woensdag, februari 25, 2009



Economische babbelpraat


NRC Handelsblad brengt vandaag (24/02/2009) een reddingsplan voor de economie (Hier een reddingsplan voor de economie, p. 7) Het stuk is geschreven door 'vijf hoogleraren economie'. Let wel: niet gewone mensen, niet gewone economen, maar 'hoogleraren economie'. En niet één of twee, maar liefst vijf! (Het zijn: Lans Bovenberg, Sweder van Wijnbergen, Bas Jacobs, Arnoud Bot en Willem Buiter.)

Als gewoon mens breng je niet gemakkelijk de moed op om tegen die vijf hoogleraren economie in te gaan. Ook als 'gewone' econoom doe je dat niet gemakkelijk. Je moet minstens hoogleraar economie zijn, om hier nog stelling tegen te durven nemen. En dan nog is de kans groot dat je even later één van die vijf in een commissie of iets anders tegenkomt. Als gewone mensen kunnen we het dus maar beter eens zijn met wat deze top-economen ons vertellen.

Het artikel staat op pagina 7, maar wordt op de voorpagina redelijk groot aangekondigd. Het artikel beslaat ongeveer een halve, ouderwetse krantenbladzij, maar de helft daarvan wordt gebruikt voor de titel, de lead, een illustratie en een beschrijving van de vijf hoogleraren. Uiteindelijk blijft er dus ongeveer 1/4 pagina tekst over.

Qua lengte vind ik dat een sympathiek reddingsplan. Een plan moet niet al te veel bladzijden vragen, maar als het kan op een A4 passen en dat lijkt hier het geval.

Ik ben niet econoom en nooit verder gekomen dan wat tekstboeken voor eerstejaars studenten. En verder heb ik wel eens wat boeken van, ja inderdaad, hoogleraren economie gelezen. En soms waren dat, inderdaad, Nobelprijs-winnaars. Maar als economische leek lijken een heel aantal punten in het verhaal me nogal wankel.

Het stuk begint met de voorspellingen van het Centraal Planbureau. Volgens die voorspellingen gaat het met de economie en de overheidsfinanciën helemaal mis. De economie zou dit jaar 3,5 procent krimpen. Het overheidstekort zou in 2010 oplopen tot 5,5 procent.

Nu wil het toeval dat ditzelfde Planbureau kort daarvoor nog een groei van de economie voorspelde. Ik zou als leek dan geneigd zijn te denken dat voorspellen moeilijk is en dat het de economen kennelijk nog niet erg lukt. Ik kan me voorstellen dat je er een paar procent naast zit. Je verwachtte 3% groei en het werd 2,5%. In die orde van grootte. Maar dat zonder duidelijke redenen een eerdere voorspelling zo maar vervangen wordt door een totaal andere, zou bij mij als leek toch enige vragen oproepen.

Gelukkig niet bij onze vijf hoogleraren economie. Het Planbureau heeft gesproken en dus is het zo. Waarom eigenlijk? Wat maakt de voorspellingen van het Planbureau nu opeens zo onfeilbaar, terwijl ze eerder dit jaar nog zo feilbaar bleken? Een lastige vraag die je natuurlijk als leek niet behoort te stellen.

Vervolgens worden in het stuk een aantal politieke partijen gehekeld wegens hun domme standpunten. Om precies te zijn, gaat het om twee partijen: de SP en de VVD. Sommige van de hoogleraren behoren tot de PvdA en verder nog iemand tot het CDA en over die twee partijen lees ik geen onvertogen woord. Dat zijn 'toevallig' partijen met gezonde standpunten.

Dan komt de belangrijkste boodschap van het artikel: bekvechten over stimuleren versus saneren is zinloos. Stimuleren moet. Saneren moet ook.

Met 'stimuleren' van de economie bedoelen we normaal dat de overheid of de belastingen verlaagt of geld uitgeeft (dat ze niet heeft en dus moet lenen). Door beide acties neemt de productie van de economie in eerste instantie toe. Met 'saneren' wordt bedoeld dat men de overheidsfinanciën gezond wil maken. Dus dat het begrotingstekort kleiner wordt gemaakt. Als leek merk ik dat allemaal maar even op, want ik kan me voorstellen dat niet iedere krantenlezer dat helemaal paraat heeft.

Als leek zou ik dan denken, dat als je geld uitgeeft dat je niet hebt, je begrotingstekort toeneemt. Hetzelfde gebeurt, wanneer je de belastingen verlaagt, maar je de uitgaven gelijk laat. Wanneer je dus stimuleert, saneer je niet. Simpel, die twee zijn strijdig. Nee, zeggen deze economische wonderkinderen, zo was het vroeger misschien, maar in de nieuwe economie gelden nieuwe regels en kun je tegelijkertijd stimuleren en saneren. Het klinkt als Amerikaans hypotheekpapier.

