woensdag, december 26, 2007


Vrouw en Seks: 15. De ex was mooier


Shere Hite behandelt op 16 december 2007 (NRC Handelsblad, Zaterdag &cetera, p. 23, De ex is perfect) het probleem van een partner die tegen zijn vrouw/vriendin zegt dat de borsten van zijn ex mooier en groter waren. Hoe moet je als vrouw met zo'n opmerking omgaan?

Het merkwaardige van de columns van Shere Hite is voor mijn idee dat ze soms akelig vaag zijn. Je hebt soms het idee dat ze amper weet, waar ze over praat. Maar sommige columns zijn dat niet. Die gaan dan over een akelig praktisch en concreet probleem. Dit is zo'n column. Verder zit je je voortdurend af te vragen of er nu echt een brief van een lezer is geweest of dat het probleem door bijvoorbeeld Hite zelf geformuleerd is. Die zogenaamde brieven van lezers komen namelijk meestal nogal vaag in beeld in plaats van dat ze letterlijk geciteerd worden. Maar goed, terug naar het praktische probleem van die week.

Wat zegt Hite hierover? Hite zegt dat het heel onbeleefd is van de man. Dat het voor een vrouw vreselijk is om zoiets te horen 'in al haar naaktheid'. 'Elke vrouw moet zelf beslissen hoe ze hiermee omgaat. Of ze boos wordt en hem dat laat merken, of dat ze hem duidelijk maakt wat zij prettig vindt. Of dat ze probeert aantrekkelijker voor hem te zijn door mooie lingerie aan te trekken. (...) Je kunt natuurlijk het praten staken en zeggen dat je vooral opgewonden raakt van zoenen, en niet van praten. Je kan beginnen met zoenen, voelen, omhelzen. Als je partner een man is, kun je zijn penis strelen, dat heeft zeker het gewenste resultaat. (...) Hoe begripvol moet je zijn? Wat mij betreft houdt het begrip op zodra het je eigen identiteit en je wezen begint te beïnvloeden en als het je plezier in seks bederft. Als dat gebeurt, zul je je toch moeten uitspreken en zoiets zeggen als: "Trouwens, wist je dat ik het heel fijn vind om..." En beweeg je lichaam dan op de manier die jij prettig vindt. Op die manier kun je op een goede manier van onderwerp veranderen.'

Wat zeg ik als man en als psycholoog over dit lastige probleem? Hoe je het ook draait of keert, zo'n opmerking is behoorlijk lullig. Wat je als vrouw dus in ieder geval NIET moet doen, is daarna met zo'n man gaan vrijen. Waar ben je mee bezig? Als jij dit soort lullige opmerkingen uiterst effectief gaat bekrachtigen, probeer je die man van je volstrekt vervelend te maken. Niet doen dus. Als hij denkt dat zijn ex veel aantrekkelijker is, lijkt de oplossing simpel. Laat hem snel terug gaan naar zijn perfecte ex voor het echte genieten. Wat heeft hij dan bij jou te zoeken?

Het kan zijn dat de opmerking wel gemaakt wordt, maar dat je er verder misschien geen kwade bedoeling achter hoeft te zoeken. Je vriend is gewoon sociaal erg onhandig. Het kan ook zijn dat de opmerking wel degelijk bedoeld is om je wat af te katten. In beide gevallen is het onverstandig die opmerking te belonen met vrijen of met seks.

Doe kalm aan. De man wil graag seks. De vrouw kan zichzelf in de meeste gevallen prima redden. Als het goed is, heb jij dus niet die overweldigende seksdrive, maar hij wel. Jij kunt prima wachten, hij niet.

Een volgend punt is dat als de man over zijn ex zit te bazelen, hij niet echt volledig op jou gericht is. Hij is niet echt 100% opgewonden van je, want hij zit ondertussen aan andere dingen te denken. Laat hem een paar dagen wachten tot hij wel voldoende 'lust' heeft opgebouwd. Vrijen met een man die het misschien vlak daarvoor zelf nog heeft gedaan of met iemand anders, is frustrerend en dom. Als vrouw probeer je dan het toetje te zijn, terwijl de man zich net volgepropt heeft met het hoofdmaal. Niets is in dat geval prikkelend genoeg en zeker niet een normale, naakte vrouw. Niet doen dus, want het is een perfect recept om jezelf hopeloos te gaan voelen. Een man moet een en al lust zijn, en als dat het geval is, zit hij echt niet over zijn ex te bazelen.

Een volgend punt is dat je je als vrouw niet te gemakkelijk moet uitkleden. De bedoeling is dat je die man opwindt. Naakte vrouwen zijn lang niet altijd de meest opwindende vrouwen. Kleren verhullen, accentueren, suggereren.

Hite geeft in overweging opwindende lingerie aan te trekken. Wel, in ieder geval niet als reactie op zo'n 'belediging'. Verder kan sommige lingerie zo uitgesproken lelijk zijn, dat een man daar juist op afknapt.

Wel is het voor een vrouw natuurlijk belangrijk om er goed uit te zien, zo lang ze niet een stevige seksuele relatie met de man van haar keuze heeft opgebouwd. Vrijwel alle mannen vallen op mooie, verzorgde, goed uitziende vrouwen. Het gaat dan echt niet in eerste instantie om de lingerie, maar gewoon om het 'plaatje' dat iemand neerzet. En de basis daarvoor is weer heel simpel: schoon, verzorgd en goed gekleed. En goed gekleed betekent lang niet altijd duur gekleed. Ook simpele kleren kunnen prima een goed effect opleveren. Parfums en een te veel aan make-up kan bij mannen verkeerd uitwerken. Ze zien dat vaak als onnatuurlijk en niet aantrekkelijk.

Het probleem met een fraai uiterlijk is echter dat je het niet aan en af kunt zetten. Als vrouw ben je de seksuele prikkel voor je man. Jij bent zijn 'seks-object'. Maar op het moment dat die prikkel voortdurend aanwezig is, verliest ze voor een groot deel haar werking. Wat echter steeds weer nieuw is, is het gedrag. Als vrouw praat je en beweeg je. Dat praten en die lichaamstaal zijn voor een vrouw dus het middel om de man van haar keuze echt te prikkelen. Als 'dood' seks-object komt je niet ver. Met de opmerkingen die je maakt en met die lichaamstaal controleer je de seksuele prikkeling van je mannetje. Een simpele check is te voelen of te kijken of hij een erectie heeft. Door te letten op die erecties, kom je erachter wat hij opwindend vindt en hoe je hem kunt opwinden.

Op het moment dat je besloten hebt dat je seks met je mannetje wilt, moet je niet bij hem aankomen met een vaag verhaal van: 'Trouwens, wist je dat ik het fijn vind om...' Op dat moment moet je weten hoe je hem kunt opwinden en is je enige doel hem te laten klaarkomen. Voor een prostituee is een klant die niet bij haar klaarkomt, een gemiste kans. Zo is het bij jou ook. Toch lukt het, zeker in het begin, echt niet altijd. Maak je in dat geval niet druk. Wind je niet op. Word niet boos. Reken het je man niet aan. Reken het jezelf niet aan. Seks lijkt simpel, maar is het in de praktijk lang niet altijd. Probeer het gewoon een paar dagen later opnieuw en zorg dat je er plezier in krijgt, want het 'werk' dat je doet is toch vaak voor een groot deel de basis van je relatie en voor een belangrijk deel bepaalt het ook, hoe je man je uiteindelijk ziet.


dinsdag, december 25, 2007


Klimaatprobleem als communicatieprobleem


In mijn laatste notitie over het klimaatprobleem op deze blog eindigde ik met: "Het probleem is dus primair een probleem van opvattingen die effectief gecommuniceerd moeten worden."

Ik blijk op dit punt niet de enige te zijn die zo denkt. Stuart D. Jordan schrijft in The Global Warming Debate: Science and Scientists in a Democracy (Skeptical Inquirer, November/December 2007, p. 63-64) het volgende.
... it becomes the duty of the scientist to inform the public and the political establishment of the best science available on the issue, especially when there are others exerting a major effort to suppress consideration of it. A historical example was the effort of the atomic scientists following World War II to inform the public of the unprecedented power and appalling destructiveness of nuclear weapons. A growing number of climate scientists, and others in related fields, are engaging in a similar educational effort today. I believe this effort serves the public well, and that it should continue.


Skeptical Inquirer begaf zich met het publiceren van zijn twee eerdere -- uiterst alarmerende -- overzichtsartikelen op een gebied dat eigenlijk het hare niet was. Immers niet het klimaatonderzoek was dubieus, maar verontrustend was het achterblijven van de publieke opinie. Enkele lezers vonden de informatie zo ongemakkelijk te verteren dat ze hun abonnement opzegden. Weer een andere lezer vindt dat dit getuigt van een weinig rationele instelling en overweegt twee extra abonnementen te nemen.

In in een interview met Bryan Walsh van Time (December 31, 2007, p.72, The Gore Interview) drukt Al Gore het als volgt uit.

It's the greatest honor (de Nobelprijs krijgen, Mik) I could ever have, but it's hard to celebrate recognition of an effort that has thus far failed. I'm not finished, but thus far, I have failed. We have all failed.
(Why use the word failed?)
Today we're dumping 70 millions tons of global-warming pollutions into the environment, and tomorrow we will dump more, and there is no effective worldwide response. Until we start sharply reducing global-warming pollution, I will feel that I have failed. There is no precedent for the mobilization required. The closest example are when nations mobilize for war.
(So you would argue that this crisis is on par with World War II or the Great Depression?)
The north polar ice cap, according to the best scientists in the world, fell of a cliff this fall. The signs that the world is spinning out of kilter are increasingly difficult to misinterpret. The question is how to convince enough people to join a critical mass of urgent opinion, in the U.S. and the rest of the world.
...
I believe this is the rare crisis that requires a fundamental shift in public opinion at the grass-roots level to embolden members of the Legislative Branch to take action.
...
I do genuinely believe that the political system is not linear. When it reaches a tipping point fashioned by a critical mass of opinion, the slow pace of change we're used to will no longer be the norm. I see a lot of signs every day that we're moving closer and closer to that tipping point.



zondag, december 23, 2007


Klimaatprobleem update


Over het klimaatprobleem ben ik de laatste tijd een aantal informatie-items tegengekomen.

1. De uitkomst van de klimaattop op Bali wordt zowel door de Volkskrant als door NRC Handelsblad als nogal mager beoordeeld. (Volkskrant, 17/12/2007, p. 3, Bert Wagendorp, Op Bali. NRC Handelsblad 17/12/2007, p.7, Mager akkoord Bali (in rubriek: Commentaar).

2. Door de veranderingen in het klimaat zal de eilandenstaat Tuvalu naar verwachting binnen 10 jaar verdwenen zijn. De eilanden stromen dan te vaak onder en zijn dan niet meer bewoonbaar. "Tuvalu is een aflopende zaak." Bron o.a.: NRC Handelsblad 17/12/2007, p. 5., Eilandstaat Tuvalu geeft zich tien jaar.

