maandag, februari 01, 2010



De achteruitgang van de NRC


Het grootste deel van mijn leven ben ik een trouw en aandachtig lezer van NRC Handelsblad geweest. Meestal las ik daarnaast nog wel één of twee andere kranten, want als student heette je vroeger een informatie-junk te zijn. Tegenwoordig ben ik nog geabonneerd op de NRC, maar ik lees hem steeds minder en als ik er iets in lees, lees ik het vluchtiger.

Hoe komt dat? Allereerst is er de netbook met internet. Je slaat hem open en je bent online. Waar je ook bent, wanneer je maar wilt. Deze blog schrijf ik op die netbook. Je kunt ermee sjouwen terwijl hij aan is, want een kwetsbare harde schijf zit er niet meer in. Als je wilt, mag je hem laten vallen terwijl hij aan is. Ik heb het niet uitgeprobeerd, maar het voelt geruststellend. Via internet ligt de wereld 24 uur per dag onder handbereik. Het resultaat is dat ik toegang heb tot betere nieuwsbronnen dan de NRC en dat ik de informatie soms een week of een paar weken eerder heb.

Dat is niet het enige. Ik heb niet alleen de informatie die in de NRC komt, eerder, ik krijg ook betere en meer informatie. Verder merk ik van tijd tot tijd dat de NRC redacteuren hun berichten wat kleuren en hun informatie nogal selecteren. Als lezer vergroot dat je vertrouwen in een krant niet, om het zachtjes uit te drukken. Internet is dus een eerste factor.

Een tweede factor kwam hierboven ook al even aan bod. NRC Handelsblad zakt af. De artikelen hebben in doorsnee niet meer de kwaliteit die ze vroeger hadden. Hetzelfde geldt trouwens niet alleen voor de NRC, maar ook voor andere kranten die ik lees. Als ik alleen kranten las, zou ik denken dat het aan mij lag: ik word oud en daardoor deugt niets meer. Maar ik heb ook internet en als ik bijvoorbeeld de berichten op de nieuwssite van de BBC lees, denk ik dat niet. Maar ook een Nederlandse site als nu.nl vult haar formule op een lezenswaardige manier in.

Door een kennis werd ik geattendeerd op een omslag-artikel in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad van vrijdag 29 januari 2010. Op de voorpagina van het supplement staat een pagina-vullende kleurenfoto van Beyoncé. Ze staat er in een soort rood badpakje met kousen en jarretels. Rode lange handschoenen complementeren haar outfit.

Het artikel staat op bladzij 7 en is opnieuw opgemaakt met twee grote kleurenfoto´s van Beyoncé uit dezelfde serie. In totaal hebben we 2 bladzijden kleurenfoto en een halve bladzij artikel. Dat artikel is ook nog eens royaal opgemaakt. De titel beslaat 1/5 van die halve bladzij. Verder is er nog een citaat uit de tekst groot afgedrukt waarvoor nog eens ongeveer 1/10 van die halve bladzij wordt gebruikt. De tekst beslaat dus uiteindelijk ongeveer 1/3 bladzij op een totaal van twee-en-een-half.

Ik vind Beyoncé mooi, verzorgd en een vakvrouw. Eigenlijk is ´verzorgd´ niet het juiste woord. Beyoncé is simpel, puur en heeft gevoel voor stijl. Verder is ze zelfbewust en heeft ze lef. Trek een simpel zwart balletpakje aan, zoek daar twee achtergrond-danseressen bij, pak een witte achtergrond en dans in zwart-wit een hele clip vol. Er zijn niet veel vrouwen die dat kunnen en die dat durven. Beyoncé wel. Kortom, ik vind aandacht voor Beyoncé prima, ook in de NRC.

Maar waarom lees je een krant? Moderne krantenredacties zien zichzelf als concurrent van de tv. De krant moet amuseren, de krant moet de aandacht vasthouden, de krant moet zorgen dat de kijker de reclame ziet. Ik vind dat een vreemd standpunt. Ik lees, pardon, ik las de krant als venster op de wereld. Je wilt weten wat er in de wereld speelt en gebeurt en daarvoor las je een krant. Als ik tv wil kijken, kijk ik wel tv. Om clips te kijken, vind ik dat een prima medium. De vraag is dus, vertelt zo´n beknopt stukje tekst iets wetenswaardigs over Beyoncé? En gezien die foto´s en die wanverhouding met de tekst heb ik daar mijn twijfels over.

