vrijdag, februari 23, 2007


Sociale dieren en feiten


Op maandag 19 februari 2007 brengt NRC Handelsblad op p. 2 een artikel van meer dan een halve bladzij over klimaatscepticus Hans Labohm: LIBERAAL IN DE STRIJD TEGEN KLIMAATGEKTE. Klimaatscepticus Labohm ergert zich blauw aan 'linkse' onheilsverhalen en onzinnige politieke afspraken. Het artikel is geschreven door Marcel aan de Brugh.

De lead van het artikel luidt als volgt: "Hans Labohm gelooft niet in de opwarming van de aarde en helemaal niet in de rol van de mens daarin. De klimaatgekte noemt hij een alibi om de greep van de overheid op de bevolking te versterken."

'"Het is een nar. Ik vind het triest dat de media steeds weer pagina's besteden aan dit soort mensen," zegt directeur Frans Rooijers van het Delftse milieu-adviesbureau CE, dat in 2004 voor de Tweede Kamer onderzoek deed naar de klimaatdiscussie en daarbij ruim aandacht besteedde aan de argumenten van de sceptici -- die werden weerlegd.'

'"Ik beschouw Hans als een onafhankelijk denker. Dat vind ik geweldig aan hem," zegt Eerste Kamerlid Heleen Dupuis (VVD), die Labohm kent via Liberaal Reveil, het tijdschrift van de Telderstichting, de denktank van de VVD. Labohm is redacteur van het tijdschrift, Dupuis is er redactievoorzitter.'

Heeft Labohm (zie ook hier) echt argumenten, vraag ik me af. Het gaat dan allemaal om de vraag of de aarde opwarmt of niet. Wel, dat lijkt me geen opinievraag, maar een feitenvraag. Het ding wordt warmer of het wordt niet warmer. Je kunt dat niet leuk vinden, maar je kunt het daar onmogelijk mee oneens zijn. Hoogstens kun je beweren dat de metingen waar men die opwarming op baseert niet deugen of niet goed verwerkt zijn. Rooijers van milieu-adviesbureau CE twijfelt niet aan die opwarming. Labohm wel, maar zonder dat er in het artikel verder argumenten van hem genoemd worden.

En Labohm laat het niet bij die bewering dat de aarde niet opwarmt. Die opwarming, die er dus niet is, komt niet door de mens. Dat is een intrigerend standpunt. Iets is er niet, maar dat dat iets er is, komt niet door de mens. Iets is er of het is er niet. Bij Labohm kan iets dat er niet is, er kennelijk ondertussen toch weer zijn. Zo'n standpunt is voor wetenschappers moeilijk om serieus te nemen, hoewel de bewering dat Labohm een nar is, natuurlijk niet door de beugel kan.

In een online artikel van hem (hier) vind ik een aantal negatieve beweringen over het Stern Review zonder dat nu precies duidelijk wordt gemaakt waarom dat onjuist zou zijn. Hij noemt het bij voorbeeld 'sloppy science.'

Interessant is ook dat hij in dat artikel laat zien, niet helemaal te begrijpen waar het precies over gaat. Hij schrijft: "Perhaps more importantly, Stern does not seem to have the faintest idea of the limits of modeling in predicting the future, in this case that of climate." En even verder: "What is wrong with climate modeling and the belief that it offers reliable predictions?"

Hij haalt hier twee zaken door elkaar. Namelijk klimaat-modellen en het opwarmingsmodel. Een klimaatmodel is bedoeld om het klimaat op Aarde te voorspellen. En we weten allemaal dat het weer lastig te voorspellen is. Iets soortgelijks geldt voor klimaatmodellen. Het opwarmingsmodel is echter veel eenvoudiger en niet bedoeld om het klimaat te voorspellen, maar alleen de opwarming van de Aarde te berekenen.

