maandag, mei 28, 2007


Vrouw en Seks: 9. Seks als bindmiddel


Laat ik eerst een samenvatting geven van het voorgaande. Veel vrouwen ergeren zich aan expliciete afbeeldingen van vrouwelijk schoon. De redenen die ze daarvoor aandragen zijn nogal mistig, maar komen er uiteindelijk op neer dat ze hier een seksprobleem ervaren en dat ze het gevoel hebben niet te kunnen concurreren met dat vaak fraaie en suggestieve vrouwelijke schoon. Vrouwen die klagen over een seksprobleem, bedoelen daar in feite een relatieprobleem mee, heb ik verondersteld.

Vervolgens heb ik laten zien dat een vrouw al relatief jong een groot aantal strategische beslissingen moeten nemen om later vermoedelijk niet zonder een geschikte man te zitten. En behalve die strategische beslissingen moet ze daarna ook nog grondig nadenken over de tactiek die ze het beste kan toepassen om die man naar haar hand te zetten. Uiteindelijk lijkt ze maar op 2 manieren duidelijk grip op haar man te kunnen uitoefenen: vriendschap en seks. Bij het nagaan van de vriendschapsoptie blijkt vriendschap in de praktijk tussen man en vrouw vaak lastig te realiseren. De natuur zoekt het kennelijk niet in vriendschap, maar in seks.

Laat ik nu eerst eens proberen na te gaan, wat het probleem precies is en hoe de natuur/evolutie dit probleem gedacht heeft op te lossen.

Seks is de methode die de natuur bedacht heeft voor veel 'hogere' organismen om zich voort te planten. Zonder seks geen leven. In ieder geval geldt dat voor 'hogere' levensvormen als zoogdieren en dus ook de mens. Het vermogen tot ongeslachtelijke voortplanting is al heel lang geleden in de evolutie van de mens verloren gegaan. Voor seks moeten twee individuen van dezelfde soort bij elkaar komen en genen uitwisselen. Dit is de standaardprocedure voor zoogdieren en tot zo ver werkt het allemaal perfect. Mannen voelen zich overwegend aangetrokken tot vrouwtjes en vrouwtjes voelen zich zo af en toe aangetrokken tot een mannetje. Het resultaat is kleine mensjes.

In ons evolutionaire verleden was het de vrouw die het kind kreeg en de borst gaf (verzorgde, groot bracht). In ieder geval is het eerste nog steeds zo en het tweede overwegend ook (uitzonderingen daargelaten). De problemen begonnen toen mensenkinderen steeds langer en steeds meer zorg nodig hadden. De zorg voor de kinderen is bij mensen een bijna levensvullende taak geworden, die een vrouw alleen niet meer goed kon opbrengen. Het werd dus belangrijk dat de man aanwezig bleef om voedsel aan te slepen en als beschermer. Aan de ene kant kon een vrouw doordat het grootbrengen van een kind langer duurde, in totaal minder kinderen groot brengen. Aan de andere kant was daarbij de aanwezigheid en de hulp van een man essentieel. (De tijden waren tijdens ons bestaan als jagers/verzamelaars vaak nog wat moeilijker dan tegenwoordig.) Het gevolg was dat een goede man erg belangrijk werd voor de vrouw om haar relatief kleine kindertal groot te brengen.

Hoe regelde de evolutie dit? Allereerst veranderde de positie van de man. Normaal zijn er maar weinig mannen echt nodig. 'Zaad is goedkoop,' wordt wel gezegd door biologen. Toen mannen echter belangrijk werden voor het grootbrengen van de kinderen, had iedere vrouw haar eigen man nodig. In een jagers/verzamelaars samenleving heeft een vrouw weinig aan een man die ze met een andere vrouw moet delen. Iedere vrouw wilde dus het liefst haar eigen geschikte man. Maar omdat het aantal mannen in verhouding tot het aantal vrouwen beperkt is (ongeveer 1:1) en een geschikte man voor een vrouw van groot belang werd om de kinderen groot te brengen, ontstond er een soort wedloop van de vrouwen op de beste mannen. Voor vrouwen werd het belangrijk om er gezond en vrouwelijk uit te zien om op die manier de beste man te kunnen strikken. Mogelijk dacht die man dat hij de vrouw strikte, maar voor het principe maakt dat weinig uit. Vrouwen gingen dus geleidelijk aan hun uiterlijke kenmerken overdrijven en uitvergroten. Het haar werd lang. De borsten kwamen naar buiten zodat ze duidelijk zichtbaar werden. Hoe 'vrouwelijker' de vrouw eruit zag, hoe groter haar kansen werden om een van de beste mannen te krijgen.

