woensdag, juli 12, 2006


Terreur als stereotype


In NRC Handelsblad van gisteren (11/06/2006, p. 5) staat een stukje van Tom-Jan Meeus getiteld: In de VS is elke ontploffing nog steeds 'breaking news'.

In New York vond maandagochtend een gasexplosie plaats. Een pand vloog de lucht in vermoedelijk tengevolge van een mislukte zelfmoordpoging. 'Maar dat was allemaal bijzaak. New York was opnieuw aan 11 september ontsnapt -- dat was gisteren het verhaal. "Het zit in ons hoofd," zei Guthrie. "Wij horen de klap, zien de vlammen en denken: the boys are back in town. ... En nu vraag ik me af: wat gebeurt er met mij als Osama echt komt."'

"Het is een vraag voor heel Amerika. '9/11' is nu bijna vijf jaar geleden. In de meeste delen van de wereld -- Madrid, Istanbul, Amman en Bali -- zijn sindsdien aanslagen door extremistische moslims gepleegd. Niet in de VS. Het land dat de meeste mensen en middelen uittrekt in de mondiale strijd tegen het moslimextremisme, dat omstreden oorlogen in Afghanistan en Irak begon ter voorkoming van nieuwe aanslagen, dat wereldwijd onder vuur ligt wegens de behandeling van terreurverdachten -- dat land is weliswaar verschoond gebleven van nieuwe aanslagen, maar vreest als geen ander er het slachtoffer van te worden. Het schept een hypergevoelig maatschappelijk klimaat. Elke ontploffing in Boston of Kansas is breaking news -- aanslag? En wie denkt dat de bevolking na 5 jaar verveeld raakt van deze non-gebeurtenissen vergist zich: geen politicus -- conservatief of progressief -- kan het zich in het moderne Amerika permitteren weak on terror te zijn. Anders gezegd: beide partijen zijn ervan overtuigd dat de harde hand een voorwaarde is om de verkiezingen te winnen. Amerikaanse media volgen de sentimenten van het publiek..."

"En zo groeide ook de kleine ontregeling van upscale Manhattan gisteren uit tot een nationale gebeurtenis. De derde in twee weken."


commentaar

Dit bericht staat niet op zichzelf. Ook b.v. President Bush gaf aan dat sinds 9/11 Amerikanen zichzelf beschouwen als zijnde in oorlog. Strikt genomen hebben ze daar na Afghanistan en Irak natuurlijk ook gelijk in.

Wat er sinds '9/11' in Amerika gebeurd is, is dat zich een nieuw stereotype gevormd heeft. Stereotypen worden vaak gekoppeld aan etnische groepen als negers, Marokkanen, Friezen, Belgen. Dat kan, maar dat hoeft niet. De oorspronkelijke betekenis van 'stereotype' was een vraag waar vrijwel iedereen hetzelfde antwoord op gaf. Iedereen of vrijwel iedereen in de desbetreffende cultuur of samenleving geeft hetzelfde antwoord.

Zo gaven Nederlanders als je vroeg naar mei 1940 bijna altijd aan dat de Nederlandse troepen heldhaftig gestreden hadden tegen de Duitse overmacht. Je leerde dat ook op school. Daar was geen twijfel over mogelijk. Pas veel later hoorde ik van militaire historici dat sommige Nederlandse troepen inderdaad verwoed gestreden hadden, maar dat dat toch echt grote uitzonderingen waren geweest. En verder was er van een Duitse overmacht amper sprake.

1. Een stereotype laat zich eenvoudig vaststellen door te vragen. Pas wanneer de vraag door het overgrote deel op dezelfde manier beantwoord wordt, is er echt sprake van een stereotype. Er zijn natuurlijk allemaal diepzinnige omschrijvingen van stereotype in omloop, maar als onderzoeker heb je daar niet altijd houvast aan, omdat je een operationele definitie nodig hebt. En die hebben we hier op deze manier.

Dat een hele groep mensen een vraag op dezelfde manier beantwoordt, vereist nog al wat. Want mensen hebben de hinderlijke gewoonte bijna altijd volstrekt uiteenlopende antwoorden te geven.