3. Mondiaal gezien wordt het voedsel snel duurder, aldus de FAO. In totaal bedraagt de stijging over het laatste jaar 40% en het jaar daarvoor 9% voor de voornaamste voedselprijs-index. Bron: NRC Handelsblad, Mondiaal tekort voedsel door VN voorzien, 18/12/2007, p. 1 en Armste landen wacht 'ultiem rampscenario', p. 15.

4. De Noordpool is mogelijk al in de zomer van 2013 ijsvrij, aldus een Amerikaanse onderzoeker (Wieslaw Maslowski). Bron: NRC Handelsblad, 13/12/2007, p.1, 'Noordpool in zomer 2013 ijsvrij'.

5. De efficiëntie waarmee energie wordt gebruikt is in de VS sinds 1975 met bijna 50% toegenomen. Ondanks dat is de totale energieconsumptie in die periode echter met meer dan 40% toegenomen. Men noemt dit de efficiency-paradox. Men gaat aan de ene kant steeds beter om met de beschikbare energie, maar tegelijkertijd groeit mede daardoor het verbruik. Het idee dat je de energievraag kunt beperken door de energie efficiënter te benutten, is dus nogal twijfelachtig. Bron: Time, 17 December 2007, p. 15, Efficiency Paradox.

6. Het lijkt erop dat de wereld olieproduktie haar top bereikt heeft. Tot 2005 liep de productie snel op. Sinds 2005 is de productie vrij stabiel ondanks een grote vraag/hoge prijs. De produktie bedraagt nu een 84 miljoen vaten ruwe olie per dag. Rond 2001 was dit nog slechts een 78 miljoen vaten per dag. Het wordt steeds moeilijker olie uit de grond te krijgen, terwijl de vraag steeds groter wordt. Als dit juist is, zal de prijs verder oplopen in de toekomst. Bron: Time, Justin Fox, Peak Possibilities, December 3, 2007, p. 34.

Waarom deze informatie in een communicatieblog? Ik denk dat het grote probleem op klimaatgebied is om aan de ene kant een effectieve aanpak te ontwikkelen en aan de andere kant iedereen, althans ieder land, zover te krijgen dat men die aanpak ook accepteert. Ik denk dat dat heel moeilijk zal worden. Vroeger ontstond er in groepen/culturen consensus over een bepaald probleem. Als die opvatting effectief was, kon de cultuur het probleem aan. Als die opvatting niet-effectief was, werd het probleem groter en ging de cultuur tenslotte onder. In dit geval is het een wereldwijd probleem en staat de wereld in haar totaliteit voor die uitdaging. Dat maakt het een stuk lastiger, omdat je niet tenslotte de opvattingen van de meest succesvolle cultuur/groep kunt overnemen. Het probleem is dus primair een probleem van opvattingen die effectief gecommuniceerd moeten worden.


zaterdag, december 22, 2007


Loog Balkenende? -- II


Wat kunnen we nu zeggen over de rol van de pers? Balkenende komt met een beschuldiging en een veroordeling -- Mabel zou hem onjuist hebben voorgelicht -- die hem zelf volledig vrijpleit en die meteen een prachtige reden is om de beslissing geen wetsvoorstel in te dienen, te verklaren. Hij treedt dus op als aanklager, rechter en beul en heeft ondertussen zelf grote belangen bij een bepaalde uitkomst. Je zou dan verwachten dat onze kritische journalisten zich niet lang laten tegenhouden in hun hartstochtelijke speurtocht de onderste steen boven te krijgen. Niets van dat alles. De premier heeft gesproken en dus is het zo. De meester heeft het uitgelegd en dus moet het zo zijn. Van een kritisch onderzoek heeft men misschien ooit vaag gehoord, maar wat was het ook al weer precies?

Het eindrapport meldt daarover:
De enige kanttekening bij ‘liegen’ is te vinden in Algemeen Dagblad en komt op naam van politiek commentator Redmar Kooistra:
“Tegen onwaarheid is geen kruid gewassen, zei premier Balkenende gisteren (…). Wisse Smit heeft tegen hem en de koningin gelogen, was kort en goed zijn boodschap. (…) Maar het is al te eenvoudig om de gebrekkige relatie die mevrouw Wisse Smit met de waarheid onderhield, alleen in haar schoenen te schuiven. Dat zegt wellicht veel over haar, maar zij is niet de enige die majeure steken heeft laten vallen. Immers, zodra een koninklijk huwelijk in aantocht is, heeft de regering de dure plicht zich ervan te vergewissen dat niets zo’n echtverbintenis in de weg staat. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat de achtergronden van Mabel Wisse Smit kennelijk onvoldoende zijn nagetrokken. Daar begint de verantwoordelijkheid van de regering” (Algemeen Dagblad, Balkenende moet veel uitleggen; Mabelgate geen voorbeeld van sterk leiderschap, 11 oktober 2003).


Kooistra plaatst dus wel een kanttekening bij dat 'liegen', maar ook Kooistra vraagt zich niet af of er wel echt gelogen is en zo ja, door wie dan? Het idee dat dat wel eens de premier zou kunnen zijn in plaats van het paar komt geen seconde in zijn hoofd op.

NRC Handelsblad vat dit punt uit het eindrapport van de Nieuwsmonitor samen met: "Nader onderzoek door de media naar deze door de regering geconstateerde leugenachtigheid bleef uit." (Hans Berekamp, Charlie da Silva en de kranten, 18/12/2007, p. 18).

Hoe is het mogelijk dat de gezamenlijke vaderlandse pers als een kudde wilde koeien doorraast zonder een ogenblik een andere richting uit te kijken? In totaal werden over de Mabel-affaire bijna 700 artikelen onderzocht. Het aantal werkelijk geschreven artikelen moet nog hoger liggen. Geen enkele journalist die zich eens achter de oren krabt. Alles wordt als zoete koek geslikt.

Ik denk dat we de verklaring inderdaad moeten zoeken in termen van kuddes wilde koeien. Ook mensen zijn kuddedieren en ook van mensen is bekend dat ze zich vaak op een onvoorstelbare wijze als een kudde domme koeien kunnen gedragen. Mits die kudde eenmaal op hol is geslagen en een bepaalde richting uitdendert. Fenomenen als bystander behavior, massahysterie, etc. wijzen allemaal in dezelfde richting. De groep heeft onder aanvoering van Balkenende een bepaald oordeel geveld over Mabel en alle informatie die met dat oordeel strijdig is, is derhalve niet welkom.

Soortgelijke mechanismen werkten tijdens de Slag om Arnhem met het inmiddels bekende en afschuwelijke resultaat. In plaats van ruimte te bieden aan tegenspraak, denderde men als een blinde legereenheid het vijandelijke gebied binnen.

Er is nog een reden om te denken dat Balkenende loog. Stel dat Mabel echt onjuiste informatie aan de premier had verstrekt. In dat geval had de premier het paar gemakkelijk kunnen overreden om hun verzoek voor parlementaire goedkeuring van het huwelijk in te trekken. Hij zit immers in de situatie dat hij het niet indienen van dat wetsvoorstel moet motiveren. Die optie was echter kennelijk niet aan de orde. Mabel moet publiekelijk aan de schandpaal genageld worden. Maar waarom?

Ook uit onderstaande passage komt dat naar voren (geciteerd uit het eindrapport):
De escalerende factor in deze affaire is evenwel het kabinet zelf. Op zijn persconferentie zette premier Balkenende de prins en zijn verloofde te kijk als leugenaars die zijn vertrouwen hadden geschonden. Een ander scenario was denkbaar geweest. De regering had kunnen volstaan met de mededeling dat het paar om persoonlijke redenen had afgezien van het voornemen parlementaire goedkeuring voor hun huwelijk te vragen. (Oranjesatire, de Volkskrant, 10 november 2003).

In het geval ze echt gelogen had, was het voor Balkenende, als hij het dan toch beslist hard wilde spelen, ook een kleine moeite geweest het paar zo ver te krijgen dat ze dat ook publiekelijk zouden erkennen. Niets van dat alles. Het gevolg is dat er een publieke beschuldiging ligt van de premier zonder dat duidelijk is of die inderdaad terecht is. De aanklager die aanklaagt, veroordeelt, de straf voltrekt en vervolgens geen bewijsmateriaal kan presenteren. Maar de Nederlandse pers twijfelt geen seconde, want haar premier heeft gesproken. Amen.


vrijdag, december 21, 2007


Loog Balkenende? -- I


Het Persinstituut brengt in de serie De Nederlandse Nieuwsmonitor het rapport Media en Mabel uit (hier). Het is nogal een lijvig geheel van in totaal 170 bladzijden. Er is ook een samenvatting die echter weer wat erg beknopt is (hier).

Het rapport analyseert de artikelen in de Nederlandse pers (althans een belangrijk deel daarvan) die verschenen zijn naar aanleiding van 'Mabelgate'. Men heeft veel werk verricht, maar de precieze methode die men gehanteerd heeft voor de inhoudsanalyse (het coderen van de berichten), blijft wat onduidelijk. Ook is onduidelijk of die beoordelingen betrouwbaar waren in de zin dat verschillende beoordeelaars tot soortgelijke uitkomsten kwamen. Verder is het onderzoek nogal uitwaaierend. Men kijkt ongeveer naar alles en nog wat. Het verslag is daardoor niet simpel te lezen. Men behandelt zo veel verschillende aspecten en fasen dat je als lezer de motivatie dreigt te verliezen. Tenslotte is de scheiding tussen resultaten en conclusie niet altijd even helder. Maar goed, op ieder onderzoek kun je gemakkelijk kritiek leveren. De andere kant is dat hier een knap stuk werk ligt dat de moeite van bestudering zeker waard is en dat ook helder geschreven is. Een aanrader voor studenten lijkt me.

Een fascinerend punt in de hele kwestie heb ik altijd gevonden: loog Balkenende nu of loog hij niet? Dat is misschien een wat vreemd begin. Het probleem was immers dat Mabel gelogen zou hebben volgens de premier.

In eerste instantie cirkelde de affaire rond de vraag of Mabel nu wel of niet een intieme relatie had gehad met Klaas Bruinsma. In tweede instantie raakte die vraag volledig op de achtergrond. De regering besloot geen wetsvoorstel in te dienen en de premier motiveerde dat met de stelling dat het paar onvolledige en onjuiste informatie had verstrekt. Vervolgens werd dat tegenover de pers nog eens aangezet met de opmerking: 'Tegen onwaarheid is geen kruid gewassen'.

Ik citeer op dit punt uit het rapport (p. 139-140):
Niemand neemt het voor haar op: de vijf dagbladen gezamenlijk bevatten in totaal 60 keer een uitspraak waarin gesteld wordt dat Mabel Wisse Smit ‘gelogen’ heeft. Een groot deel van de uitspraken van derden komt voor rekening van premier Balkenende. In de brief aan de Twee Kamer schrijft hij dat het paar “onvolledige en onjuiste informatie heeft verschaft”, op de persconferentie van vrijdag 10 oktober voegt hij daar aan toe “tegen onwaarheid is geen kruid gewassen”. Beide uitspraken zijn in alle dagbladen terug te vinden. In de hoofdredactionele commentaren van zaterdag 11 oktober maar ook elders in de onderzochte kranten wordt de stellingname van Balkenende overgenomen, zij het dat de bewoordingen waarin nogal verschillen. De één spreekt ronduit over “de leugens van het tweetal”, de ander zegt dat ze “blijkbaar niet het hele verhaal over de relatie hebben verteld”.


