer toe. Opnieuw dus een illustratie van het principe: liever politiek correct dan feitelijk juist.

Ook de Volkskrant pakte op klimaatgebied royaal uit met een vertaalde column uit het buitenland van John Vinocur (Retorische overdaad schaadt strijd tegen broeikaseffect, Volkskrant 18/12/2007, p. 12). In deze column wordt de Deen Lomborg van het boek Cool It! opgevoerd als een soort onpartijdig deskundige en wordt Al Gore opgevoerd als een paniekzaaier. Ik ontken niet dat de film van Al Gore een reden voor paniek zou kunnen zijn. Het is alleen in dit geval wel terechte paniek. Opnieuw krijgt dus een bepaalde mening uitgebreid de ruimte, terwijl er in de Volkskrant amper plaats was voor het bericht dat in 2013 naar verwachting het ijs van de Noordpool gesmolten zal zijn.

Je kunt op dit gebrek aan objectiviteit, op deze vooringenomenheid, op twee verschillende manieren reageren. Aan de ene kant, heb je het idee dat het zo eigenlijk niet hoort. Dat het kwalijk is. Dat een krant zou moeten proberen objectief te zijn. Aan de andere kant kun je het ook accepteren. Dat is kennelijk hoe kranten functioneren. Hou ervan of haat het, dat is hoe het werkt.

Hoe komen we eigenlijk aan het idee dat een krant objectief zou zijn? Ik denk dat dit vooral een verzinsel is van hoofdredacteuren en journalisten. Zo meldt NRC Handelsblad op 10 december (2007, p. 18, De journalist moet controleerbaar zijn) dat het Genootschap van Hoofdredacteuren het tijd vindt voor een nieuwe ethische code. 'Transparantie' zou het toverwoord moeten zijn. Door zichzelf te presenteren als objectief wint een krant aan gezag en geloofwaardigheid. Hoofdredacteuren zullen dus graag naar buiten toe de indruk wekken dat ze er alles aan doen om objectief nieuws te brengen. De journalistieke werkelijkheid is vermoedelijk totaal anders. Het verhaal over 'objectiviteit' dat naar buiten toe wordt afgestoken, fungeert als de fraaie vlag op de niet al te frisse modderschuit. Zo lang we van een afstandje kijken, zien we in eerste instantie vooral die mooie en indrukwekkende vlag. Pas wanneer we de moeite nemen om ons te verdiepen in de lading komt de stinkende damp ons tegemoet.

De ethische code van de hoofdredacteuren doet me sterk denken aan de NIP-code voor psychologen. Als student psychologie leer je dat psychologen in de praktijk op basis van testonderzoek allerhande uitspraken doen die ze wetenschappelijk gezien niet waar kunnen maken en die in feite grote onzin zijn. Omdat mensen daar veel geld voor betalen en in feite soms ook ernstig door gedupeerd worden, is dat allemaal zeer laakbaar. Zulke dingen doe je dus gewoon niet. De praktijk is anders. Die psycholoog wil ook graag brood op de plank en doet die ongefundeerde uitspraken dus wel. Om dat allemaal te verhullen komt er een indrukwekkende ethische code waarna in de praktijk alles op de oude voet verder gaat. Er is nu immers een regeling voor klachten, die in de praktijk zo in elkaar zit, dat de psycholoog bijna altijd vrijuit gaat.

Als we bereid zijn te accepteren dat kranten in werkelijkheid nooit objectief en onbevooroordeeld zijn omdat journalisten nu eenmaal ook maar mensen zijn, dan is de volgende vraag of dit echt zo erg is. Ik denk als scepticus van wel. Op het moment dat je als lezer een onjuist idee in je hoofd hebt, zal dat foute idee je vroeg of laat opbreken. Voor het klimaatprobleem lijkt dat ook duidelijk.

De kranten vertellen de lezers dat Al Gore overdrijft. Dat het een paniekzaaier is. Mensen die zeggen dat het allemaal heel normaal is, krijgen uitgebreid de ruimte. Onjuiste ideeën worden gekoesterd. Zo zouden de gevolgen van de opwarming in Nederland eigenlijk niet de moeite waard zijn. Zo zouden we voor de verhoging van het zeeniveau geen rekening hoeven te houden met smeltende ijsmassa's, want het IPCC doet dat ook niet. Het stuk van Fresco is wat dit betreft veelzeggend. Het gevolg van al die onjuiste ideeën is dat er voorlopig helemaal niets gedaan wordt. We praten op Bali in grote aantallen, maar verder dan dat doen we bitter weinig. Wat dit betreft lijkt het klimaatprobleem op de AIDS-bestrijding. Er wordt veel gepraat, maar weinig effectieve actie ondernomen.

Dat er weinig effectieve actie ondernomen wordt, komt voor een belangrijk deel doordat veel mensen slecht op de hoogte zijn. De krant zou op dat punt dus een uiterst belangrijke rol kunnen vervullen, maar doet dat niet, en maakt zich daardoor in feite medeschuldig aan deze milieuramp.