Wat drijft Labohm tot dit soort opmerkelijke uitspraken? Volgens Dupuis gaat het Labohm niet zo zeer om de wetenschap, maar meer om de consequenties van het klimaatdebat. '"Hans ergert zich blauw aan de linkse kerk die overdreven onheilsverhalen over ons uitstort," zegt ze.' Zo noemt Labohm de film 'An Inconvenient Truth' van Al Gore: '"een meesterwerk van misleidende klimaatpropaganda"'. Maar wat er dan precies mis zou zijn met die film, blijft weer ongenoemd. Als argument wordt gegeven dat ook NRC Handelsblad dat schrijft. Tjaa..., dat lijkt me niet een echt overtuigend argument.

Labohm beweert dus kennelijk veel en met nadruk, maar geeft niet of amper argumenten. Hij ziet het kennelijk als een soort wedstrijd, wie het hardste kan schreeuwen. Helaas trekt die planeet Aarde zich daar echt geen sikkepit van aan, vrees ik. "Stoute Aarde, beter luisteren naar Labohm!" De argumenten die Labohm aanvoert, hebben betrekking op de gevolgen van de klimaatverandering. Maar daar trekt de natuur zich natuurlijk niets van aan. Zo'n blok ijs redeneert niet: "Het is een paar graden boven nul, dus eigenlijk moet ik nu beginnen met smelten maar omdat Nederland dan half onderloopt, kan ik dat niet doen en blijf ik nog maar even stijf bevroren."

Ik laat me nu toch verleiden om in te gaan op de beweringen van Labohm en dat is eigenlijk niet waar het me om gaat. Wat me interesseert, is waarom en waardoor Labohm dit soort standpunten ventileert. Wetenschappelijk gezien is het allemaal achterhaald of ongefundeerd. Maar toch gaat de man dapper door. Waarom? Welke factoren zorgen dat Labohm die hopeloze kruistocht uitvoert?

Het artikel in NRC Handelsblad geeft wel een paar indicaties. Allereerst is er de VVD met mensen als Dupuis die Hans geweldig vinden. Binnen de VVD zullen er zo echt nog wel heel wat meer rondlopen. Als tweede is er een actieve club van klimaatsceptici die elkaar via e-mail bestoken met berichten. Labohm heeft dus op 2 fronten een actieve achterban die zijn beweringen prachtig vindt.

Het geval van Labohm staat in mijn optiek niet op zich. Voortdurend kom je weer mensen tegen die met veel nadruk dingen beweren die wetenschappelijk gezien volstrekte onzin zijn, maar daar toch niet van af te brengen zijn. Een bekend voorbeeld is iemand als Bush met zijn war on drugs. Waarom wel heroïne bestrijden en niet nicotine en alcohol? Iedere rationale ontbreekt daar. Toch is het voor veel mensen belonend om dat idiote standpunt met veel nadruk uit te dragen. Kennelijk levert dat standpunt, hoewel feitelijk/rationeel gezien onjuist, sociaal zo veel aandacht, waardering, emotie etc. op dat over die feitelijke of rationele onjuistheid gemakkelijk heengestapt kan worden.

Mensen zijn sociale dieren. Evolutionair gezien leven we al veel langer in groepen dan dat we feiten proberen te vangen in woorden. Daardoor gaat het aanpassen aan de groep vaak gemakkelijk en vrij automatisch. Ook het aanpassen aan de klanken die de groepsleden uitstoten, gaat meestal vrij gemakkelijk en automatisch. Maar zodra die klanken betekenis moeten representeren, worden de zaken lastig. We conformeren ons daarom gemakshalve aan het standpunt van de groep. Wat niets is erger dan door de groep verstoten te worden. En daarom zeggen we vaak maar wat iedereen zegt, ook al klopt er helemaal niks van. De sociale factor is voor ons belangrijker dan de feitelijke juistheid. Maar de Aarde,... die trekt zich dus van die sociale factor jammer genoeg helemaal niets aan.


vrijdag, februari 16, 2007


De verleuking van een ongemakkelijke waarheid


De Volkskrant opende maandag (12/02/2007) met een speciale bijlage met als titel: "Stand van het land Het water komt." De bijlage gaat over klimaatverandering en de strijd tegen het water. Op het voorblad een meer dan grote foto van de stormvloedkering in de Oosterschelde.