Uit de schriftelijke stukken weten we dat het paar toegeeft in eerste instantie nogal summier geweest te zijn over de relatie. Wanneer je je even in de situatie van Mabel probeert te verplaatsen, is die reactie volkomen logisch. De relatie met Bruinsma ligt natuurlijk wat precair en je gaat daar in eerste instantie niet al te nadrukkelijk uiting aan geven. Maar het paar geeft dat ook toe en zegt dat te betreuren. Vervolgens komt de premier met de stelling dat ze niet alleen onvolledig zijn geweest, maar zelfs onjuiste informatie hebben verstrekt. Het paar heeft dat niet toegegeven en heeft dat ook later nooit toegegeven. Ondertussen gaan alle kranten af op de stellige bewering van Balkenende. Hij is premier, hij heeft status en hij beschuldigt het paar in feite van liegen. Het paar is ondertussen niet echt in de situatie om dat hardop tegen te kunnen spreken, dus iedereen gelooft gemakshalve Balkenende.

Maar stel dat ik mijn buurman beschuldig van liegen. Dan zou ik aan de ene kant zijn uitspraak zwart op wit willen hebben en aan de andere kant zou ik in staat moeten zijn om zonder enige twijfel te kunnen laten zien dat die uitspraak niet waar kan zijn. Wanneer je dezelfde norm toepast op de premier moet hij dus aantonen dat Mabel echt gelogen heeft. Tot nu toe heeft hij dat nog nooit aangetoond. Waarom niet als hij dat zo gemakkelijk zou kunnen?

Ik denk dat de situatie zo is geweest. Mabel heeft in eerste instantie haar relatie met Bruinsma wat geminimaliseerd. Heel begrijpelijk, maar achteraf natuurlijk niet verstandig. Maar stel je nu voor dat je premier bent. Tegenover je zit een aantrekkelijke, jonge vrouw die vertelt dat ze een tijd lang kennis had aan een Nederlandse topcrimineel, maar dat het eigenlijk allemaal niets te betekenen had. Ik zou in dat geval even rustig doorvragen, want je begrijpt het probleem. Balkenende niet. De man heeft alles voor zoete koek geslikt en moet vervolgens de beslissing van de regering motiveren om geen wetsvoorstel in te dienen. Hij voelt zich bedrogen, maar hij heeft tegelijkertijd ook verzuimd de noodzakelijke vragen te stellen. En hij is onvolledig voorgelicht. De premier maakt er dus gemakshalve van dat hij is voorgelogen. Voor zijn idee/zijn gevoel is dat ook wel een beetje waar, maar feitelijk genomen is het niet waar. Maar wat geeft dat? Met die opmerking bereikt hij precies wat hij wilde bereiken: hij leidt de aandacht af van het eigen falen.

Nu weet ik natuurlijk niet volmaakt zeker dat Balkenende loog. Maar het is wel duidelijk dat er tot nu toe geen enkele bron is, die zijn beschuldiging kan ondersteunen. En dat is uiterst merkwaardig als je zo'n zware beschuldiging zo nadrukkelijk naar voren brengt.


donderdag, december 20, 2007


Berichtgeving over het klimaatprobleem

NRC Handelsblad ruimde op dinsdag 11 december (2007, p. 7) ruimte in voor een opinie-artikel over het klimaatprobleem van Louise O. Fresco: Drie denkfouten over het klimaatprobleem. Nu is het klimaat een groot probleem dat bovendien nogal emotioneel ligt, dus wat aandacht daarvoor via een opiniërend stuk is een goede zaak. Minder goed is dat NRC Handelsblad in de dagen daarop geen ruimte vrij wil maken voor de nodige kritische reacties die er ongetwijfeld geweest zijn. Zo reageerde ik met de onderstaande ingezonden brief (per e-mail) die ik in maximaal 250 woorden moest proppen. Want anders vindt de redactie zo'n ingezonden brief bij voorbaat te lang. De eigen artikelen van NRC Handelsblad hebben vaak een imponerende en volstrekt overbodige lengte, maar voor ingezonden brieven hanteert men totaal andere criteria. De redactie weet het allemaal precies en die irritante lezers zouden eigenlijk gewoon hun mond moeten houden.

Louise Fresco ziet rond de klimaatverandering drie denkfouten. In werkelijkheid maakt ze zelf enkele foute veronderstellingen.
1. De gevolgen van de opwarming zouden vooral de ontwikkelingslanden treffen. Dit is te optimistisch. Door het op termijn smelten van de ijsmassa's van Groenland en de Zuidpool zal ook in de VS, de EU en Japan een enorme schade ontstaan door het onderlopen van de kuststrook. Ook rijke landen als Nederland en de VS hebben dus belang bij het stoppen van de opwarming.
2. Klimaatverandering zou een toekomstig probleem zijn. Dit is niet juist: het probleem van de CO2-uitstoot speelt nu. Of het CO2-niveau wordt binnenkort gestabiliseerd of het smelten van de eerder genoemde ijsmassa's valt uiteindelijk niet meer te voorkomen.
3. Er zou geen eenvoudige routekaart bestaan naar de stabilisering van het klimaat. Die bestaat er wel. De jaarlijkse CO2-uitstoot in de atmosfeer moet ook weer uit die atmosfeer verwijderd worden. Ook eerder uitgestoten CO2 dient op termijn weer verwijderd te worden. Uiteraard kost dit iets, maar het principe is simpel, terwijl de kosten slechts een beperkte verhoging van de brandstofprijs betekenen. Verder zet die verhoging aan tot het overschakelen op blijvende energie. Nederland zou hier het voorbeeld moeten geven.
4. Klimaatverandering zou vergaande innovatie eisen. Onjuist. CO2 die men uitstoot of uitgestoten heeft, dient ook weer uit de atmosfeer verwijderd te worden. De daarvoor benodigde techniek is niet ingewikkeld, maar simpel. Ook in dit geval moet het principe gelden: de vervuiler betaalt.


Een aantal dagen later ontving ik een keurige, maar ook nogal nietzeggende mail retour waarin de redactie stelde, dat men zo veel ingezonden brieven kreeg dat men niet alles kon plaatsen en geen ruimte had. Ondanks zorgvuldig spellen van de krant de dagen daarop kon ik van die grote overvloed van ingezonden stukken weinig merken. De krant werd vooral vol geschreven door de eigen redacteuren over onderwerpen die ik en sommige andere lezers nietszeggend vonden. Voor commentaar op het bewuste artikel van Fresco werd er in feite niet of amper ruimte uitgetrokken. Men vond de eigen schrijfprodukten belangrijker. En hoewel het klimaat nog steeds een urgent probleem lijkt te zijn, was er nu opeens geen ruimte meer beschikbaar.

Wat de redactie dus in feite doet, is een bepaalde auteur ruimte geven om een eigen standpunt voor het voetlicht te brengen en dat vervolgens alle kritiek systematisch niet wordt geplaatst. Wanneer men wel royaal brieven van andere kritische lezers over dit onderwerp geplaatst had, zou ik dat kunnen accepteren. Nu komt het er in feite op neer, dat bepaalde twijfelachtige stellingen royaal ruimte krijgen in de krant, terwijl er daarna opeens geen ruimte meer is, zelfs geen 250 woorden, voor een kritisch tegengeluid. De visie van de redactie (hier kennelijk verwoord door Fresco) is heilig, dat sommige van de geventileerde meningen mogelijk twijfelachtig zijn, doet er vervolgens niet meer toe. Opnieuw dus een illustratie van het principe: liever politiek correct dan feitelijk juist.

Ook de Volkskrant pakte op klimaatgebied royaal uit met een vertaalde column uit het buitenland van John Vinocur (Retorische overdaad schaadt strijd tegen broeikaseffect, Volkskrant 18/12/2007, p. 12). In deze column wordt de Deen Lomborg van het boek Cool It! opgevoerd als een soort onpartijdig deskundige en wordt Al Gore opgevoerd als een paniekzaaier. Ik ontken niet dat de film van Al Gore een reden voor paniek zou kunnen zijn. Het is alleen in dit geval wel terechte paniek. Opnieuw krijgt dus een bepaalde mening uitgebreid de ruimte, terwijl er in de Volkskrant amper plaats was voor het bericht dat in 2013 naar verwachting het ijs van de Noordpool gesmolten zal zijn.

Je kunt op dit gebrek aan objectiviteit, op deze vooringenomenheid, op twee verschillende manieren reageren. Aan de ene kant, heb je het idee dat het zo eigenlijk niet hoort. Dat het kwalijk is. Dat een krant zou moeten proberen objectief te zijn. Aan de andere kant kun je het ook accepteren. Dat is kennelijk hoe kranten functioneren. Hou ervan of haat het, dat is hoe het werkt.

Hoe komen we eigenlijk aan het idee dat een krant objectief zou zijn? Ik denk dat dit vooral een verzinsel is van hoofdredacteuren en journalisten. Zo meldt NRC Handelsblad op 10 december (2007, p. 18, De journalist moet controleerbaar zijn) dat het Genootschap van Hoofdredacteuren het tijd vindt voor een nieuwe ethische code. 'Transparantie' zou het toverwoord moeten zijn. Door zichzelf te presenteren als objectief wint een krant aan gezag en geloofwaardigheid. Hoofdredacteuren zullen dus graag naar buiten toe de indruk wekken dat ze er alles aan doen om objectief nieuws te brengen. De journalistieke werkelijkheid is vermoedelijk totaal anders. Het verhaal over 'objectiviteit' dat naar buiten toe wordt afgestoken, fungeert als de fraaie vlag op de niet al te frisse modderschuit. Zo lang we van een afstandje kijken, zien we in eerste instantie vooral die mooie en indrukwekkende vlag. Pas wanneer we de moeite nemen om ons te verdiepen in de lading komt de stinkende damp ons tegemoet.

De ethische code van de hoofdredacteuren doet me sterk denken aan de NIP-code voor psychologen. Als student psychologie leer je dat psychologen in de praktijk op basis van testonderzoek allerhande uitspraken doen die ze wetenschappelijk gezien niet waar kunnen maken en die in feite grote onzin zijn. Omdat mensen daar veel geld voor betalen en in feite soms ook ernstig door gedupeerd worden, is dat allemaal zeer laakbaar. Zulke dingen doe je dus gewoon niet. De praktijk is anders. Die psycholoog wil ook graag brood op de plank en doet die ongefundeerde uitspraken dus wel. Om dat allemaal te verhullen komt er een indrukwekkende ethische code waarna in de praktijk alles op de oude voet verder gaat. Er is nu immers een regeling voor klachten, die in de praktijk zo in elkaar zit, dat de psycholoog bijna altijd vrijuit gaat.

