maandag, januari 22, 2007


Testosteron onzin


Wetenschap blijft lastig voor de moderne mens. Aan de ene kant willen we graag een mooi en leuk verhaal en aan de andere kant.... Tja, wat willen wij eigenlijk aan de andere kant? Misschien dat dat leuke verhaal ook nog klopt?

NRC Handelsblad kwam zaterdag, 20/01/2007, met een bijlage Academische Jaarprijs 2006/2007. "Hoogwaardig onderzoek uitwerken in een plan om nieuwe kennis bekend te maken buiten academische kring -- dat is, samengevat, de kern van de jaarprijs." Aldus de hoofdredacteur van NRC Handelsblad, Birgit Donker, op pagina 3 van de bijlage.

Wel, dat lijkt me nog niet zo gemakkelijk. Om te beginnen: hoe bepaal je of dat onderzoek hoogwaardig is? Marinus Veltman en Gerard 't Hooft moesten een kleine eeuwigheid op hun Nobelprijs voor het Standaardmodel wachten, dus zo simpel is dat kennelijk allemaal niet. Maar waarom zou die kennis buiten de kring van onderzoekers beslist bekend moet worden? Is dat zinvol als het om zulke specifieke kennis gaat als b.v. bij het Standaardmodel?

Maar vervolgens wordt het nog erger. Op p. 7 wordt in de inzending van de Erasmus Universiteit (Sexy chromosomen) over verschillen tussen het X en het Y chromosoom (en man-vrouw verschillen dus): "De aan- of afwezigheid van (de werking van) testosteron, in de foetus en ook later in de ontwikkeling, is in belangrijke mate bepalend of iemand zich man of vrouw voelt." Leuk bedacht, je kunt de stelling op populaire fora ook regelmatig horen verkondigen, maar voorlopig wetenschappelijk volstrekt niet onderbouwd. Sterker nog: het beschikbare onderzoek laat geen verband zien tussen deze 2 zaken. In mijn travestie-notities (zie: hier) ben ik onlangs dieper op dit punt ingegaan.

Misschien moeten we eerst maar eens een prijs instellen om wetenschappelijke kennis bekend te krijgen bij de wetenschappers die op het desbetreffende vakgebied opereren en het grote publiek nog even met rust laten.


vrijdag, januari 19, 2007


Opgeleukt wetenschapsnieuws


In NRC Handelsblad verscheen vandaag (18/01/2007) op de wetenschapspagina (p. 8) een kort artikeltje dat mijn belangstelling trok. Bij nadere lezing riep het artikeltje meer vragen op dan antwoorden. Ik laat hier het artikeltje volgen.


---------------------------
Kwartel leert te kicken op badstof

Door onze redactie wetenschap
Rotterdam, 18 jan. Seksueel fetisjisme geeft kwartelmannetjes een voordeel bij de voortplanting. Mannelijke kwartels werden seksueel geconditioneerd door hen bij elke gelegenheid tot copulatie een badstoffen object aan te bieden. Ongeveer de helft van de kwartels ging daarna inderdaad copuleren met het badstoffen object. Toen zij vervolgens opnieuw in contact werden gebracht met kwartelvrouwtjes, waarbij het badstoffen object aanwezig was, waren zij zoals verwacht afgeleid. Ze brachten dus de copulatie minder efficiënt tot stand. Maar deze copulaties leidden wél tot meer bevruchte eieren dan bij 'gewone' kwartelmannetjes. De Turkse en Amerikaanse onderzoekers geven in de laatst verschenen Journal of Comparative Psychology (november), twee verklaringen: beter sperma door grotere opwinding, òf ander gedrag bij het vrouwtje in reactie op het minder agressieve mannetje.
----------------------------

Wel, dat is allemaal nog al wat. Seksueel fetisjisme dat evolutionair voordelig zou zijn. Kwartelmannetjes die het kunnen doen, maar dan de voorkeur geven aan een badstof slipper (?) en dat allemaal spontaan door alleen maar dat badstof geval aan te bieden. Of die kwartelmannetjes zijn behoorlijk ontregeld of die kwartelvrouwtjes zijn niet de gemakkelijksten, zou je denken. Maar vervolgens doen ze het weer wel met een kwartelvrouwtje terwijl dat helemaal niet hoeft, want het badstofgeval is nog steeds beschikbaar. En dan ook nog meer nakomelingen! Kortom, wel heel bijzonder onderzoek. Daarom het Journal of Comparative Psychology van november maar eens opgezocht.