Daarnaast een tekst, die zo begint: "Er wacht ons een nieuw gevecht tegen het water. Het klimaat verandert, de aarde warmt op. Zoveel staat nu wel vast. De gevolgen van die verandering zijn ingrijpend, ook voor Nederland. Van ons land ligt 60% onder de zeespiegel. Dat maakt Nederland extreem kwetsbaar voor de dreigende toevloed van water. Loopt ons land straks onder? Moeten we rekening houden met een scenario waarbij Amersfoort aan zee komt te liggen?"

Na deze dreigende opening worden we gerustgesteld. Al Gore, die dit beweert in zijn film, overdrijft volgens deskundigen. Natuurlijk, Nederland zal opnieuw een strijd tegen het water moeten gaan voeren. Een gebied ter grootte van de provincie Noord-Brabant moet misschien aan de ze prijs worden gegeven. Etc.

In de speciale bijlage (8 bladzijden) vooral veel prachtige foto's op meer dan groot formaat. Verder artikelen rond dit thema. De noodzakelijke maatregelen bieden ook weer nieuwe kansen. Door onze aanstaande strijd tegen het water kan de sociale cohesie bevorderd worden. Overstromingsrisico's vallen vrijwel niet te verzekeren, maar bewustwording beperkt de schade nog effectiever, etc.

Al die artikelen zijn wel aardig, maar laten het punt waar het echt om gaat, keurig met rust. Smelt het Groenlandse ijs en zo ja, op welke termijn? Het eerste deel van die vraag is in feite amper nog een vraag. Het antwoord op het tweede deel is op dit moment onduidelijk.

Wat me opvalt, is dat aan de ene kant het 'nieuws' opgeleukt wordt met mooie foto's. Aan de andere kant mag het nieuws kennelijk niet al te verontrustend zijn. We krijgen daarom verhalen die er in de verte iets mee te maken hebben, maar in feite het echte probleem laten liggen. Het echte probleem is niet leuk meer.

Waarom is het wel mogelijk tot vervelenstoe te laten zien hoe een vliegtuig een van de Twin Towers binnenvliegt, terwijl een bespreking van een probleem dat misschien nog wel 100 of 200 jaar van ons afligt, te veel van het goede is? Ik denk dat het grote verschil is dat we zelf niet bij die ramp betrokken waren. We weten zeker dat we niet bij de bijna 3000 mensen zitten die daar de dood vonden. Tegelijkertijd mogen we ons kwaad maken op de slechte mensen die die ramp wel veroorzaakt hebben.

Bij het smelten van het Groenlandse ijs is het allemaal minder rustgevend. Wij zijn het die straks onder te lopen. Verder zijn we zelf ook nog eens de (mede)daders. Allemaal niet echt leuk dus. En omdat mensen angstaanjagende zaken ten koste van vrijwel alles proberen te ontlopen, moet het 'nieuws' ten koste van alles leuk, mooi, interessant en geruststellend blijven.... Hoe heette die film van Al Gore ook al weer?


dinsdag, februari 13, 2007


VMBO-klas over NRC Next


Ze hebben het vandaag in de examenklas van de TL gehad over NRC Next. Wat vinden ze ervan? Het oordeel is vrij eenstemmig: "Te veel tekst, te weinig plaatjes." Hij vindt dat wel grappig, want in NRC Next staat volgens hem niet zoveel.


donderdag, februari 08, 2007


Wel of niet een spatie? Misleidende SOS-site!


In het Nederlands schrijven we huiskamer en niet huis kamer. Iemand die huis kamer schrijft, beschouwen we als dom. Het is iemand die niet weet, hoe het eigenlijk hoort. Dat is een stevige sanctie om te zorgen dat iedereen woorden als huiskamer precies schrijft zoals wij vinden dat het moet.

In het geval van huiskamer is daar ook wel een goede reden voor. Het woord huiskamer betekent iets anders dan 'kamer van het huis'. Op dezelfde manier betekent theepot iets anders dan thee pot. Het laatste is een potje voor thee. Het eerste is een kan waar je thee in maakt.