Als we bereid zijn te accepteren dat kranten in werkelijkheid nooit objectief en onbevooroordeeld zijn omdat journalisten nu eenmaal ook maar mensen zijn, dan is de volgende vraag of dit echt zo erg is. Ik denk als scepticus van wel. Op het moment dat je als lezer een onjuist idee in je hoofd hebt, zal dat foute idee je vroeg of laat opbreken. Voor het klimaatprobleem lijkt dat ook duidelijk.

De kranten vertellen de lezers dat Al Gore overdrijft. Dat het een paniekzaaier is. Mensen die zeggen dat het allemaal heel normaal is, krijgen uitgebreid de ruimte. Onjuiste ideeën worden gekoesterd. Zo zouden de gevolgen van de opwarming in Nederland eigenlijk niet de moeite waard zijn. Zo zouden we voor de verhoging van het zeeniveau geen rekening hoeven te houden met smeltende ijsmassa's, want het IPCC doet dat ook niet. Het stuk van Fresco is wat dit betreft veelzeggend. Het gevolg van al die onjuiste ideeën is dat er voorlopig helemaal niets gedaan wordt. We praten op Bali in grote aantallen, maar verder dan dat doen we bitter weinig. Wat dit betreft lijkt het klimaatprobleem op de AIDS-bestrijding. Er wordt veel gepraat, maar weinig effectieve actie ondernomen.

Dat er weinig effectieve actie ondernomen wordt, komt voor een belangrijk deel doordat veel mensen slecht op de hoogte zijn. De krant zou op dat punt dus een uiterst belangrijke rol kunnen vervullen, maar doet dat niet, en maakt zich daardoor in feite medeschuldig aan deze milieuramp.


Volkskrant: moeite met onderscheid mening/feit


Mijn notitie Volkskrant: Nederlanders martelen niet! (hier) op deze blog sloot ik af met: "Het verontrustende van het Volkskrant-artikel van 5 december waarin men het boetekleed aantrekt, is dat de redactie van de Volkskrant kennelijk zelf niet meer in staat is precies te onderscheiden wat nu de feitelijke basis van een artikel vormt."

Die conclusie baseerde ik op mijn bestudering van de artikelen over het "martelen" in Irak van de Volkskrant. Het was een conclusie. Een conclusie kan kloppen, maar kan ook niet kloppen. Het is geen rechtstreekse waarneming, geen feit. Echt helemaal hard maken --zoals dat heet-- kon ik mijn conclusie niet. Het was een sterk vermoeden. Als je de stukken las, moest het wel bijna zo zijn...

Daarna stuitte ik op het volgende citaat. 'Een erkend volkenrechtdeskundige heeft ons destijds gezegd dat dit een adequate typering is voor wat zich tijdens enkele verhoren in Irak eind 2003 heeft afgespeeld. De beide commissies stellen nu vast dat van martelingen geen sprake is geweest. Dat erken ik als een feit.' (hier) Aldus Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant, geciteerd in een Volkskrant-artikel van 18 juni 2007.

Een erkend volkenrechtsdeskundige vindt een bepaald woord van toepassing. Twee Haagse commissies vinden het woord niet van toepassing. En dus zou het een feit zijn dat het woord niet van toepassing is, denkt de hoofdredacteur van de Volkskrant. Maar feiten zijn dingen die je kunt zien, die je kunt horen, die je kunt voelen, die je kunt proeven. Kortom, zaken die intersubjectief aantoonbaar zijn zoals dat in de wetenschap heet. Niet of je een bepaald woord wel of niet van toepassing vindt. Mijn vermoeden wordt dus bevestigd door wat de hoofdredacteur zegt. Wat precies een feit is, is voor de hoofdredactie van de Volkskrant niet duidelijk.

Natuurlijk kunnen we ook meningen vaststellen en soms zelfs meten. Zo is het een feit dat de Commissie van Toezicht als mening verwoord heeft dat er van martelen volgens haar geen sprake was (hier). Maar dat maakt die mening zelf nog niet tot een feit. Ik kan een kunstwerk van Karel Appel 'fantastisch' vinden. Maar dat betekent nog niet dat het kunstwerk werkelijk fantastisch is, want dat is slecht een mening die ik erop na houd.

Dat de Volkskrant hoofdredacteur een mening heeft aangezien voor een feit, was eerst iets dat ik vermoedde, maar nu blijkt het helaas een feit. En dat is, vind ik, zorgelijk. Dat het zorgelijk is, is een mening, geen feit. Misschien wordt die mening gedeeld door velen, misschien door weinigen, maar het blijft een mening en wordt nooit een feit.


Liever politiek correct dan feitelijk juist?


Als ik mijn laatste notities op deze blog nalees, dan valt een bepaalde overeenkomst op. Eerst is er NRC Handelsblad die Al Gore van een pertinente onjuistheid beschuldigt, terwijl ze zelf de fout in gaat en het vervolgens niet nodig vindt te rectificeren. Vervolgens worden de onjuiste beschuldigingen aan het adres van Al Gore nog eens stevig over gedaan in 6 bladzijden fictie die men vermengt met feiten en opinie op een manier zoals je die normaal alleen in de roddelpers aantreft (hier). Daarna zie ik kans tijd te vinden om in het Volkskrant-artikel te duiken waarin de krant het onderzoek naar haar eigen 'foute' gedrag uit de doeken doet en blijken tenslotte de vermelde feiten in het omstreden artikel in plaats van onjuist, volledig te kloppen (zie hier). Met andere woorden: de vermelde feiten waren niet-politiek correct en de Volkskrant betreurt dat zeer. Dat de vermelde feiten volstrekt juist waren, ziet de redactie kennelijk vooral als een lastige bijkomstigheid. Het politiek correcte moet prevaleren. Maar in feite was dat ook de toonzetting van de NRC Handelsblad artikelen: niet de feiten zijn interessant, maar dat wat de redactie als politiek correct ziet.

Twee grote en belangrijke Nederlandse kranten in korte tijd betrapt op hetzelfde euvel: de eigen opinie laten prevaleren boven de vervelende feiten. Dat opschrijven waarvan men denkt dat het lezerspubliek het graag wil horen en daaraan de feiten ondergeschikt maken. In feite lijkt de situatie zelfs nog dramatischer. De Volkskrant redactie weet de stellige indruk te wekken dat men helemaal geen onderscheid ziet tussen de feitelijke basis van het bericht en de politiek niet-gewenste conclusie. En ook de NRC Handelsblad redactie weet door het mengen van fictie, feit en beschuldigingen het beeld op te roepen dat men dat cruciale onderscheid eigenlijk helemaal niet meer maakt en ziet.

In deze blog besteed ik zelden of nooit aandacht aan televisie. Daar zijn zwaar misleidende uitzendingen die de kijker op een indringende manier op het verkeerde been zetten helaas al decennia schering en inslag. Als je de kranten daarmee dus vergelijkt, valt het misschien nog wel mee. Het kan nog veel erger.

Maar een krant is geen televisie en als krantenlezer verwacht ik toch iets meer van een krant dan alleen een leuk verhaal dat mijn emoties moet bevredigen en dat daarvoor de feiten ingrijpend verdraait. Kennelijk begint dit een ouderwets standpunt te worden: de krant om op de hoogte van de toestand in de wereld te blijven. De moderne Nederlandse 'kwaliteits'-krant vertelt kennelijk vaak vooral wat we graag willen horen of wat de redactie denkt dat we graag willen horen of misschien domweg: wat de redactie denkt. Het maakt de nieuwsgaring in ieder geval een stuk simpeler, dat wel.

Kunnen aanstaande journalisten hier iets uit leren? Als mijn waarneming correct is, dan is het vaak belangrijker om te schrijven wat de hoofdredacteur wil horen, dan te schrijven wat er werkelijk aan de hand is. Vermoedelijk is dat niets nieuws, maar het is wel iets heel anders dan wat er meestal in de boekjes staat.

Als krantenlezer hecht ik zelf aan een krant die betrouwbare informatie brengt. Als ik mijn emotionele lusten wil bevredigen, zijn er genoeg andere mogelijkheden. Daar heb ik geen krant voor nodig. Ik denk ook dat kranten als ze op dat vlak met de tv willen concurreren de slag zullen verliezen en sneller dan ze denken.

Als krantenlezer is me nog een andere overeenkomst opgevallen. Beide kranten hadden uiteindelijk erg veel woorden en erg veel ruimte nodig en over om de politiek niet-correcte feiten onderuit te halen. NRC Handelsblad kwam tenslotte met 6 bladzijden proza. De Volkskrant met een grote serie artikelen om hun 'falen' goed te praten. In beide gevallen waren de feiten waar het om ging in een paar regels weer te geven. Als die feiten echt onjuist waren geweest, had een eenvoudige rectificatie of weerlegging volstaan. Het doet me denken aan de beroemde opmerking van Albert Einstein bij de publicatie van het boek "One Hundred Authors Against Einstein" dat als hij echt ongelijk had gehad een enkel feit ook wel voldoende was geweest.


maandag, december 10, 2007


Vrouw en Seks: 14. Een vrouw die moe is


In de Zaterdag &cetera bijlage van NRC Handelsblad van 8 december (2007, p. 17) geeft Shere Hite in Een vrouw wil slapen haar visie op het probleem van een vrouw die moe is, slapen wil en geen zin heeft in seks.

"Laat ik de vraag zo formuleren: Wat moet een vrouw doen als haar man 's avonds in bed seks wil hebben, terwijl zij liever slaapt. Als een vrouw kleine kinderen heeft, heeft ze vaak een chronisch slaaptekort."

Hite reageert hierop door eerst te zeggen wat een vrouw kan doen die juist wakker wordt van geslachtsgemeenschap zonder daarbij zelf een orgasme te krijgen. Haar aanbeveling is om dan vervolgens zichzelf te bevredigen. Als psycholoog zou ik dan opmerken dat je door dat gedrag juist het wakker blijven versterkt. Niet doen dus, als je toch al moe bent.

Om te zorgen dat de vrouw wel zin heeft in seks, beveelt Hite aan om aan haar man te laten zien hoe ze tot een orgasme komt. "De oplossing voor een vrouw is om het lef te hebben meer van haar seksuele behoeften te laten zien aan haar partner. Ze moet niet bang zijn." Hite hoopt dat de seks daarna misschien een mooie gewoonte wordt."

Wat is mijn reactie op dit probleem? Ik denk dat een vrouw die eigenlijk liever wil slapen, niet aan seks moet gaan doen omdat haar man dat toevallig wil. Op die manier bouwt ze bij zichzelf alleen maar weerzin op. Bovendien heeft ze soms haar slaap echt hard nodig. Verder is het belangrijk dat de vrouw bij seks nadrukkelijk en zichtbaar aanwezig is. De man moet immers geconditioneerd worden op haar. In het donker terwijl je in bed ligt, is ze niet goed zichtbaar. Ze heeft geen zin. Ze is niet actief. Liever niet doen dus. Een verder punt is nog dat zij de situatie moet controleren. Op het moment dat zij steeds klaar staat terwijl haar man zin heeft, heeft ze in feite maar een minimale beheersing. Ook een prostituee werkt niet dag en nacht, maar alleen op bepaalde tijden en in een bepaalde setting en zorgt zelf het initiatief te houden.