Eerst vraag ik me nog vertwijfeld af: "Maar dit artikel gaat toch over iets totaal anders? Dit kan het niet zijn!" Opnieuw alles doornemen. Nee, dit is echt het bedoelde artikel. Dat o zo bijzondere onderzoek uit het oersaaie Journal of Comparative Psychology. Ik laat hier de samenvatting van het artikel volgen.


---------------------------
Effects of Enclosure Size on Sexual Behavior of Japanese Quail (Coturnix japonica). Pages 433-437
Bennett G. Galef, Jr., Sarah J. Watkins and Parastoo Salehi


The authors determined whether results of experiments on copulatory and affiliative behavior of pairs of Japanese quail (Coturnix japonica) conducted in a closely confining apparatus would predict behavior in a large enclosure in which female quail could avoid contact with male quail. As found previously in studies of closely confined quail, in a large enclosure containing numerous barriers, both unmated female quail and mated female quail laying unfertilized eggs were more likely to remain near a confined male quail than were mated female quail laying fertilized eggs. Furthermore, the number of copulations that a pair engaged in when closely confined predicted the number of copulations that they engaged in when they were in the large enclosure. Patterns of affiliation and of mating in a confining laboratory apparatus thus predicted behavior in a larger enclosure that provided female quail with opportunity to avoid contact with male quail.
--------------------------

De auteurs wilden weten of het paargedrag van Japans kwartels in een kleine kooi een goeie voorspeller was van het paargedrag in een grote kooi waar het vrouwtje gemakkelijk aan het mannetjes kon ontkomen. En hun onderzoek bevestigt dat. Maar niets dus over de evolutionaire voordelen van fetisjisme.

Hoe ik er ook op studeer: ik kan weinig overeenkomsten ontdekken. Kennelijk zijn al die opwindende uitkomsten per ongeluk in de samenvatting volledig vergeten. Sterker nog: de vraagstelling van het onderzoek was een totaal andere dan de NRC Handelsblad redacteur suggereert.

In een tijd dat er nog geen Internet bestond, konden dat soort journalistieke "grapjes" misschien vaak zonder op te vallen. Helaas voor de krant, maar gelukkig voor de lezer zijn die tijden voorbij. Maar kwalijk blijft het.


dinsdag, januari 16, 2007


Beste Nederlandse nieuwsfoto? II


De strekking van mijn vorige notitie was dat de paardenfoto meer een illustratie-foto was dan een nieuws-foto die het verhaal in beeld brengt. Hier vond ik vandaag nog meer commentaar op de keuze van de jury.


woensdag, januari 10, 2007


Beste Nederlandse nieuwsfoto?




"Laurens Aaij wint Zilveren Camera met paardenfoto" kopte NRC Handelsblad op maandag 8 januari 2007 op de voorpagina onder deze foto. De Zilveren Camera 2006 is de prijs voor de beste Nederlandse nieuwsfoto uit 2006.

Volgens het juryrapport is de foto van Aaij een "icoon voor hedendaagse helden," dankzij het witte paard dat "fier overeind te midden van modderige ellende" de hoop symboliseert.

Als bruin paard heb je pech. Je staat ook met je poten in de modder, maar je bent geen held en niet fier. Je dient alleen voor het onderscheid en de achtergrond.

Ik vind het een prachtige foto. Als iemand die in een ver verleden langdurig verliefd is geweest op de mode- en reclamefotografie ben ik dol op mooie plaatjes. En dit is er één.

Toch is er iets vreemds. Bij mode- en reclamefoto's draait alles om het mooie plaatje. Een bikini fotografeer je het liefste op een mooi model in de sneeuw. Niet echt de plaats en tijd om een bikini te dragen, maar het geeft een verrassend effect.

Paul Huf liet bij een studio-opname ooit een model een tijdlang in een onmogelijke knik staan. Ze merkte tenslotte op dat het een volstrekt onnatuurlijke en onmogelijke houding was. Paul reageerde met: Dat kan wel zijn, maar op het matglas zie je daar niets van en ziet het er prachtig uit.