2. Een stereotype wordt dus geleerd. De sociale en culturele omgeving leert haar leden dat stereotype. Ze doet dat in beginsel op 2 manieren. Ten eerste wordt je verteld hoe het zit. 'Ondanks heldhaftig verzet van de zwakke Nederlandse troepen tegenover de overmacht aan Duitse troepen...,' lees je in de boekjes. Ten tweede wordt het je niet in dank afgenomen als je het stereotype niet uitdraagt of zelfs bestrijdt. Je bent eigenwijs. Je weet het niet goed. Je hebt het niet goed geleerd. Erger nog als je je niet gewonnen, geeft: Je bent afwijkend, vreemd, want je houdt er een afwijkend standpunt op na.

3. Uit dit voorbeeld zie we ook, dat er meestal geen sprake van is, dat we een stereotype door eigen observatie leren. Mensen denken dat, omdat ze eerst het stereotype gehoord en geleerd hebben en daarna beelden krijgen te zien die het stereotype versterken. Ze zien in de beelden het stereotype bevestigd.

4. Het stereotype stuurt de interpretatie van nieuwe informatie. De nieuwe informatie wordt zo geinterpreteerd dat het stereotype in stand blijft. Het stereotype is heilig, niet de nieuwe informatie, die wordt gewoon anders geinterpreteerd.

Zo is er uit Wereldoorlog II een prachtige foto waarin je, ik dacht, St Paul's Cathedral ziet door de rookwolken van een nachtelijk bombardement heen. Deze foto werd door zowel de Britten als de Duitsers gebruikt als propagandamateriaal. De Britten interpreteerden de foto als een bewijs van hun onverzettelijkheid. Ondanks de bommen bleef St Pauls staan. De Duitsters interpreteerden het als een bewijs voor hoe London er door de Luftwaffe van langs kreeg. Dezelfde informatie werd door beide zijden totaal verschillend geïnterpreteerd.

5. Een volgend punt: een stereotype is vaak niet waar en soms ook niet nuttig. Aan de andere kant: er zijn vermoedelijk genoeg stereotypen die wel waar zijn of nuttig zijn. B.v. dat je niet mag stelen.

6. Het stereotype stuurt het handelen. Dat Amerika nu in 2 landen in oorlog is, is vermoedelijk grotendeels te danken aan het stereotype van de terreur.

Hoe groot de invloed van zo'n stereotype kan zijn, zie we ook in Nederland. Ook hier tracht men het stereotype van de terreur te vestigen. We moeten bang zijn voor terreur. Terreur kan voortdurend toeslaan, etc. Voor de meer dan 5000 overbodige ziekenhuisdoden door medische fouten hoeven we ons niet druk te maken, want dat is geen terreur. Dat zijn gewoon.... foutjes. Maar omdat het stereotype van de terreur reeds behoorlijk gevestigd is, past men wetten aan zodat het individu steeds minder rechten overhoudt. Verder zie je dat er grote bedragen uitgetrokken worden tegen de 'strijd' tegen de terreur. En je ziet dat Nederland inmiddels ook al dapper aan de oorlog van de Amerikanen meedoet.

7. Dat zo'n stereotype zo snel ingang kan vinden, is alleen begrijpelijk uit de invloed van de massamedia. Vooral televisie lijkt een grote boosdoener. Ook het stukje uit NRC Handelsblad lijkt daarnaar te verwijzen. Het probleem met televisie is dat het een heel indringend medium is. Je ziet de vliegtuigen de toren in vliegen. Je ziet het bloed en de dode lichamen. Je denkt het zelf te zien. Ondertussen zijn de beelden zwaar voorgeselecteerd. Verder laat t.v. geen tijd voor reflectie. Voordat je kunt nadenken, komen er alweer nieuwe beelden. Vroeger waren er dan allerhande clubjes waarin het nieuws en de politiek besproken werden. Maar door de opkomst van de t.v. zitten mensen meer te kijken en is het verenigingsleven op dit punt sterk afgenomen of zelfs helemaal verdwenen.