Doordat we woorden als huiskamer en theepot aan elkaar schrijven, zijn we ook woorden die daar wat op lijken aan elkaar gaan schrijven. Zo schrijven we achterdeur en niet achter deur. We schrijven verzamelplaats en niet verzamel plaats. Door al dat aan elkaar schrijven, lijkt het in het Nederlands daarom soms verstandig woorden maar aan elkaar te schrijven. Dan zal het wel goed zijn. Zo schreef een secretaresse van ons vroeger hardnekkig: Philipsradio's in plaats van Philips radio's. Persoonlijk vond ik dat niet echt geslaagd, maar je moet andersdenkenden hun eigen mening gunnen.

Die neiging woorden aan elkaar te plakken, kan bij voorbeeld leiden tot een constructie als: "Kun je voor mij een Hottentottententententoonstellingskaartje kopen?" Het bezwaar daarvan is dat het zo lang is, dat het niet meer goed leesbaar is. Omdat taal nog altijd dient om gelezen en begrepen te worden, om een boodschap over te brengen, is dat een behoorlijk bezwaar.

Een ander probleem is dat de hoeveelheid woorden van een taal explodeert. Want waarom zou je wel Hottentottententententoonstellingskaartje hebben, maar niet Frieseboerderijenconstructieontwerpen? De zin wordt dan: "Ons architectenbureau is gespecialiseerd in Frieseboerderijenconstructieontwerpen." Het bezwaar van dat exploderende aantal woorden is dat de woordenboeken het niet bij kunnen houden. Er is steeds weer een combinatie mogelijk die door de woordenboekmakers niet opgenomen is. Ook dat is een probleem, want een taal is opgebouwd uit woorden. Wanneer je vervolgens dat woord gaat opzoeken in het woordenboek, moet het daar ook in te vinden zijn.

Die neiging woorden aan elkaar te schrijven, is dus niet zonder problemen. Toch is dat aan elkaar vast schrijven van woorden precies wat de website SOS (Signalering Onjuist Spatiegebruik) (zie: hier) aanbeveelt.

De website SOS schrijft op haar homepage:
--------------------------
In het Nederlands moeten samengestelde woorden gewoon aan elkaar geschreven worden.

Er is dus geen enkele reden om een spatie in te voegen bij woorden als 'leesplezier', 'hogesnelheidslijn' en 'keukenbenodigdheden'. Deze fout wordt onnodig veel gemaakt, en het lijkt er zelfs op dat de foute spelling steeds vaker wordt toegepast. Een slechte ontwikkeling.

--------------------------

Zonder spatie is het fout, zegt SOS. Wie beter leest, ziet dat SOS het heel slim formuleert door het te hebben over 'samengestelde woorden'. Samengestelde woorden zijn woorden die in het Nederlands aan elkaar geschreven (behoren te) worden. Tja, op die manier heb je dus altijd gelijk. SOS doet een diepzinnige uitspraak, maar in feite is het een tautologie. Een uitspraak die altijd waar is. Zoals: "Als er morgen neerslag valt, regent het." Maar het idee dat we in het Nederlands alleen samengestelde woorden zouden hebben (dus alle combinaties van woorden zonder spatie) en geen woordgroepen (woordcombinaties die je los van elkaar schrijft), klopt natuurlijk van geen kant.

Is het aan elkaar schrijven of aanelkaarschrijven? De online Van Dale kent aanelkaarschrijven niet, dus je zou zeggen dat het aan elkaar schrijven moet zijn. Maar omdat die woordenboekmakers onmogelijk die ongelijke strijd bij kunnen houden, kan het dus ook zo zijn, dat ze gewoon nog niet toegekomen zijn aan het opnemen van aanelkaarschrijven. En zeg nu zelf: aanelkaarschrijven is toch duidelijk één begrip?

Ik heb vroeger wel eens het voorwoord van de grote Van Dale wat beter gelezen en daarin werd over hetzelfde probleem veel genuanceerder gedacht. In het Nederlands was dit een erkend en niet goed oplosbaar probleem. Soms kon je het maar beter aan elkaar schrijven en soms niet. Verder moest en mocht je niet afgaan op de autoriteit van het woordenboek. Het was een hulpmiddel en geen dwingend voorschrift.