Het is natuurlijk een mooi verhaal om mee te komen, maar waar is de evidentie? Waar is het feitenmateriaal? Men stelt het doodleuk, maar men onderbouwt niets. Het is een prachtig klinkend verhaal. We moeten stimuleren, maar we moeten ook saneren. Iedereen gelukkig. Maar het een is natuurlijk strijdig met het ander.

Vervolgens komt men met de stelling: 'Een krimp van 3,5 procent betekent dat stimuleren moet. 'Hup, gewoon stellen!' Geen enkele onderbouwing. Waar is het onderzoek? Is er een model van de economie dat men heeft doorgerekend? Nee, niet nodig. Deze hoogleraren stellen dat, dus is het zo.

Het is natuurlijk heel beroerd als de economie krimpt. Maar waarom zou je dan als overheid altijd extra geld moeten uitgeven? Dit is kennelijk een nieuwe economische wet die nog even aangetoond moet worden. Nederland heeft weer een Nobelprijs in het verschiet.

Wat ik wel uit mijn inleidende economie-boekjes geleerd heb, is dat bij deflatie het belangrijk is om meer geld in omloop te brengen. Van deflatie is echter voorlopig nog geen sprake en gezien het enthousiasme waarmee regeringen geld uitgeven, is dat ook uitermate onwaarschijnlijk. Kennelijk verwart men deflatie met economische krimp. Ach ja, het lijkt ook op elkaar.

Goed, laten we de hoogleraren op hun woord geloven: er moet gestimuleerd worden. Hoe moet er dan gestimuleerd? Door de belastingen te verlagen of door de uitgaven te vergroten? De hoogleraren stellen gemakshalve deze fundamentele vraag niet.

Als je de economie echt wilt aanjagen, moet je de belastingen verlagen. De multiplier van 'uitgaven' die je doet via belastingverlaging is belangrijk groter dan 1. Als je dus een miljoen uitgeeft aan belasting-verlaging is de totale toename van de economische productie meer dan een miljoen.

Als je de economie aanjaagt door extra geld uit te geven als overheid, zit je met een multiplier van kleiner dan 1. Met je miljoen extra uitgaven, bereik je dat de productie minder dan een miljoen stijgt. Dat schiet dus niet op.

Dat komt omdat belastingen werken als een rem op de economie. Op de langere termijn kom je dus steeds verder in de problemen. Want je produceert minder, maar je moet steeds meer rente en aflossing betalen.

Bij ongewijzigd beleid stijgen de uitgaven van de overheid aan uitkeringen en dalen de inkomsten via de belastingen. Als je dus helemaal niets wijzigt, gaat de overheid automatisch al stimuleren. Maar daardoor raakt haar huishoudboekje wel behoorlijk uit balans. De overheid krijgt een steeds groter tekort.

Wat is nu de oplossing van deze vijf economische 'wijzen': doe eerst niets en verhoog dan later de belastingen. Zo duidelijk schrijven ze het niet op, maar daar komt het wel op neer. Schuif de kosten dus door naar de toekomst. Leen het geld dat je nodig hebt en probeer het later weer af te lossen.

Mogelijkheden om de belastingen te verhogen, zien onze vijf topeconomen bijna overal.
1. Ouderen kunnen later met pensioen. Dat scheelt in de kosten van de AOW.
2. Ouderen kunnen ook AOW-premie betalen. Dat levert behoorlijk wat extra belastingcenten op.
3. De aanrecht-subsidie kan geleidelijk aan afgeschaft worden.
4. De hypotheekrente-aftrek kan geleidelijk aan afgeschaft worden.
5. De salarissen en uitkeringen moeten bevroren worden.

Wat is het resultaat van dit soort maatregelen, vraag ik me af. De vijf topeconomen vragen zich dat niet af. Dit is het juiste recept. Ze weten het zeker. Geen gezanik over hoe het uitwerkt!

De economische crisis is vooral een vertrouwenscrisis, heb ik van economen begrepen. Banken vertrouwen elkaar niet meer. Mensen vertrouwen de toekomst niet meer. Ze zijn hun beleggingen voor een deel kwijt. Ze raken mogelijk hun baan kwijt. Ze raken hun pensioen gedeeltelijk kwijt. En dan ga je ze vertellen dat ze in de toekomst er vooral niets bij moeten krijgen, maar dat ze wel belangrijk meer moeten betalen aan belastingen. Dat komt op mij niet echt vertrouwenwekkend over.

Tenslotte moeten onze politici niet langer moeilijk doen, maar dit 'onomkeerbaar' vastleggen, vinden de vijf hoogleraren. Hoe stellen ze zich dat eigenlijk voor? Sinds wanneer kun je toekomstige politici vastpinnen op de besluiten van de huidige politici? Het is alsof je een slecht jongensboek leest.

Een economisch model hebben ze niet. Onderzoek vinden ze overbodig. Van multipliers kleiner dan één en groter dan één lijken ze nog nooit gehoord te hebben. En ondertussen weten ze het allemaal absoluut zeker. Kortom: economische babbelpraat.