Maar waar die kennis echt over viel en ik ook, is de stijl van het stukje. Stijl is een lastig begrip. Beyoncé heeft stijl. Dan gaat het over muziek, dans en show. Maar ook schrijfprodukten hebben stijl als het goed is. Stijl is dat sommige dingen niet passen, niet horen. Met stijl laat je zien dat je een goede smaak hebt of juist gebrek daaraan. Als serieuze krant moet je bijvoorbeeld oppassen met gigantische kleurenfoto´s van een schaars geklede dame, ook al is dat een mooi en beroemd iemand, want het kan de lezer snel de indruk geven dat je als krantenredactie niet precies weet wat wel kan en wat niet kan. Als Beyoncé hoofdredacteur van NRC Handelsblad was geweest, waren die foto´s er vast niet ingekomen, want Beyoncé weet perfect wat wel kan en wat niet kan en wat het effect is op de kijker of op de lezer. Dat is haar vakmanschap.

Nu heb ik het over die foto´s en stijl, maar eigenlijk ging het om de stijl van dat stukje. De titel luidt: Zigzag-heupen. Eigenlijk begrijp ik niet waar dat op slaat. Beyoncé heeft een goed figuur, maar dat gebruik je niet in een titel, lijkt me en de term ´zigzag´ in combinatie met heupen slaat amper ergens op.

De eerste zin van het stukje luidt zo: ´Vuur, vonken, fonkellichtjes, het publiek dat als één man uit zijn stoel komt, en daar sta je: Beyoncé, de koningin van zang en dans, de vrouw die het r&b-genre eigenhandig een nieuw decennium in loodste, die over het podium beweegt alsof ze onder stroom staat, met zigzaggende heupen, rollende ogen, trappelende voeten en een haardos die golft en kronkelt als een nest slangen.´ Afgezien van de taalfout, is het wel een erg lange zin, lijkt me. Zeker als openingszin. Maar wat me vooral stoort, is dat perspectief. De schrijfster spreekt Beyoncé toe en niet alleen dat: ze gebruikt de term ´je´.

Stel je voor, je bent journalist bij NRC Handelsblad. Bij NRC Handelsblad ben je misschien iemand, maar in de rest van Nederland zullen veel mensen je naam niet eens kennen. Je schrijft over een wereldberoemde ster met een feilloos gevoel voor stijl. En die ga je als een soort leidinggevende toespreken in het openbaar met ´je´. En dat hou je niet alleen die ene, volstrekt non-informatieve openingszin vol, nee, dat hou je dat hele onbenullige stukje vol. Dat is niet alleen beledigend voor Beyoncé, maar die zal dat stukje vermoedelijk nooit lezen, maar het is beledigend voor de lezer. Gebrek aan stijl dus.

En verder is die openingszin ook nog eens zwaar misleidend. Rollende ogen en trappelende voeten. Het leuke van Beyoncé is dat ze zich gewoon in close-up in clips laat zien. Ze hoeft eigenlijk niets te doen. Je ziet haar gezicht. Je ziet haar kijken. Opmaak zie je eigenlijk niet. Het is heel simpel, maar een normaal mens smelt bij dat plaatje en Beyoncé weet dat.

Maar er is dit weekend nog meer gebrek aan stijl in NRC Handelsblad. In de wetenschapsbijlage van zaterdag 30 januari 2010 staat een grote foto van een kut. Een vrouw ligt met haar benen open en je kijkt recht naar binnen. De foto beslaat een halve bladzij en is dus niet echt klein. Het is een afbeelding van een schilderij, vertelt het bijschrift. Het idee is kennelijk, als het geschilderd is, is het kunst en mag het. Mag je als krant zo´n kut zo bijna meer dan levensgroot afbeelden? Natuurlijk mag dat, maar het is weer een kwestie van stijl, vrees ik. Is het nodig, is het informatief, dient het een doel? Het doel is een lekker plaatje bij een artikel. Het artikel moet wat opgeleukt. Hup, we hebben nog een kut liggen.

Dat artikel ´Een vulkaan in de vestibule´ heeft een intrigerende titel, tenminste zo is het bedoeld. Het gaat over lichamelijke opwinding en zin in seks bij de vrouw en is geschreven door Ellen de Bruin.

Mag een krant over zo´n onderwerp schrijven? Natuurlijk wel, maar is het voor de lezers interessant? Misschien wel, want seks trekt ons allemaal. Maar waar het artikel in feite over gaat, is dat lichamelijke opwinding bij de vrouw moeilijk te meten valt, tot nu toe. Bij mannen gaat dat vrij gemakkelijk, want dan meet men of er iets van een erectie is, maar bij vrouwen is het allemaal nogal onduidelijk. Vervolgens is wat vrouwen zeggen, natuurlijk weer iets anders.