Wel is het natuurlijk belangrijk om te zorgen dat haar man frequent (een paar keer per week) seks met haar heeft. Maar dan op haar voorwaarden en condities. Verder is het belangrijk dat het een beetje vlot gaat, want anders kost het in de praktijk onnodig schaarse tijd. Dus niet zoals Hite aanbeveelt, zo lang mogelijk de spanning opbouwen.

Het aan de man laten zien, hoe zij klaarkomt, lijkt me in de meeste gevallen niet handig. Het gaat er niet om dat zij bij haar man klaarkomt. Het gaat erom dat haar man bij haar klaarkomt. Een klein, maar belangrijk verschil.

Is dat niet saai? Mijn indruk is van niet. Wanneer je als vrouw een man zo kunt opwinden dat hij vlot klaarkomt, geeft dat een kick. Wanneer je dat regelmatig doet, twijfel je niet meer of je nog wel aantrekkelijk bent. En dat was één van de problemen die de aanleiding voor deze serie Vrouw en Seks notities vormde.


zondag, december 09, 2007


Vrouw en Seks: 13. Nieuwe Seks en Rationele seks


In haar tweede column in NRC Handelsblad (24/11/2007, Zaterdag &cetera, p.15, Man in de war) gaat Shere Hite verder in op de nieuwe seks zoals zij die ziet. Ik zal hierna haar 'nieuwe seks' opvatting, die zij koppelt aan de vrouwenbeweging, contrasteren met mijn biologisch/psychologische opvatting van seks als bindmiddel in de relatie. Ik duid mijn opvatting verderop kortweg aan als rationele seks.

"Bij seks is er geen belangenconflict tussen mannen en vrouwen, al hebben we geleerd dat dit wel zo is. Nieuwe seks verbetert de levenskwaliteit van mannen én vrouwen." De term belangenconflict vind ik wat sterk. Als je een fles wijn koopt bij AH, is er dan sprake van een belangenconflict? Nee, dus. Jij wilt iets en AH levert dat. AH op zijn beurt wil ook iets en jij levert dat. De transactie is dus in het voordeel van beide partijen. Zo is het met seks ook. De man wil seks en de vrouw levert die, als het goed is. Maar zij wil ook iets en als het goed is, levert de man dat als tegenprestatie. Uiteindelijk hebben beide partijen op die manier baat bij de transactie. Ze zijn beiden met de seks beter af dan zonder de seks. De seks verbetert de levenskwaliteit en de relatie.

"Nieuwe seks is een soort symfonie, een dans van lichamen die naar elkaar luisteren en die op elkaar reageren, met of zonder orgasme. Nieuwe seks kent geen vast scenario: het doel is een steeds hogere staat van opwinding te bereiken en die zo lang mogelijk vast te houden." Ik ben het met Hite eens dat je voor geslaagde seks een bepaalde interactie nodig hebt tussen de vrouw en de man. De vrouw moet de man opwinden en op een bepaalde manier controleren. De man moet daardoor geprikkeld worden en tenslotte klaarkomen. Maar uitgaande van de ervaringen van prostituees die op dit punt vermoedelijk vrij goed weten wat ze doen en ook de nodige ervaring hebben, is het doel niet eindeloos lang opgewonden te blijven. Het doel is de man zo op te winden dat hij klaar komt. En het doel is niet dat de vrouw opgewonden raakt, het doel is juist dat de vrouw de situatie blijft beheersen. De geslaagde interactie bevestigt haar onmisbaarheid, haar positie en haar 'vakmanschap'.

Verder betekent dit in de praktijk juist wel een min of meer vast scenario. Seks moet in zekere zin routine zijn en dat vereist een redelijk vaste gang van zaken. Het is moeilijk voorstelbaar dat je twee keer in de week samen seks hebt en dat je dan na een jaar nog steeds iedere keer een totaal ander scenario zou kunnen volgen. Dat Shere Hite denkt te kunnen uitgaan van geen vast scenario, kan alleen wanneer je zelden seks hebt met iemand, lijkt me.

Wat Shere Hite hier verder ook in ieder geval mist, is het grote belang van het klaarkomen door de man, iets dat prostituees zich in doorsnee zeer goed realiseren. Door het klaarkomen van de man treedt een belangrijk conditioneringseffect op, waardoor de vrouw gekoppeld wordt aan zijn klaarkomen. Seks zonder orgasme van de man is dus op deze manier bekeken, mislukte seks.

"Ik wil meer gelijkheid in seks." Hite gaat er vanuit dat de man bij seks 'on top' is, dus de baas is. Een situatie waarbij de vrouw als gelijke partner wordt behandeld, ziet zij daardoor als een belangrijke vooruitgang. In werkelijkheid controleert de vrouw echter met haar lichaam, verschijning en gedrag het gedrag van de man. De man probeert de vrouw te bevruchten en niet andersom. Op het moment dat de vrouw de situatie niet meer in de hand heeft en de man haar wensen en verlangens volledig negeert, ontstaat er voor de vrouw een gevaarlijke situatie, is er in feite sprake van verkrachting en moet zij dit niet accepteren. Hite klinkt op dit punt niet erg zelfbewust.

"Wij weten weinig van mannelijke seksualiteit." Ook dit punt klopt niet. Mannen zitten op seksueel gebied over het algemeen akelig simpel in elkaar. Deze uitspraak van Hite moet kennelijk meer gelezen worden als: ik begrijp niets van mannen. Dat laatste zou wel eens kunnen kloppen.

"Na een uitgesponnen periode van voorspel en kussen, kan een man in de Nieuwe Seks zijn orgasme bereiken door zijn erectie tegen zijn partner aan te wrijven of zelf met zijn hand te wrijven als 'het genot hem te veel wordt.' De vrouw kan dan hetzelfde doen." Het probleem voor de meeste mannen is niet dat ze niet klaar kunnen komen, maar dat ze duidelijke en specifieke stimuli nodig hebben voor dat klaarkomen. Juist de vrouw moet die stimuli leveren. Wanneer de vrouw met zichzelf bezig is, kan dat voor sommige mannen voldoende stimulus vormen. Maar voor andere mannen zal dat niet voldoende stimulering vormen en dan zet de vrouw zichzelf in feite buitenspel.

Hite besluit haar column met de aanbeveling niet op te geven bij de pogingen Nieuwe Seks te beleven. "Er zullen verschillende pogingen nodig zijn om te beseffen dat seks een nieuwe vrijheid biedt."

In haar column de week daarop (1/12/2007, Zaterdag &cetera p. 17, Ouderwetse seks) gaat Hite in op de reactie van een lezer, die ik wel de moeite van het overnemen waard vind.

"Is uw visie op hoe mannen en vrouwen in het westen in het algemeen seks beleven niet wat ouderwets? Als jongeman van 29 jaar herken ik me er in ieder geval helemaal niet in. U suggereert dat een man aan zijn 'trekken' wil komen en zijn zaad wil lozen in de vrouwelijke schede. In het seksleven met mijn inmiddels ex-vriendin was ik juist duidelijk bezig met haar behoeftes en beleving en wisselde ik duidelijk af tussen penetratie en bevrediging met de mond en/of de handen. Mijn idee is dat ik hierin, in vergelijking met generatie-genoten, geen uitzondering ben. Wellicht is het interessant om de verschillen qua beleving tussen de generaties verder te onderzoeken."

Het interessante hier vind ik de seksuele rolwisseling. In plaats van de vrouw die de man klaar probeert te krijgen, hebben we hier een man die zijn vriendin een orgasme probeert te bezorgen. Verder deelt de briefschrijver, zonder dat zichzelf zo te realiseren, ook nog mee, dat deze aanpak dus niet werkt: het is inmiddels een ex-vriendin.

Hite heeft maar moeite met het verhaal van deze 'jongeman' te geloven. Wat vindt zijn ex-vriendin er zelf van? Waarom schrijft deze 'jongeman' dat hij OK is? Ik ben geneigd te denken dat deze 'jongeman' juist niet OK is. Hij gaat de vrouwenrol spelen op een punt waar je dat als man beter niet kunt doen en ik denk dat zijn vriendin zich uiteindelijk in die situatie niet echt gelukkig voelde.

Hite besluit deze column met een oproep aan mensen die erin geslaagd zijn om nieuwe seks te creëren om uit te leggen, hoe ze dat gedaan hebben zodat iedereen van die ervaringen kan profiteren. Kennelijk is die Nieuwe Seks in de praktijk nog niet zo simpel.




Nieuwe Seks

1. Geen belangenconflict: man en vrouw hebben hetzelfde doel en zijn gelijkwaardig.
2. Het doel (voor man en vrouw) is zo lang mogelijk opgewonden te blijven en steeds opgewondener te raken.
3. Nieuwe Seks verbetert de levenskwaliteit van mannen en van vrouwen.
4. Nieuwe Seks is een dans van lichamen die naar elkaar luisteren en op elkaar reageren.
5. Nieuwe Seks kan met en zonder orgasme.
6. Nieuwe Seks kent geen vast scenario.
7. Bij Nieuwe Seks is de mannelijke seksualiteit een groot mysterie.
8. Mannelijke seksualiteit is niet noodzakelijk verbonden met een erectie, gemeenschap en penetratie.


Rationele seks

1. Man en vrouw hebben met seks een verschillend doel: de man wil klaarkomen, de vrouw wil een goede en behulpzame man.
2. De rol van de man bij seks is klaarkomen. De rol van de vrouw is te zorgen dat de man bij haar en in reactie op haar klaarkomt.
3. Een seks-sessie hoeft niet lang te duren. Ook is het niet nodig dat de vrouw klaarkomt. Het is wel nodig dat de man klaarkomt. Anders treedt er geen conditionering bij de man op de vrouw/prikkel op.
4. Frequente seks verbetert het welbevinden van de partners en vormt een sterk bindmiddel voor de relatie.
5. Met haar lichaam, haar uiterlijk en haar gedrag vormt de vrouw de prikkel die de man doet klaarkomen.
6. Seks zonder mannelijk orgasme is mislukte seks.
7. Goede seks is frequente seks en dat betekent een min of meer vast scenario.
8. Mannelijke seksualiteit is simpel en voorspelbaar: mannen willen klaarkomen liefst op een zo'n sterk mogelijke prikkel.
9. Mannelijke seksualiteit betekent: erectie en klaarkomen. Het betekent niet noodzakelijk: gemeenschap en penetratie.
10. Alle seks die de man buiten zijn eigen vrouw om heeft, vormt een bedreiging voor haar positie en tenslotte voor de relatie. Denk aan: pornografie, masturberen, travestie, homoseksuele contacten, prostitutie, andere vrouwen.




donderdag, december 06, 2007


Volkskrant: Nederlanders martelen niet!


De Volkskrant trekt royaal het boetekleed aan op woensdag 5 december. Op pagina 2 een artikel Tunnelvisie en te weinig tegenspraak. Wie dat artikel geschreven heeft is niet precies duidelijk want er wordt alleen vermeld "van onze verslaggever". Het is altijd mooi als iemand het boetekleed aantrekt en hij/zij dat anoniem doet. Waarom wordt het boetekleed aangetrokken? Wat heeft de Volkskrant verkeerd gedaan?