Ik ga daarom even zoeken. Bij de Woordenlijst van de Nederlandse Taal van de Taalunie (hier) (toch een vrij gezaghebbende instelling op dit gebied, lijkt mij) vind ik het volgende over deze kwestie:
----------------------------
Vuistregel 6.A

Een woordgroep schrijven we los.
Een samenstelling of afleiding schrijven we aaneen.

----------------------------

Maar wanneer is een woordcombinatie nu een woordgroep en wanneer een samenstelling?
Regel 6B geeft in de toelichting het antwoord:
----------------------------
Een woordgroep is een serie woorden die bij elkaar worden gehouden door een grammaticaal verband, zoals in een zin. Dat verband hoeven we niet te tonen in de spelling. Daarom schrijven we de woorden in een woordgroep los van elkaar.
----------------------------

Er moet dus sprake zijn van een grammaticaal verband. Maar dat is natuurlijk nogal vaag.

De toelichting op regel 6C helpt ons verder:
----------------------------
Als we twee woorden bij elkaar brengen om er een nieuwe betekenis mee uit te drukken, dan tonen we het verband tussen de delen door ze aan elkaar vast te schrijven.
----------------------------

Om woorden aan elkaar vast te schrijven, moet er dus sprake zijn van een nieuwe betekenis. Theepot betekent iets anders dan pot voor thee(zakjes). Maar als we het hebben over 'aan elkaar schrijven' is er geen nieuwe betekenis en daarom is er geen noodzaak die drie woorden aan elkaar te schrijven. Er moeten dus echt spaties tussen.

Dit is een prachtige regel en het komt ook overeen met wat ik eerder in de Grote Van Dale las. Maar het is ook een lastige regel. Het probleem is dat deze regel verwijst naar de betekenis. Als er iets is dat mensen lastig vinden bij taal is het wel betekenis. Grammaticale regels moet je snel en zonder nadenken kunnen toepassen, maar zodra je regels gaat maken die teruggrijpen op de betekenis, wil dat niet meer. Dit is dus wel een mooie regel, maar ook een onhandige en lastige regel. Toch is het voorlopig de officiële regel. Nou ja, voor zover een taal officiële regels heeft. Een taal leeft en ontwikkelt zich en trekt zich dus soms niets aan van al die bedachte, officiële regels.

Soms zie je dus dat we ons niets van die regel aantrekken. Zo vind ik in de online Van Dale: bijvoorbeeld. Maar er is helemaal geen noodzaak om bij en voorbeeld aan elkaar te plakken, want bijvoorbeeld heeft precies dezelfde betekenis als "bij voorbeeld". En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden.

Ik ga even terug naar de SOS-site. SOS signaleert als laatste "fout": anorexia patiënt. Maar een anorexiapatiënt is echt niets anders dan een patiënt met anorexia. Of je zou moeten willen volhouden dat anorexia eigenlijk geen ziekte is, maar gedrag. Maar ik denk niet dat SOS er zo diep over nagedacht heeft. En dus moet het toch echt zijn: anorexia patiënt. Als je tenminste de officiële regel wilt volgen.



En het is dus geen Philipsradio, maar een Philips radio. Omdat het niets meer is dan een radio van Philips. Het heeft geen afwijkende betekenis. Daarom!

Je kunt het natuurlijk ook communicatiekundig bekijken. Het doel van een tekst is bij de lezer over te komen. Aan de ene kant betekent dat, dat je al te lange samentrekking zult vermijden omdat die onleesbaar worden. Aan de andere kant betekent dat, dat je je probeert te conformeren aan de lezer. Wat hij of zij ziet als duidelijk onjuist, probeer je te vermijden omdat dat het effect van je boodschap kleiner maakt. De lezer ziet dan vooral de 'fout' in jouw tekst en besteedt daardoor minder aandacht aan de boodschap.

Wanneer dus maar genoeg mensen denken dat het anorexiapatiënt moet zijn, doen we dat toch lekker en trekken we ons van al die regeltjes lekker niks aan. De lezer beslist.