Normaal in het dierenrijk zijn onopvallende vrouwtjes en opvallende en kleurrijke mannetjes. Want het vrouwtje kiest en het mannetje wil als het ware graag gekozen worden. Bij mensen draaide dit om. De vrouwtjes begonnen te schitteren en de mannetjes werden wat grauw. Iets dat we tegenwoordig ook nog steeds kunnen zien.

Behalve dat de vrouwtjes hun uiterlijk oppoetsten en begonnen te tonen om een geschikte man aan te trekken, moesten ze ook anders gaan selecteren. Normaal in het dierenrijk is dat vrouwtjes vooral op het uiterlijk van de mannetjes selecteren. Maar dat geeft geen enkele garantie voor de capaciteiten als kostwinner en beschermer. Vrouwtjes begonnen dus meer op zaken als status (veiligheid) en verdiencapaciteit te letten en minder op het uiterlijk. Een aspect dat voor vrouwen ook belangrijk werd, was de echtelijke trouw. Zou het mannetjes straks braaf bij haar blijven? Of zou het achter een ander leuk vrouwtje aangaan als het de kans kreeg en haar alleen achterlaten met het kroost? Het was dus niet langer voldoende dat de man er leuk uitzag, hij moest ook eten kunnen inbrengen, een bepaalde status hebben en betrouwbaar zijn. De vrouw kon niet langer alleen maar afgaan op haar ogen, maar moest ook haar 'hart' (verstand) laten spreken.

Andere vrouwen die er goed uitzagen, waren concurrenten. Vrouwen die er minder goed uitzagen, waren niet erg. Vrouwen die er beter uitzagen, waren een echte bedreiging. Uiteraard is dit nog steeds zo.

Om het mannetje te binden, gebruikten de vrouwen het middel dat ze ook gebruikten om een relatie met de man aan te gaan: seks. De natuur richtte het zo in, dat vrouwtjes niet langer hun vruchtbaarheid toonden. Het gevolg was dat de man voortdurend seks met haar moest hebben omdat hij niet wist wanneer ze precies vruchtbaar was. Het gevolg daarvan was weer dat mensenmannetjes het hele jaar door zin hebben (bronstig zijn). Dit in tegenstelling met veel andere diersoorten.

Het mannetje wil en moet seks. Het gevolg is dat het mannetje achter het vrouwtje aanloopt en niet omgekeerd. Het vrouwtje wil soms echt lichamelijke seks, maar ziet seks toch ook heel vaak in termen van macht en invloed op haar relatie. Seks voor mensenvrouwtjes is vaak niet iets puur lichamelijks waarna ieder zijn weg weer gaat, maar seks is vooral bij elkaar zijn, intiem zijn, een relatie opbouwen.

De vrouw wil haar eigen man en ze wil niet een gedeelde man. Om die reden heeft ze niet echt een boodschap aan de dominante man van de groep die het bij voorkeur met meerdere vrouwtjes doet. De evolutie lost dit op door de vruchtbare periode van de vrouwen van de groep te synchroniseren (Vrouwen in een groep worden tegelijk ongesteld). De dominante man kan in die vruchtbare periode met 2 of 3 vrouwen slapen, maar nooit met allemaal.