Eigenlijk is dat bij mannen net zo, alleen is bij mannen die lichamelijke opwinding makkelijker te meten. Maar ook mannen zeggen soms dat ze niet opgewonden raken van iets, terwijl blijkt dat ze wel een erectie krijgen. Ik weet dat toevallig omdat seksuologie een beetje een hobby van me is, maar Ellen de Bruin weet dat kennelijk niet en kakelt maar door.

Als je dan zo´n groot artikel wilt schrijven over zo´n onderwerp, verdiep je dan eerst ook goed in de materie. En zorg vervolgens voor een duidelijke samenvatting vooraf. Simpele eisen, voor Beyoncé vanzelfsprekend (of je doet het perfect of je doet het niet), maar voor NRC Handelsblad te hoog gegrepen. Nu mag je die Beyoncé-normen natuurlijk niet opleggen aan een krant met een bescheiden oplage als NRC Handelsblad. Alhoewel, wat is de oplage van Linda? Nu is het een wat vaag en lang verhaal over een wat ranzig onderwerp met in feite een onnodig shockerende afbeelding.

Nog is het vat niet leeg. In de bijlage Opinie en Debat van dezelfde zaterdag staat een artikel van 3/4 pagina over Pakistan, homoseks en modern zijn van Oskar Verkaaik (´Waarom hebben Pakistanen geen problemen met homoseks? Omdat ze niet modern zijn.´)

Het is een wat vaag verhaal. Wat me stoort is dat homoseks en travestie weer eens, en in feite nogal overbodig, gekoppeld worden. Een onuitroeibaar vooroordeel, lijkt het. NRC Handelsblad heeft op het gebied van kwalijke berichtgeving rond travestie die stereotypering in de hand werkt, toch al een beladen verleden, zie mijn eerdere blog daarover. Het artikel beslaat 3/4 pagina. Van de ruimte voor het artikel wordt meer dan 1/4 gebruikt voor een foto van een travestieshow voor alleen mannen, aldus het bijschrift. Vervolgens wordt in de tekst ook nog eens op een denigrerende manier over travestieten gesproken. Niet alleen dat de auteur zich nodeloos denigrerend uitlaat over travestieten en daarmee over de 240.000 Nederlandse transgenders, hij legt in de tekst ook nog eens nadrukkelijk de koppeling met homoseksualiteit.

Hij denkt kennelijk dat mannen die het met een show-travestiet doen, homo zijn. Voor een leek misschien een begrijpelijk misverstand, maar in dit geval is de man antropoloog en zou hij toch beter moeten weten. Homo´s vallen niet op vrouwen en ook niet op mannen die er soms heel overtuigend uitzien als vrouw. Voor hetero´s is het een heel ander verhaal. Die vallen op vrouwen en ook op alles dat er overtuigend uitziet als vrouw. Persoonlijk lijkt het me vrij simpel, maar voor Verkaaik is het te hoog gegrepen.

De showgirls die de vrouwenrol spelen, worden in dit geval soms wel verondersteld homoseksueel te zijn, hoewel je daar ook vraagtekens bij kunt zetten. Als je echt op mannen valt, neem je niet de tijd en de moeite je uitgebreid te verkleden, op te maken en mooi te maken, denk ik. Deze mannen spelen de vrouwenrol en proberen dat heel overtuigend te doen. De redenen waarom ze dat doen, zijn ook wel duidelijk. Een mens moet ook leven. Verder is er nog een klein, maar toch wel belangrijk puntje. Showgirls komen normaal niet klaar bij hun klant. Wat ze doen, doen ze dus niet voor het eigen gerief. Maar voor de antropoloog Verkaaik van de Universiteit van Amsterdam is het allemaal glashelder: dit zijn natuurlijk homo´s! Vervolgens geeft NRC Handelsblad Verkaaik graag alle ruimte om deze briljante gedachten de wereld kond te doen.

Het laatste uit de emmer. In het economiedeel van de zaterdag-krant tel ik in totaal drie bladzijden en dan nog 1/4 bladzij en dan nog een kleine advertentie met reclame van en voor NRC. De krant moet vol, maar dit is wel wat erg veel van het goede. Stel je voor dat Beyoncé in haar clips minutenlang gaat vertellen dat ze de ´Queen of R&B´ is. Inderdaad, dat zal Beyoncé nooit doen.

Maar het meest irritante komt dan nog. Dat logo: ´ik denk nrc>´. Ik denk zelf, tenminste dat probeer ik en op het moment dat de journalisten van de nrc voor mij het denkwerk moeten gaan doen, ziet mijn wereld er diep triest uit. Naar Beyoncé kijk en luister ik graag. Zij zal nooit zingen: ´I think Beyoncé.´ Maar misschien kunnen we van haar wel meer leren dan de NRC-redactie in haar stoutste dromen in staat is te denken.

-------------
Gepubliceerd 1/02/2010