Het grote probleem is het voorpagina-artikel op 17 november 2006 met de kop "Nederlanders martelden Irakezen" door Jan Hoedeman (hier). Dat is vlak voor de verkiezingen van 22 november en op 20 november beschuldigt VVD-lijsttrekker Rutte de Volkskrant van manipulatie. Op 23 november installeert minister Kamp van Defensie een (politieke) commissie Van den Bergh om de beschuldigen van de Volkskrant te onderzoeken en zo mogelijk te weerleggen. In december 2006 buigt een andere Haagse commissie zich over de mogelijke misdragingen van onze jongens in Irak: de Commissie Toezicht Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Op 19 juni publiceren de Commissie Van den Bergh en CITVD hun rapporten: er waren wel misdragingen en misstanden, maar het was geen martelen.

Onder invloed van al dat politieke geweld durft de Volkskrant niet langer vol te houden dat er wel sprake is geweest van martelen en geeft de hoofdredactie in augustus 2007 opdracht tot een eigen onderzoek. Volgens dat onderzoek zijn er fouten gemaakt. Het artikel is gebaseerd op slechts 1 bron, wat tegen de regels van de krant zou zijn. Verder kreeg het Ministerie van Defensie te weinig tijd voor wederhoor (men zal wel bedoelen: om een reactie te geven).

Ik geloof graag dat er wel iets aan te merken is op het desbetreffende artikel. Op ieder artikel is wel iets aan te merken. Dat is dus niet zo informatief. Het punt waar het hier om gaat, is of de strekking van dat artikel van 17 november nu klopte of niet. Het merkwaardige is dan dat er volgens het onderzoek van Jansen van Galen en Germ Kemper van alles misging, maar dat nergens wordt vermeld dat de in het artikel vermelde informatie feitelijk onjuist zou zijn. Ook in de eerdere berichtgeving ontbreekt een dergelijke passage. Ook de rapporten van de beide Haagse commissies leveren op dat punt geen duidelijkheid voorzover uit de krantenberichten valt op te maken. Het grote zeer is kennelijk niet het feitelijke gedrag van onze mensen in Irak en ook niet of dat wel of niet correct was. Het grote zeer is dat het geen martelen mag worden genoemd.

Of je iets wel of niet martelen wilt noemen, is natuurlijk een filosofische kwestie. Het is niet mogelijk om via empirisch onderzoek vast te stellen of iets wel of niet martelen is. De ene partij vindt het niet martelen, de andere partij vindt het wel martelen. Meestal is het zo dat de andere partij martelt en de eigen partij niet. Wat er aan regelgeving is op dit gebied, is over het algemeen vrij streng. Krijgsgevangen moet je met respect behandelen en mag je niet aan onnodig geweld of vernederende behandelingen bloot stellen. Dat soort proza. Aan de andere kant opereer je in een soort oorlogssituatie en hangen er mogelijk mensenlevens vanaf. Dat je dan niet al te zachtzinnig te werk gaat, is natuurlijk begrijpelijk en waarom zou je dat martelen noemen? Het is dus maar hoe je het bekijkt en wat je er van wilt vinden.

Maar in het Volkskrant artikel van 17 november werd goed duidelijk gemaakt wat er nu precies gebeurd was. Of je dat wilt benoemen als martelen of niet, is een keuze van de redacteur en eventueel de redactie. Maar de onderbouwing voor die keuze was duidelijk en werd ook nadrukkelijk als zodanig gegeven.

Wat werd er in het artikel van 17 november precies beweerd? "Tijdens de verhoren hadden de verdachten een stofbril op waardoor ze niets zagen. Afwisselend zijn ze zonder bril ook blootgesteld aan fel licht. De Irakezen zijn natgegooid om ze wakker te houden en hun gehoor werd geprikkeld met ‘bijzonder hoge geluidstonen’."

In totaal ging het dus om de volgende ´verhoortechnieken´:
1. wakker houden door met water te gooien;
2. lawaai zogenaamd om te voorkomen dat de gevangen met elkaar konden spreken;
3. visuele deprivatie door het gebruik van ondoorzichtig gemaakte skibrillen;
4. fel licht.

Slaapdeprivatie is levensbedreigend als je het lang genoeg volhoudt en het is bijzonder onaangenaam. Het toepassen van hard lawaai is pijnlijk, lichamelijk beschadigend en uiterst onaangenaam. Visuele deprivatie door blinddoeken e.d. wordt door normale mensen als uiterst bedreigend ervaren. Fel licht is ook onaangenaam, zeker wanneer het lang duurt en echt fel is. Van de 4 toegepaste methoden zijn er dus in ieder geval twee in beginsel lichamelijk beschadigend en is de derde geestelijk beschadigend. Wat zeggen we van een vader die zijn dochter ieder avond aan deze 4 behandelingen onderwerpt?

Maar was deze informatie nu onjuist? Uit de reactie van de Volkskrant en de Haagse commissies zou je dat gemakkelijk kunnen denken. Het heeft dus een paar uur zoeken gekost om alle informatie op een rijtje te krijgen en door te nemen voordat ik definitief uitsluitsel kon vinden.

"Uit het onderzoek is aan de Commissie op grond van de voor haar onder ede/belofte afgelegde getuigenverklaringen gebleken dat in enkele gevallen het CIV-team door middel van het gebruik van water (telkens naar verklaard de hoeveelheid van een beker) gedetineerden tijdens deze ondervragingen wakker probeerde te houden. Deze gedetineerden dreigden volgens de getuigenverklaringen tijdens de ondervragingen in slaap te vallen, onder meer vanwege een gestoorde nachtrust door het geluid (white noise) dat het FLT in de gang van de cellen liet horen. Dit geluid diende ervoor om te beletten dat gedetineerden die in dezelfde zaak waren opgepakt met elkaar konden communiceren dan wel dat zij bij gesprekken in het gebouw waar de cellen zich bevonden konden meeluisteren. Tijdens de ondervragingen hadden de gedetineerden afgeplakte dan wel zwartgemaakte skibrillen op om te beletten dat zij hun ondervragers zouden kunnen herkennen dan wel de beveiliging van de mariniers zouden kunnen zien." (Rapport Commissie van Toezicht, hier).

De commissie vindt het geen martelen. Dat is haar goed recht. Wanneer de commissieleden zichzelf gedurende een weekje aan die behandelingen hadden onderworpen en ze zeiden het dan nog, zou ik ze geloven. Nu niet. Het belangrijke punt waar het mij om gaat, is dat al die feitelijke beschuldigingen in het Volkskrant artikel niet alleen overeind blijven, maar zelfs onder ede voor de commissie worden bevestigd.

Het verontrustende van het Volkskrant-artikel van 5 december waarin men het boetekleed aantrekt, is dat de redactie van de Volkskrant kennelijk zelf niet meer in staat is precies te onderscheiden wat nu de feitelijke basis van een artikel vormt.


De Keeling curve en de kenniskloof


NRC Handelsblad publiceert op dinsdag 4 december 2007 op pagina 9 een verhaal van Karel Knip over de Keeling curve: Bali in de ban van klassieke koolstofcurve. Pardon, wat is de Keeling curve?



De Keeling curve is de grafiek die de CO2-concentratie in de atmosfeer weergeeft vanaf 1957. De grafiek dankt haar naam aan Charles David Keeling die in 1957 als eerste begon met het nauwkeurig meten van de CO2-concentratie en dat ook bleef doen tot zijn dood in 2005. Keeling was min of meer bezeten van dat meten. Hij wilde de CO2-concentratie met de grootst mogelijke nauwkeurigheid meten en vastleggen en slaagde daar ook in. Dankzij Keeling hebben we dus nu exacte informatie over de stijging van het CO2-niveau gedurende de laatste 50 jaar.





Wat kunnen we zien aan die grafiek die loopt van 1957 tot nu en die een beetje heen en weer trilt maar toch onmiskenbaar steeds verder oploopt? Als ik met liniaal en rekenmachine de helling van de grafiek bepaal, zie ik het volgende. In de beginperiode vlak na het begin van de metingen, loopt de grafiek met 0.7 ppm (parts pro million) per jaar omhoog. In 2007 loopt de concentratie met 2.1 ppm per jaar omhoog. Dat is drie keer zo snel na precies 50 jaar. Als we op deze manier dus blijven doorgaan, zouden we over weer 50 jaar op een jaarlijkse toename van 6.3 ppm zitten. Waar we vroeger 9 jaar voor nodig hadden, doen we dan in 1 jaar. Echte vooruitgang, maar helaas van het verkeerde soort. Je hoeft geen IPCC te zijn, om uit zo'n curve te kunnen afleiden dat de zaak gierend uit de hand loopt. Wanneer je de CO2-grafiek over een nog langere periode bekijkt, zie je dat overigens ook rechtstreeks. Kijk bijvoorbeeld hier.

Over de periode 1957 tot 2007 stijgt de CO2-concentratie van ongeveer 315 ppm naar ongeveer 390 ppm nu. (Die 315 ppm is overigens al veel te veel: rond 1750 was de CO2-concentratie minder dan 280 ppm.) Een toename van 75 ppm in 50 jaar. Als we over weer 50 jaar met een driemaal zo'n grote toename zouden zitten, zouden we dan uitkomen op 225 ppm. Dat zou betekenen een CO2-niveau van 390+225=615 ppm. Het CO2 niveau op aarde zou dan in 100 jaar tijd verdubbeld zijn.

Natuurlijk hopen we dat alle klimaat-conferenties zorgen dat het zo ver niet komt, maar voorlopig is er alleen nog maar veel gepraat en nog niets gerealiseerd. En het is de vraag of dat in de toekomst wezenlijk zal veranderen, omdat het beperken van CO2 uitstoot geld kost terwijl er op korte termijn geen duidelijk voordeel tegenover staat.

Er is echter nog een ander interessant aspect aan het verhaal en dat is de reden om er hier iets over te schrijven. Keeling begon in 1957 om aan te tonen dat de CO2-concentratie steeg. Twee jaar na het begin van zijn metingen was Keeling eruit: de concentratie steeg. Rond 1960 was dus duidelijk dat het verbranden van olie, gas en kolen invloed had op het CO2-niveau. Verder werd ook verondersteld dat een hogere CO2 concentratie tot opwarming zou leiden.

Vervolgens gebeurde er niets. Niemand had zin zich druk te maken over dit soort verontrustende feiten, uitgezonderd een handjevol wetenschappers. En nu 50 jaar later bereikt de Keeling curve tenslotte de populaire pers. Een kostbare periode van 50 jaar was nodig om die eenvoudige informatie voor het voetlicht te krijgen. Dat die informatie nu in NRC Handelsblad te vinden is, betekent natuurlijk nog lang niet dat iedereen in onze samenleving dit ook echt weet. Laat staan dat iedereen zich naar deze informatie gaat gedragen. In mijn vorige notitie op dit blog liet ik nog zien, hoeveel moeite de NRC Handelsblad redactie heeft in het rationeel verwerken van de boodschap uit An Incovenient Truth van Al Gore. Op dezelfde manier zullen mensen ook nog heel lang emotionele problemen hebben met het verwerken van de boodschap van deze Keeling curve.