Toch is die bescherming tegen dominante mannen niet volmaakt. Vermoedelijk mede daardoor verandert het uiterlijk van vrouwen vaak snel in 'negatieve' zin zodra ze een vaste relatie en kinderen hebben. Een al te expliciet aantrekkelijk uiterlijk is dan niet meer nodig en vergroot alleen maar het risico op ongewilde seks met dominante of agressieve mannen waardoor de relatie met het eigen mannetje gevaar zou lopen. Door leereffecten is het eigen mannetje niet echt gevoelig voor die veranderingen in het uiterlijk van de vrouw.

De natuur zoekt het dus kennelijk niet in vriendschap, maar vooral in voortdurende seks om de noodzakelijke man--vrouw relatie in stand te houden. Dit is dus in schril contrast met de opvatting van protestanten en katholieken dat het doel van seks alleen de voortplanting zou zijn. In ieder geval voor mensen is die stelling dus vermoedelijk onjuist.

Het bovenstaande mechanisme maakt een aantal merkwaardigheden duidelijk.
1. Jonge vrouwen willen graag mooi zijn en duidelijk aanwezig zijn. De reden daarvoor is heel simpel dat dat hun kansen op een 'interessante' man vergroot.
2. Zodra die jonge vrouw een vaste partner heeft en kinderen, krijgt ze belang bij een minder nadrukkelijke aanwezigheid.
3. Andere knappe jonge vrouwen die zich wel nadrukkelijk presenteren, vormen voor haar relatie nu een bedreiging.
4. Seks is eigenlijk niet -- zoals ik eerder stelde -- het smeermiddel, maar sterker nog: het bindmiddel in de relatie.
5. Door leereffecten* is een eventuele achteruitgang in het uiterlijk van de vrouw amper van invloed op de relatie. Onvoldoende seks is dat juist wel. Dit seksmechanisme is echter bij veel vrouwen (en mannen) onbekend of onduidelijk.

Dat het evolutionaire mechanisme niet altijd goed functioneert, blijkt uit de talloze relatieproblemen en de vele echtscheidingen. In de volgende notities zal ik ondermeer laten zien dat in onze moderne tijd een aantal problemen de evolutionaire oplossing bedreigt.





* zie voor informatie over leereffecten bij seks mijn travestienotities.


vrijdag, mei 25, 2007


Vrouw en Seks: 8. Moeilijke vriendschap met mannen


Een verstandige vrouw (of man) probeert eerst een vriendschapsrelatie op te bouwen met haar (zijn) partner. Op die manier is ze niet langer afhankelijk van haar seksuele aantrekkingskracht op de man, maar heeft ze op een tweede manier grip op die man. Helaas mislukt die vriendschapsrelatie uiteindelijk vaak. Vriendschapsrelaties tussen mannen en vrouwen zijn zo moeilijk, dat je soms bijna gaat denken dat ze helemaal niet voorkomen. Afgaande op mijn eigen observaties is dat te somber. Er zijn zo af en toe inderdaad stellen die een duidelijke vriendschapsrelatie hebben. Het kan dus wel.

Waarom is vriendschap tussen vrouw en man zo lastig? Ik probeer hierna wat mogelijke antwoorden op een rijtje te zetten.

1. Vrouwen zien vriendschap en seks graag gekoppeld, maar voor mannen is die koppeling niet vanzelfsprekend. Ze hebben seks met iemand, maar die iemand is daarmee nog geen vriend(in). Ook voor vrouwen is die koppeling tussen seks en vriendschap niet automatisch. De meeste vrouwen hebben wel vriendinnen, maar dat betekent niet dat ze daarmee ook vrijen. Kijken we vervolgens naar echtparen (b.v. thuis en in restaurants e.d.) dan is het duidelijk dat de seksuele relatie lang niet altijd uitmondt in een echte vriendschapsrelatie (hoewel vrouwen dat misschien wel graag zouden willen). Het idee dat seks vooral plaats zou vinden binnen een vriendschapsrelatie klopt dus niet.

2. Een normale man ziet in een leuke vrouw niet een leuke maat, maar 'een lekker ding' d.w.z. de man associeert haar met seks. Voor een man is het meestal niet goed mogelijk dat seksuele aspect helemaal weg te denken, hoe zeer hij zich daar ook voor inspant. Het is en blijft voor hem uiteindelijk een vrouw, een met seks geladen wezen en niet een echte 'maat'. In dit verband moet je je realiseren dat mensen vermoedelijk zo in elkaar zitten dat ze een fundamenteel onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. De informatie wordt vrijwel zeker via verschillende routes door het neuronale systeem verwerkt.