Waarom verkondigt de SOS-site heel stellig een bepaald standpunt dat dus helemaal niet klopt? De makers van de SOS-site (zie hier) zijn eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd is juist taalgebruik. Zij proberen zichzelf onder de aandacht te brengen van het grote publiek met deze op zich keurig verzorgde site. Het is kortom reclame.

De produktomschrijving van bureau Tremani, de mensen achter de site, is als volgt.
----------------------------
Tremani is een allround bureau voor internetontwikkeling, multimedia design en grafisch ontwerp.

U kunt bij ons terecht voor de ontwikkeling van digitale toepassingen zoals internetsites, toets- en examensystemen en softwaresystemen, maar ook voor de grafische verzorging van huisstijlen, posters en brochures.

Hierbij staat altijd de gebruiker centraal: gebruiksvriendelijkheid mag wat ons betreft leiden tot gebruiksplezier!

-----------------------------

Opnieuw dus reclame waarin men het met de inhoud niet al te nauw neemt. Als er maar verkocht wordt! Het kwalijke is dat de doorsnee-bezoeker van deze site zwaar op het verkeerde been wordt gezet. Maar daar zit bureau Tremani kennelijk niet mee.

En wat moet het nu eigenlijk zijn? Is het signalering onjuist spatiegebruik of moet het eigenlijk zijn signaleringonjuistspatiegebruik. Als ik Tremani goed begrijp, verdient het laatste toch echt de voorkeur. Ik zou zeggen: als je dat echt vindt, doe dat dan ook. En bovendien moet het door de betekenis die Tremani eraan geeft volgens de officiële regel hier ook echt. Signaleringonjuistspatiegebruik is dus iets heel anders dan signalering onjuist spatiegebruik.


De Armeense Genocide advertentie


Het nummer van Time van deze week (12 februari 2007) gaat over Het Brein. Ik leg het zuchtend aan de kant. Al die populaire verhalen komen misschien een andere keer aan bod. Voordat ik het nummer wegleg, blader ik het nog even door. Er zit iets hards in.

Een DVD. De DVD zit in een keurig wit hoesje en zit op een paginagrote "advertentie" geplakt. De titel van de DVD staat er in rode hoofdletters op: THE ARMENIAN GENOCIDE. LE GÉNOCIDE ARMÉNIEN. De 'advertentie' heeft een duidelijke kop. Ook in rode letters. A Compelling Documentary on the Armenian Genocide. En dan in kleinere, zwarte letters:
This DVD, in English and French versions, contains a 52-minute documentary by French director Laurence Jourdan. With extensive archival footage, it presents the history and the geopolitical context in which the Armenian Genocide was perpetrated. In addition the DVD includes a 46-minute interview with Dr. Yves Ternon, a leading expert on the Armenian Genocide and its denial by Turkey.

Onder de DVD staat een tekst over 3 kolommen in een wit lettertje. Die tekst begint zo. ""Who, after all, speaks today of the annihilation of the Armenians?" Hitler posed this rhetorical question on August 22, 1939 before embarking upon his campaign to exterminate six million European Jews and other groups."

Aan het einde van die witte tekst staat: "Submitted by a Coalition of Armenian Groups." En dan in een kleiner lettertje: "This DVD and ad page were provided courtesy of TIME."

Kijk, zo kan het ook. De advertentie krijg ik gratis onder mijn neus. De DVD is gratis. Het is allemaal gratis. Maar nu heeft het al een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Terwijl ik de DVD nog niet eens gezien heb. De boodschap van de advertentie valt moeilijk te missen: als je het niet gelooft, kijk dan rustig zelf. Zo breng je met één enkele advertentie van slechts één bladzij en één enkel DVD-tje miljoenen mensen in de wereld op de hoogte van een gigantisch misdrijf dat meer dan 90 jaar geleden (in 1915 en later) plaatsvond. Hoeveel Armeniërs bij deze moordpartij zijn omgekomen, weten we niet precies. De schattingen lopen uiteen van ongeveer 1 tot 2 miljoen.