Richard Avedon maakte ooit een opname van een avondjurk terwijl het model voor 2 olifanten poseerde. Niet het decor waarin je normaal een avondjurk draagt, maar wel een prachtig plaatje en door die achtergrond extra effectief. Bij modefoto's telt dus alleen dat mooie plaatje. Dat wil zeggen: het plaatje moet een bepaald idee van chique, elegant, sexy, duur, shocking, etc. overbrengen.



Mode- en reclamefotografen hebben of hadden altijd een soort conflict met nieuwsfotografen. Modefoto's zijn mooie plaatjes, maar in wezen zijn ze ook volstrekt onbenullig. Ze zijn niet realistisch en niet informatief. Ze communiceren emotie; ze roepen een gevoel op. Bij nieuwsfoto's ligt of lag dat anders. Nieuwsfoto's laten nieuws zien. En dat betekent dat ze niet in scene zijn gezet en dat ze dat ene rauwe moment vastleggen zoals het gebeurde. Mode- en reclamefotografen vonden nieuwsfoto's dan meestal ook niet om aan te zien. Ze waren misschien realistisch, maar niet mooi. Omgekeerd begrepen fotojournalisten niets van mode- en reclamefotografen. Onbenullige plaatjes zonder informatie- en actualiteitswaarde.

Een beroemde nieuwsfoto is die gemaakt door Joe Rosenthal van het planten van de Amerikaanse vlag bij de verovering van Mount Suribachi op Iwo Jima in Wereldoorlog II. Die foto legt niet alleen een historisch moment vast, de foto communiceert ook iets van de pijn en ellende die de verovering gekost heeft. Na 4 dagen vechten om Mount Suribachi heeft Easy Company 40% van haar mensen verloren. Op 23 februari 1945 slagen Hank Hansen, Boots Thomas, John Bradley, Phil Ward, Jim Michaels en Chuck Lindberg erin de top te bereiken.



Het bijzondere van deze beroemde nieuwsfoto is dat hij in scene is gezet. In werkelijkheid was de vlag al geplant en moest het voor de foto opnieuw gebeuren. Aan de foto doet dat verder niet echt afbreuk. De foto vat het verhaal kernachtig samen in één beeld: strijd en overwinning.

Maar nu de paardenfoto. Wat communiceert die? De jury heeft het over 'helden' en 'modderige ellende'. Maar dat is het verhaal bij de foto. De foto zelf brengt dat verhaal niet in beeld, laat dat niet zien. Het is een mooi plaatje, maar ook niet meer dan dat. Het is geen nieuwsfoto, maar een foto bij het nieuws. Een foto die onze aandacht moet vangen, zodat we het artikeltje gaan lezen. Niet een foto die het nieuws vangt in een beeld.

Kidsweek kwam er door lezertjes-onderzoek achter dat berichtjes zonder plaatje niet werden gelezen door de kids. Pas als er een plaatje bij staat, word de aandacht gewekt en het bericht gelezen. Daarom plaatst men nu een plaatje bij ieder bericht. (Of men het nog steeds doet, heb ik niet gecheckt.) De paardenfoto vervulde kennelijk die functie. Een mooie illustratie voor het verhaaltje.

Maar er is meer. Als ik NRC Handelsblad doorneem, en dat geldt ook voor de meeste andere kranten, zie ik soms forse foto's staan bij de artikelen. Te fors om alleen maar de nieuwsgierigheid te prikkelen. Het mooie plaatje is een deel van de fun geworden. Zo brengt NRC Handelsblad de winnende foto van Aaij niet bepaald klein. Het mooie van het plaatje is reden het groot te brengen en dat het de eerste prijs won is een prachtige aanleiding maar niet de echte reden om het zo groot te plaatsen.

Ik zal niet zeggen dat ik dat verkeerd vind. Waarom zou een krant de inhoud niet mogen verlevendigen met leuke plaatjes? Het bijzondere is alleen dat we nu gaan denken dat die mooie plaatjes nieuwsfoto's zijn omdat ze in de krant staan.