3. Voor een vrouw geldt precies hetzelfde. Zij ziet een man als een man en niet als een vrouw. Dit maakt aan de ene kant een bepaald voorgeprogrammeerd biologisch systeem in haar wakker. Aan de andere kant heeft zij vrijwel zeker ook negatieve ervaringen opgedaan met mannen zoals handtastelijkheden en opdringerigheid die haar voorzichtig maken. Verder weet ze door cultuur, ervaring en erfelijkheid dat die man vermoedelijk sterk seksgericht is. Deze factoren maken het voor haar moeilijk een man te zien als een 'vriendin'.

4. Wanneer zij de man in kwestie wel 'leuk' vindt, hebben veel vrouwen de neiging door seks een relatie aan te knopen met de man. Daardoor krijgt de relatie echter een seksueel karakter en wordt het opbouwen van een vriendschapsrelatie voor de man in feite overbodig. Hij heeft wat hij hebben wil.

5. Op het moment dat de vrouw overtuigd raakt dat de man alleen een 'maatje' voor haar wil zijn en haar dus niet meer als vrouw ziet, verliest de man voor haar zijn seksuele aantrekkelijkheid. Het is misschien een geschikt maatje, maar geen geschikte partner meer.

6. De beste manier om een vriendschapsrelatie op te bouwen met een man is eerst geen seks met hem te hebben. Op die manier kan de man laten zien dat hij ook zonder seks bereid is tijd, geld en moeite in de vrouw te investeren. Dit komt dus overeen met de lange seksloze verkering die vroeger als ideaal werd voorgesteld. Aan de andere kant biedt zo'n lange seksloze periode helemaal niet de garantie dat er inderdaad een echte vriendschapsrelatie ontstaat. Wil die echt ontstaan, dan moet de aanwezigheid van de vrouw daadwerkelijk een plus betekenen voor de man. Zijn leven moet op de momenten dat zij er is, meer glans krijgen. Zonder seks is dat niet onmogelijk, maar voor veel vrouwen zal het wel lastig zijn. Gemakkelijk is deze aanpak voor de doorsnee-vrouw dus bepaald niet.

7. Verder is zo'n lange seksloze periode voor de man erg frustrerend (hij ziet de vrouw immers nog steeds als gekoppeld met seks maar krijgt die niet) en kan die lange periode er ook gemakkelijk toeleiden dat er daarna niet meer een normale seksuele relatie ontstaat.

Hoe sterk dit soort effecten zijn, blijkt bijvoorbeeld als een vrouw erin slaagt zich geloofwaardig te verkleden als man. Vrouwen zien haar daarna dus als man. Dat levert een muur van wantrouwen op. Als het haar lukt om daarna duidelijk te maken dat ze toch echt vrouw is, valt die muur weg. Mannen die in staat zijn zich te verkleden als vrouw hebben soortgelijke ervaringen. Als man is het moeilijk contact te leggen met vrouwen; als 'vrouw' ben je een soortgenoot en valt die 'muur' weg en proberen vrouwen spontaan zelf contact te leggen.

Komen pure vriendschapsrelaties tussen vrouw en man veel voor? Wanneer je in restaurants e.d. let op de onderlinge reacties en de onderlinge conversatie, lijkt het duidelijk dat veel vrouw-man relaties niet vriendschapsrelaties zijn. Een andere aanwijzing zijn faillissementen. Na het failliet gaan van de man volgt bijna altijd een scheiding. Zonder geld is de man niet langer aantrekkelijk voor de doorsnee vrouw. Bij echte vriendschapsrelaties zou daar geen sprake van zijn. Een andere aanwijzing zijn de relaties in de media, bijvoorbeeld op tv en in film. Vrijwel altijd zijn dit typische man-vrouw relaties en zelden of nooit pure vriendschapsrelaties. Pure vriendschapsrelaties komen dus in ieder geval niet erg vaak voor.