Zou zo'n advertentie Hitler hebben kunnen afhouden van de Holocaust zoals de tekst in de 'advertentie' even suggereert? Ik denk dat we realistisch moeten blijven. De menselijke natuur laat zich in haar moordlustigheid niet stoppen door een kleurige advertentie en een trieste DVD.

Wat de 'advertentie' met de DVD wel laat zien, is dat een verbod op het ontkennen van welke genocide dan ook, volstrekt misplaatst is. Het idee achter deze 'advertentie' met DVD is dat je mensen kunt overtuigen door informatie te geven. Het idee achter het verbieden van het ontkennen van de Holocaust is dat mensen door bedreiging en geweld overtuigd moeten worden. Dat is niet alleen niet-democratisch, het is uiteindelijk ook niet effectief.


dinsdag, februari 06, 2007


C Magzine: een gratis glossy


Als ik koffie haal, vind ik het. Naast de Spits. C Magazine, nummer 1, januari 2007. Een gratis glossy. Mag het eigenlijk wel een glossy genoemd worden? De online Van Dale zegt voor glossy: "chic tijdschrift, gedrukt op glanspapier." Het is een glossy.

C Magazine nummer 1 ziet er leuk uit. Een macrofoto van een stuk sinaasappel siert de cover. In het colofon lees ik dat C Magazine een uitgave is van Stichting Code 06. Een wat merkwaardige constructie. Een stichting mag geen winst maken. Maar bij een gratis glossy draait het om de reclame. Kennelijk is het idee de winst weg te werken in de vorm van onkosten en maakloon.

Naast het colofon lees ik dat de directeur van Stichting Code 06, Martijn Huis, soms een "accu" heeft die leger en leger raakt. Verder blijkt dat stukje geschreven te zijn "eind januari" en zijn er dan vier concepten ontwikkeld. Helaas mogen we niet weten wat dat precies inhoudt. Maar het kostte veel "kostbare creativiteit en energie." Energie die geïnvesteerd is in kritisch te kijken naar je eigen concept, aldus het stukje van Martijn.

De inhoud van C Magazine bestaat vooral uit advertenties en korte stukjes die ook weer erg lijken op die advertenties. Allemaal erg kleurig en glanzend.

Officieel is C Magazine dus een glossy. Toch vind ik het geen echte glossy. In het blad hebben ze ongeveer een bladzij uitgetrokken voor foto's en wat tekst over Leonie Rijnberg. Leonie woont in Groningen en is ook fotomodel (bureau Elite, zie hier) en stond onder contract bij o.a. Wehkamp. In ieder geval zijn er prachtige foto's van haar gemaakt. Laat dat dan ook zien! Nu zien we een collage van een paar op zich mooie plaatjes, die veel te klein zijn afgedrukt en waar vervolgens nog eens storende tekstkaders overheen zijn gezet. Het is als een discjockey die door een mooie plaat heen praat. Eén van die foto's maar dan zonder tekstkaders e.d. laat ik hier volgen. Hij is afkomstig uit de Elite-portfolio.



Maar de echte reden voor dit stukje was de volgende passage in het artikel Maagkrampen voor het milieu: Positief is dat het zeeniveau stijgt en dit zorgt voor meer regen. Landen met veel droogte, bijvoorbeeld Afrika, krijgen een vruchtbare grond. En ook hoger gelegen gebieden worden toegankelijk voor landbouw. Dit zou dus de wereldvoedselproductie weer ten goede komen (p. 28). Hoe verzinnen ze zulke onzin? Je moet echt helemaal niets van het onderwerp afweten om te denken dat die zeespiegel stijging zal zorgen voor meer regen en meer voedsel. Misschien vinden lezers dit soort onzin niet zo erg (het is toch maar een gratis blaadje), maar ik kan me voorstellen dat adverteerders er niet echt dol op zijn.

Ik vind het flink om het lef en de energie op te brengen om C Magazine op te starten en uit te brengen. Maar een magazine moet het uiteindelijk hebben van foto's, van tekst of van beiden. Glanspapier en veel kleurtjes zijn in mijn optiek niet genoeg. Maar misschien ben ik wel ouderwets en past dit blad prima bij de moderne videogeneratie. Ik ben benieuwd.