Ook op andere gebieden kennen we hetzelfde fenomeen. Beroemd en berucht is het weigeren van het zorgvuldig handen wassen door medici voordat ze barende vrouwen hielpen. Hoewel het effect van handen wassen werd ontdekt rond 1845 door Semmelweis, kostte de invoering van het zorgvuldig handen wassen een lange periode waarin veel kraamvrouwen onnodig het leven lieten. Pas rond 1900 raakte deze vreemde nieuwerwetse gewoonte ingeburgerd. Een ander voorbeeld is het experiment van B.F. Skinner waarin hij elegant en overtuigend laat zien dat straf uiteindelijk niet werkt. Hij publiceerde dat al rond 1950 en nu nog kun je ministers horen over bootcamps en Lubbers-kampementen en worden ze in feite zowel in Nederland als in de VS ook daadwerkelijk toegepast evenals het op grote schaal opsluiten van jongeren die geen misdrijf hebben gepleegd in jeugdgevangenissen om deze jongelui zogenaamd een laatste kans te bieden. Allemaal zaken waarvan we sinds 1950 weten dat ze uiteindelijk niet werken omdat ze op het verkeerde principe gebaseerd zijn. Voordat het inzicht echt doorbreekt dat straf uiteindelijk niets oplevert, zijn we minstens 100 jaar verder. In vergelijking daarmee was het invoeren van het handen wassen door medici maar een kleine stap.

Het mechanisme achter de kenniskloof is inmiddels in grote lijnen ook bekend. Docenten en boeken moeten eerst vervangen worden door een volgende generatie voordat de nieuwe kennis kan worden opgenomen. Stafleden hebben geen tijd (en geen zin) om op de hoogte te raken van nieuwe ontwikkelingen en doceren dus vanuit de kennis die ze pakweg 30 jaar geleden geleerd hebben. De volgende generatie studenten is dus ook nog niet echt op de hoogte, want zij hebben de oude versie van het verhaal gehoord. Zo duurt het een aantal generaties voordat de nieuwe kennis in ieder geval bij de beroepsgroep bekend is geraakt. Vervolgens duurt het natuurlijk nog weer een hele tijd voordat ook het grote publiek geïnformeerd raakt. Ook de AIDS-epidemie past aardig in dit rijtje. Een eenvoudig te voorkomen ziekte die in feite ongecontroleerd haar gang kan gaan. Een ander voorbeeld zijn de problemen rond de acceptatie van de evolutietheorie.

Die kenniskloof, eigenlijk de vertraging waarmee de cultuur zich aanpast aan de nieuw ontdekte kennis, is dus vaak -- voor ons idee -- onvoorstelbaar lang. Vaak duurt het minimaal 50 jaar voordat de beroepsgroep om is voor een relatief kleine aanpassing. Bij kennis die in de hele cultuur een andere manier van denken vraagt, kost de acceptatie al snel meer dan 100 jaar. Door die vertraging is het voor mensen niet mogelijk adequaat te reageren op iets als een AIDS-epidemie. Ze moeten eerst nieuwe denkbeelden aanleren en dat kan pas, nadat ze de oude kwijt zijn. Maar oude denkbeelden raak je niet meer kwijt, die sterven uit met de aanhangers.

In het geval van de opwarming zullen we gigantische aanpassingen moeten doorvoeren allereerst in onze manier van denken. Dat betekent dat de kenniskloof voor de kennis over de opwarming minimaal een 100 jaar bedraagt en vermoedelijk langer. Tenslotte zal die kenniskloof dus gedicht worden, maar dan zijn we dus minimaal weer 50 jaar verder. En of al die ingrijpende maatregelen die we tegen die tijd gaan doorvoeren dan nog zin hebben...?


Het zwart maken van Al Gore door NRC Handelsblad


Het klimaat van de planeet Aarde warmt een heel klein beetje op. We zijn er ook vrij zeker van, hoe dat komt. Dat komt voor een belangrijk deel door de CO2 die we in de atmosfeer lozen wanneer we fossiele brandstoffen als benzine, gas en steenkool verbranden. Tot zo ver niets nieuws dus. Eén van de vervelende gevolgen van die kleine opwarming is dat de ijskappen van Groenland en de Zuidpool aan het smelten zijn. Omdat daar in totaal nogal wat water ligt opgeslagen, vinden wetenschapper het allemaal maar zorgelijk. Wanneer die boel daar smelt... Ook dit zal inmiddels wel bekend zijn en niet echt nieuw meer zijn.

Dat het niet meer onbekend is, in brede kring, is vooral de verdienste van Al Gore. Met zijn boek en zijn film heeft hij geprobeerd het grote publiek wakker te schudden. Ik heb kortgeleden zijn film op DVD mogen zien en wat mij betreft heeft Gore ook de Nobelprijs voor film verdiend, als die er zou zijn, wat natuurlijk niet het geval is. De film is een voorbeeld van hoe je met behulp van moderne media dat college over opwarming (dat hij in de film in feite geeft) kunt overbrengen bij een groot publiek.

Tegelijkertijd is het ook een moeilijk onderwerp. Het is moeilijk omdat het ons allemaal raakt. Het is precies zoals Gore stelt: An Inconvenient Truth. Een ongemakkelijke waarheid.

Hoe reageert Karel Knip daarop in NRC Handelsblad? In de krant van zaterdag 20 oktober stelt hij in zijn rubriek in de bijlage W&O dat de ergste overdrijving van Al Gore de suggestie is dat de zeespiegel in de nabije toekomst meters gaat stijgen. (Gore stelt dat de zeespiegel tenminste 6 meter gaat stijgen zodra het ijs op Groenland en de Zuidpool is gesmolten, aldus Knip.) Verder zou het een feit zijn dat de zeespiegel op dit moment niet merkbaar sneller stijgt dan hij al 150 jaar doet en dat er geen drama's worden verwacht, aldus Knip. Tenslotte stelt hij nog over Gore dat hij 'de emoties zonder de feiten' zou geven.

In een eerdere notitie op mijn blog Mik van Es -- notities ging ik daar dieper op in. In werkelijkheid blijkt dan dat het tempo waarmee de zeespiegel stijgt de laatste jaren bijna verdubbeld is. Verder is de totale stijging van de zeespiegel wanneer al het ijs van Groenland en de Zuidpool gesmolten is, niet een luttele 6 meter, maar in werkelijkheid meer dan 65 meter. Verder blijken zowel het Groenlandse ijs als het Zuidpool ijs jaarlijks qua hoeveelheid af te nemen. Het smelt dus. Ik confronteerde Karel Knip met deze informatie, maar hij vond het tot nu toe overbodige moeite zijn onjuiste verdachtmakingen te rectificeren.

Afgelopen weekend meende NRC Handelsblad in haar maandelijkse kleurenbijlage opnieuw het gevaar Al Gore te moeten bezweren. Dit keer heeft men daar maar liefst 6 bladzijden kleurendruk voor nodig en heeft men de romanschrijver Christiaan Weijts aangetrokken voor dit uitgebreide ... Ja, wat precies. Een feitenrelaas kun je het moeilijk noemen. Zelf introduceert men het verhaal als volgt: "Christiaan Weijts stelt zich voor hoe Gore zich voorbereidt op zijn reis naar Oslo." Vervolgens heet het verhaal dat in werkelijkheid dus fictie is: "Een portret van een man tussen idealisme en eerzucht." Ik denk dat dit slechte journalistiek vormt. Als je met een fictie-verhaal wilt komen, dan moet je niet over een bekend persoon gaan praten. Ook mag je best met een opinie-artikel komen, maar dat moet je dan weer niet benoemen als 'portret'. NRC Handelsblad als de moderne Privé van gestudeerd Nederland.

In dit fictieve portret de volgende passage: "De voornaamste blunder van Al Gore is de bewering dat de zeespiegel binnenkort meters gaat stijgen. Zes meter hoge golven laat de film zien. Voor de Nederlandse kijker was het even slikken: alleen wat stukjes Brabant, Limburg en Gelderland werden niet door het water verslonden. Onjuist, oordeelde de Britse rechter, op basis van twee gehoorde deskundigen. De zeespiegelstijging is al anderhalve eeuw constant. De komende honderd jaar zal het water met hooguit 40 centimeter stijgen, concluderen ook de wetenschappers van het klimaatpanel IPCC, waarmee Gore de Nobelprijs deelt."

Vervolgens groot gezet en in rode letters:
'Iemand die zo weinig respect voor de waarheid heeft, verdient geen Nobelprijs voor de vrede.'

Kan het nog misleidender? Zelfs de Story maakt het doorgaans niet zo bont. Om te beginnen heeft Gore nooit gesteld dat binnenkort de zeespiegel meters gaat stijgen. We weten alleen zeker, dat als alleen al een behoorlijk deel van het Groenlandse ijs smelt, de wereldwijde ramp niet valt te overzien. Op wat voor termijn dat precies gaat gebeuren, is nu nog niet duidelijk. En als we verstandig zouden zijn, dan zouden we het dus niet laten gebeuren. Zijn we zo verstandig?

Maar als dat gebeurt, dan verdwijnen echt ook die laatste stukjes Nederland nog wel onder water. Maak je geen illusies. En verder is dat idee van die constante zeespiegelstijging dus gebakken lucht. Het komt uit de koker van mensen die graag willen geloven dat het allemaal wel mee valt of van "deskundigen" die gewoon niet op de hoogte zijn met de meest recente informatie.

Tenslotte stelt het IPCC nergens dat het zeewater maar 40 centimeter stijgt deze eeuw. Het IPCC geeft namelijk een verwachte stijging van het zeewater aan voor de komende honderd jaar onder de nadrukkelijke vermelding dat men daarbij geen rekening houdt met de mogelijkheid dat het ijs op Groenland en de Zuidpool gaat smelten. Een beetje zorgvuldig lezen is voor een krantenredactie tegenwoordig kennelijk al te hoog gegrepen.

Er zit er natuurlijk ook een verheugende kant aan dit publicitaire geweld. Men heeft kennelijk 6 bladzijden kleurendruk bedacht door een romanschrijver nodig om zichzelf en de lezers lekker in slaap te wiegen. Wanneer hoorden we ook al weer eerder dat we gerust konden gaan slapen? Was dat niet vlak voor de Duitse inval in Nederland?

Dat NRC Handelsblad 6 bladzijden nodig heeft om ons weer wat ontspannen in onze SUV's rond te laten rijden, danken we allemaal aan Al Gore en daarom verdient die man volgens mij niet één maar eigenlijk twee Nobelprijzen. In ieder geval is het mij wel duidelijk dat dat ontspannen rondrijden inmiddels haar langste tijd gehad heeft en het zal, vrees ik, niet lang meer duren of ook de redactie van NRC Handelsblad gaat enige nattigheid voelen.