Maar misschien ben ik wel wat ouderwets. De eerste modefoto's lieten pijnlijk nauwkeurig de nieuwe japon zien. Het waren foto's waarop je kon zien, hoe de mode (zoals die door Parijs gedicteerd werd) moest worden. Vandaag de dag kunnen we ons dat amper nog voorstellen. Modefoto's zijn suggestief, grafisch, mooi, flitsend, maar hoe de kleren precies zijn, kun je vaak amper zien. Misschien is dat de toekomst van de nieuwsfoto en de krant: prachtige, flitsende, ontroerende, suggestieve, pakkende grootformaat foto's met een minimum aan tekst. "Prachtige foto, maar waar ging het ook al weer over?"



vrijdag, januari 05, 2007


Oplagecijfers kranten: diepe dalen en hoge toppen


De oplagecijfers van de Nederlandse kranten voor het derde kwartaal 2006 zijn deze week gepubliceerd door Cebuco (zie hier). In feite is het behoorlijk kommer en kwel wanneer je de cijfers vergelijkt met die van een jaar daarvoor (derde kwartaal 2005). De meeste kranten zijn een 3 of 4 procent in oplage gezakt. Alleen het Parool en Trouw wist een minimaal winstje van nog geen procent te boeken. (Het Financiële Dagblad met een winst van maar liefst 3,2% laat ik gemakshalve even buiten beschouwing.) NRC Handelsblad liep ruim 5% terug. De Volkskrant verloor 3,4%.

De verliezen van de reguliere dagbladen werden echter voor een groot deel opgevangen door de gratis kranten Metro en Spits. Zij stegen respectievelijk 15 en 11 procent. Verder is de gedaalde oplage van de NRC royaal gecompenseerd door het succes van NRC Next.

Duidelijk lijkt wel dat de grote krant, die eigenlijk alleen goed gelezen kan worden op een royale tafel, haar langste tijd gehad heeft. Het tabloidformaat wordt door de lezers kennelijk sterk gewaardeerd.

Een ander punt dat redelijk duidelijk lijkt, is dat de lezer niet zit te wachten op een dikke krant. Dit blijkt uit het succes van de gratis kranten en uit het succes van NRC Next. Uit de Cebuco-site blijkt ook dat lezers gemiddeld slechts een 35 minuten aan een krant besteden.

Kortom, de lezers willen kennelijk een qua formaat kleine en niet al te dikke krant. Maar het blijft natuurlijk wat vreemd, dat kranten daar via oplagecijfers tenslotte achter moeten komen.


maandag, januari 01, 2007


Domme alcoholcampagne


In NRC Handelsblad (15/12/06, p. 3) las ik Ouders moeten drank durven verbieden. Een artikel van Juliette Vasterman over de nieuwe alcoholcampagne van Stiva (Stichting Verantwoord Alcoholgebruik). Deze campagne is op ouders met opgroeiende kinderen gericht omdat alcohol bij kinderen schadelijker is en omdat kinderen veel te veel drinken. Tot zover zijn we het helemaal eens.

In het NRC Handelsblad artikel gaat het er nogal wild aan toe. Een tiener slaat een liter Bacardi en een halve fles Malibu achterover. Kinderen die met alcoholvergiftiging het ziekenhuis in gaan. Het zal ongetwijfeld in een land met 16 miljoen inwoners gebeuren.

Maar dan komt het. De directeur van STAP (Stichting Alcoholpreventie), Wim van Dalen, weet het heel zeker. "Je moet [als ouder] alcohol verbieden. Al dat onderhandelen werkt niet, dat blijkt wel." De kinderen moeten in een alcoholvrije omgeving komen te leven. De website van de campagne bevestigt inderdaad dat extreme standpunt (verbieden van alcohol). Zie hier. Stel het drinken van uw kind zo lang mogelijk uit. In ieder geval tot ze 16 jaar zijn.

Ik zie het al voor me die alcoholvrije omgeving. Mijn dochter gaat van nu af aan naar een universiteit zonder drank. Zonder kroegen in de buurt. Zonder supermarkten met wijn. Klein probleem: waar vind ik die utopische drankvrije omgeving? Niet in Nederland, dat is zeker. Ander probleempje: laat het kleine meisje zich nog wel sturen? En dan op zo'n manier. "Luister eens even, meid! Van nu af aan is alcohol voor jou er niet meer bij! Punt uit! Ik wil het niet langer hebben!" Zelfs de meest aangepaste trut zou op zo'n manier nog gaan steigeren en zich voortaan ladderzat drinken. Gelukkig heb ik op dit punt niets te klagen, maar dat komt dus niet door dat idiote advies van Wim van Dalen.

Je kunt tegenwerpen dat een dochter die naar de universiteit gaat, al een leeftijd bereikt heeft dat ze zelf haar beslissingen moet nemen. Natuurlijk is dat zo, maar als ouder probeer je het wel zo in te richten dat ze op die leeftijd vooral de goede beslissingen neemt. En dat bereik je dus niet door domweg alcohol te verbieden als ze wat jonger is.

Ook voor de jongere dochter en de jongere zoon geldt precies hetzelfde. Wat communiceer ik, als ik alcohol verbied terwijl het in hun sociale omgeving wel volop wordt gedronken? Dat ik volstrekt wereldvreemd ben? Dat het iets is dat grote mensen erg lekker vinden, maar dat zij lekker nog niet mogen gebruiken? En hoe word ik dan geacht zo'n verbod te handhaven? Moet ik ze 24 uur per dag volgen alsof het gevaarlijke criminelen zijn? En stel dat ze zich niets van mijn ouderlijke verbod aantrekken. Wat moet ik dan doen? Ze gaan slaan of ze opsluiten? Allemaal middelen die je als ouder tegenwoordig maar beter niet meer kunt gebruiken (maar die de overheid in haar strijd tegen lastig opvoedbare kinderen op grote schaal meent te moeten hanteren; zie hier).

Als ouder weet ik al heel lang: je moet nooit iets verbieden. Verbieden is uitdagen om het toch te doen. Op een grotere schaal hebben we ook de drooglegging in Amerika gehad. Nog nooit was het zo spannend een borrel te drinken. Dus mijn idee is: waarom zou je dat verbieden. Ben je wel goed bij je hoofd? Wat voor een ellende probeer je over jezelf en je kinderen af te roepen?

Laten we dus zeggen dat niet iedereen op voorhand overtuigd is van de pedagogische wijsheid van Wim van Dalen. Misschien is de man als alcohol-directeur wel niet eens pedagoog. Welk onderzoek heeft Wim dus om zich op te baseren? Ik zou dat graag willen weten, want het lijkt me allemaal bij elkaar geraapte flauwekul.

Op die voor de hand liggende vraag heb ik tot nu toe in de dure mediacampagne nog helemaal geen overtuigend en duidelijk antwoord kunnen vinden. Kortom: hier staat iemand met veel energie iets te roepen waarvan helemaal niet aangetoond is dat het echt zo is.

We hebben nog meer aanwijzingen dat het verbieden van alcohol aan jongeren helemaal niet goed uitpakt. In Amerika bestaat een sterke cultuur dat kinderen niet alcohol mogen drinken. Het resultaat is het zogenaamde binge drinking, waarbij ze zich ladderzat (of erger) gaan bedrinken zodra ze mogen drinken. Op zich heel logisch. Iets verbied je volledig, maar ondertussen doe je het zelf wel. Met ander woorden: het is heel fijn, maar jij mag dat lekker nog niet. Tegelijk hebben ze ook niet de kans voorzichtig met alcohol te experimenteren. Ze leren dus ook niet wat wel en wat niet kan.

Ik denk dat alcohol gevaarlijk spul is, maar het is ook spul dat we op grote schaal nuttigen. Als ouder moet je daarom je kind al jong leren dat het gevaarlijk spul is en dat je er voorzichtig mee om moet gaan. Maar dat leer je ze dus niet door alcohol te verbieden.

Valt uit deze domme alcoholcampagne een (communicatiekundige) les te leren? Ik denk het wel. De inhoud moet kloppen. Wat je beweert, moet juist zijn. De boodschap moet waar zijn, d.w.z. in overeenstemming met de feiten. Het is een simpele les, het is een oude les, en het is een les die in de tegenwoordige tijd erg moeilijk schijnt te zijn. En juist de mensen die door hun vak vaak erg focussen op de vorm en op hoe het zal overkomen, hebben vaak problemen met die o zo belangrijke inhoud. Het zijn allemaal kleine Bushjes: grote 'communicators' die er op termijn een gigantische zooi van maken.