Bron: Christiaan Weijts, Al Gore, het milieu, de macht, de media: de medaille. M, het maandblad van NRC Handelsblad, december 2007, p. 59-67.


zondag, december 02, 2007


Vrouw en Seks: 12. Shere Hite


NRC Handelsblad introduceerde op 17 november 2007 in de Zaterdag &cetera bijlage de 'wereldberoemde seksuologe' Shere Hite via een interview over bijna twee bladzijden: 'Seks zou een dans moeten zijn' (p. 22/23). Hite zal verder in iedere weekend-editie, te beginnen met deze, vragen van lezers beantwoorden over seks. Haar column van deze week is getiteld Nieuwe Moraal en is een reactie op een vraag van de redactie. Wat zegt Hite en klopt dat of juist niet, met wat ik in de Vrouw en Seks notities tot nu toe beweerde?

"De traditionele opvattingen omtrent seks waren ingegeven door de zorg voor de voortplanting. Daarom zien we ons nu genoopt dit 'seksuele ritueel', zoals ik het aanduid, steeds te herhalen. Dat is eenzijdig gericht op geslachtsgemeenschap, waarbij de man zijn penis in de vagina brengt, zijn orgasme beleeft en zijn zaad uitstort. Mannen kopen zelfs middelen als Viagra om dit ritueel te kunnen vervullen. Ze hebben het gevoel dat ze een grote erectie moeten hebben. Dit onder het motto dat de vrouw dit wil. (...) Volgens mijn onderzoeken is dit helemaal niet wat vrouwen willen. Vrouwen willen juist meer interactie met de man. Seks zou meer als een dans moeten zijn, waarbij de vrouw en de man als gelijkwaardige partners hun lichamen in een soort dialoog met elkaar brengen. In het gebruikelijke seksuele ritueel rond de geslachtsdaad bereiken de meeste vrouwen geen orgasme. Ze komen nu eenmaal makkelijker klaar door masturbatie. Er wordt daarom wel gezegd: wat is het nut van het vrouwelijke orgasme, als dat niet eens nodig is voor de voortplanting? Maar daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om een gelijkwaardige rol voor man en vrouw, waarbij beiden een climax bereiken."


In kort bestek wordt hier veel beweerd. Met het eerste deel ben ik het eens. Mensen hebben overwegend een bepaalde opvatting van seks die sterk traditioneel is en die sterk gebaseerd is op seks zoals die voor voortplanting nodig is. Als man en vrouw zich daar prettig bij voelen, is dat natuurlijk geen probleem. Maar ik ben het met Hite eens dat dat vermoedelijk lang niet altijd precies is wat vrouwen eigenlijk willen. Als mijn voorgaande notities juist zijn, dan wil een vrouw primair een 'goede' man en is de seks vooral het middel waarmee ze die man bindt. Anders geformuleerd: haar vrouw zijn, haar uiterlijk en de seks geeft haar macht en invloed over het voortdurend op seks gerichte mannetje.

De grote mensapen-expert Frans de Waal merkt bijvoorbeeld op dat de vruchtbaarheid van mensenvrouwtjes in doorsnee twee keer zo hoog is als bij de verschillende soorten mensapen. Dat enorme verschil ontstaat puur doordat bij de mensapen de vrouwtjes de zorg voor het jong volledig alleen hebben. Niemand helpt ze. Bij mensen daarentegen helpt het mannetje mee, waardoor mensvrouwen na 2 of 3 jaar een volgend kind kunnen grootbrengen. Maar dat kan dus alleen doordat het mensenvrouwtje kans ziet om het mannetje voor haar en haar kroost te laten werken. Verder weten we dat mensenvrouwtjes hun vruchtbaarheid camoufleren, terwijl mensapen die juist nadrukkelijk tonen. En verder weten we dat mensenmannetjes voortdurend zin hebben in seks terwijl dat bij mensapen niet zo is. Door het camoufleren van die vruchtbaarheid werden dus de mannetjes door seks gebonden aan het vrouwtje en verdubbelde de uiteindelijke vruchtbaarheid.

Het tweede deel van wat Hite beweert, lijkt me niet juist. Vrouwen willen primair invloed en macht over de man, in ieder geval wel als ze verstandig zijn. Dat is iets anders dan interactie. Wanneer we naar prostituees kijken, dan zien we ook inderdaad dat deze vrouwen/mannen die van seks hun beroep maken, wel invloed en macht uitoefenen (de klant betaalt en niet omgekeerd), maar dat de interactie tot het hoognodige wordt beperkt. (Zie voor dit punt bijvoorbeeld hier). Je ziet dus dat de relatie absoluut niet gelijkwaardig is en dat de prostituee niet streeft naar een langdurige interactie maar naar een kortdurende interactie. Verder is de man wel gericht op klaarkomen, maar de prostituee niet, althans niet bij zichzelf. Natuurlijk wel op het laten klaarkomen van haar klant.

Het is grappig dat Shere Hite dit zo voor de hand liggende punt mist. Dat komt vermoedelijk door haar feministische bril. Ze gaat er bij voorbaat van uit dat de man 'on top' is en het idee dat de vrouw door haar sekse de verhoudingen naar haar hand kan zetten, ligt voor haar moeilijk. Dit sluit ook aan bij het laatste stuk van het citaat: dat er gestreefd zou moeten worden naar een gelijkwaardige rol in de seksuele relatie. In het idee van Hite is de vrouw de zwakkere partij en zou het al veel eerlijker zijn als ze dezelfde positie had als de man. In werkelijkheid is de seksuele relatie natuurlijk ongelijk en heeft de vrouw de macht. De vrouw controleert immers met haar uiterlijk het gedrag van de man en niet omgekeerd. Niet de prostituee betaalt, maar de man. Niet de vrouw wil seks, maar de man wil seks.

Ook met de mannelijke seksualiteit heeft ze het maar moeilijk. "Zeven jaar lang heb ik ook de mannelijke seksualiteit bestudeerd. Aanvankelijk begreep ik mannen helemaal niet. Ik vroeg me af: wat willen ze? Ik kwam tot de conclusie dat het ook voor hen beter zou zijn om zo'n gemeenschappelijke dans tussen lichamen te hebben, waarbij beide partners zo lang mogelijk opgewonden blijven in plaats van een toestand waarbij de man 'hem er even in steekt' en klaar komt." Ik vind dit wel grappig, omdat juist mannen in dit opzicht als uitermate simpel beschouwd worden. Het is dus moeilijk voorstelbaar, wat daar voor moeilijks of ingewikkelds aan zou zijn. Kennelijk is het probleem dat mannen zich in seksueel opzicht anders gedragen dan Hite eigenlijk gewenst vindt.

Een punt dat ik al eerder aanstipte, bevestigt Hite ook. Waar trek je de scheidslijn tussen wat sexy is en pornografie? "Wij vrouwen voelen ons allemaal onder druk gezet om niet te behoren tot die sexy, zondige vrouwen. (...) Zonde wordt al eeuwen geassocieerd met seks en juist ook met de vrouw, (...)" Voor veel vrouwen in onze cultuur is sexy en verleidelijk zijn, geassocieerd met zonde en fout. Het hoort niet, het is niet netjes, het geeft geen pas.

In haar column deze eerste week weet Hite te vertellen dat de zogenaamde g-plek niet bestaat blijkens veel studies. Uit de reactie van een fysioloog begreep ik dat dit niet juist is. Die zogenaamde g-plek bestaat wel degelijk.

Hite stelt in haar column dat vrouwen wel degelijk een orgasme kunnen krijgen, maar heel vaak door masturbatie in plaats van door penetratie. In het Hite Report over Vrouwelijke Seksualiteit toonde ze dit aan, stelt ze. Maar het idee dat vrouwen penetratie prettig moeten vinden en tijdens die penetratie het orgasme moeten beleven, blijkt moeilijk uitroeibaar. Ik ben dit wel met haar eens.

Uit dat gegeven dat veel vrouwen zelf een orgasme kunnen bereiken in combinatie met het uitgangspunt dat beide partners een gelijkwaardige rol moeten spelen, trekt Hite de conclusie dat er bij het vrijen meer ruimte moet worden ingeruimd voor het stimuleren van de vrouw. Je kunt echter ook redeneren dat dat krijgen van een orgasme door masturberen dat kennelijk voor vrouwen meer regel dan uitzondering is, in de evolutie niet toevallig zo gegroeid is. Het was voor vrouwen kennelijk vaak handiger en 'lonender' om zelf dat orgasme te verzorgen dan daar een man voor te gebruiken. Door het zelf te doen, controleert een vrouw haar eigen orgasme en heeft ze in seksueel opzicht geen man meer nodig. Door die maatregel werd ze dus in seksueel opzicht veel onafhankelijker. De lustbeleving van de vrouw werd door de evolutie minder rechtstreeks gekoppeld aan de man, waardoor de vrouw in seksueel opzicht veel vrijer werd. De gerichtheid van mannen op vrouwen werd in de loop van de menselijke evolutie echter steeds groter, denk bijvoorbeeld aan het camoufleren van de vruchtbaarheid en de voortdurende seksdrang bij mannen. Hite vindt echter dat vrouwen bij seks ook een orgasme moeten beleven. Maar waarom eigenlijk? Wat is het voordeel voor een vrouw wanneer ze dat al prima op een andere manier kan realiseren?

Zelf merkt ze op in haar column: "Het onderzoek toont aan dat niet de vrouwen een probleem hebben met het orgasme maar de samenleving: die kan maar niet accepteren hoe vrouwen tot een orgasme komen. Ze staat erop dat dit gebeurt door en tijdens de gemeenschap met een man." Maar in feite heeft ze zelf dus ook een probleem met dit als een gegeven te accepteren. Zelf wil ze ook een vorm van seks waarbij vrouwen wel tot orgasme komen. Maar waarom zou zo'n vorm van seks beter zijn? Als vrouwen zich prettig voelen door het te doen zoals ze het doen, waarom zou het dan nu opeens met een man moeten? Wat is voor een vrouw in dat geval de meerwaarde?

Ze sluit af met: "Seks kan iets nieuws worden, iets dat we nog niet hebben gezien, iets dat we creëren door heel kleine, moedige stapjes te nemen." Ze bevestigt daarmee in feite een ander punt waar ik al eerder op wees. Door onze culturele bagage hebben we het idee dat seks heel bijzonder en heel uniek moet zijn. In werkelijkheid zou het heel gewoon, heel alledaags en niet bijzonder moeten zijn. Seks doe je omdat het er bij hoort, omdat een man niet zonder kan, omdat het moet, omdat het belangrijk is, omdat het leuk is. Maar op het moment dat iemand zegt dat het zo bijzonder is, is het niet meer bijna dagelijks. En dan houdt het op een solide bindmiddel voor de relatie te zijn. Het introductie-artikel vermeldt in dit verband: "Na enige jaren scheidde ze..." Haar huwelijk duurde van 1985 tot 1999.

En aan haar uiterlijk zal het niet gelegen hebben, want ze financierde haar studie door als fotomodel te werken. En ook dat punt kwam al eerder naar voren: een leuk uiterlijk helpt misschien mee om een man vast te houden, maar het is tenslotte niet voldoende.