Een punt is ook de machtsverdeling. In een vriendschapsrelatie hebben de beide vrienden in beginsel even veel rechten. In een seksrelatie krijg je automatisch dat de een neukt en dat de ander zich laat neuken. (Sorry voor het woord.) Seksrelaties zijn dus min of meer automatisch qua macht ongelijk. De ene partner ligt boven, de ander ligt onder. Bij huwelijken zie je vaak of een ongelijke machtsverdeling of een eindeloze strijd om de macht, maar zelden een strikte gelijkwaardigheid van de partners. Dit wordt bij voorbeeld ook weer bevestigd als je kijkt naar de totaal gewerkte uren (werk en huishouding)van de partners die bijna altijd ongelijk zijn en vaak in het nadeel van de vrouw.

Een probleem met pure vriendschapsrelatie is ook dat deze relatievorm voor de man belastend is (geen seks, wel vriendschap) zoals ik al opmerkte, terwijl de vrouw in feite in een zwakke positie verkeert. Op het moment dat het mannetje toch een seksuele relatie vindt, blijft zij vermoedelijk zonder relatie achter.

Het idee van een vriendschapsrelatie is dus mooi, maar niet erg realistisch. Zowel de vrouw als de man zitten biologisch zo in elkaar dat ze niet met vriendschap op elkaar reageren, maar met seks.

Het idee dat seks binnen een vriendschapsrelatie zou moeten plaatsvinden, wordt vooral door vrouwen aangehangen. Een vrouw wil primair een liefhebbende partner die goed voor haar en haar kinderen zorgt. De seks heeft het doel de liefde van de partner te wekken en vast te houden. Seks zonder die 'vriendschap' is voor een vrouw in beginsel zinloze seks.

Dat betekent niet, dat een vrouw niet zou moeten streven naar een leuke en positieve relatie met een man. Natuurlijk wel. Maar moet je een kooi met een leeuw binnengaan met alleen je eigen charmante ik? Of is het beter iets mee te nemen waar de leeuw echt dol op is?


donderdag, mei 17, 2007


Vrouw en Seks: 7. Vriendschap met een man?


Mijn vorige notitie over Vrouw en Seks (6) eindigt met de opmerking dat vrouwen hun man als een gegeven zien. Niet als een grote hond die ze met een beetje tact en handigheid in bedwang moeten houden.

Die vergelijking gaat niet helemaal op. Bij een hond heb je een aantal zaken onder controle. Je kunt hem iets lekkers geven. Je kunt hem even aanhalen. Je kunt hem als hij al te vervelend wordt, opsluiten. (Werkt als straf en is dus dom.) Verder hoeft die hond normaal geen complexe taken uit te voeren en heeft hij een beperkte bewegingsvrijheid. Bij een man is dat allemaal ontzettend veel lastiger. Verder heb je uiteindelijk maar weinig manieren om greep te krijgen op dat mannetje. In mijn vorige notitie kwam ik tenslotte uit op vriendschap en seks. Laat ik eerst kijken naar vriendschap.

Twee hondjes die elkaar tegenkomen in het bos kunnen binnen een minuut besluiten dat ze samen willen spelen. Ze rennen, ze hollen, ze springen en ze hebben dolle pret. Vriendschap bij mensen lijkt daarop. Samen zijn is leuk en biedt voordelen. Bij elkaar zijn, samen dingen doen is pret. De een reageert op de ander en de ander ervaart dat als iets dat het leven waardevoller maakt. De aanwezigheid van de ander werkt als iets positiefs. Bij mensen betekent het vaak dat ze eindeloos kletsen, dat ze het fijn vinden bij elkaar te zijn en samen dingen te doen.

Een ander voorbeeld is de maat in het leger. In een oorlogssituatie is een soldaat kwetsbaar door vijandelijk vuur. Maatjes zijn voor elkaar verantwoordelijk. Jouw maat zorgt voor jou; jij zorgt voor jouw maat. Omdat jouw maat zorgt voor jou, heb je ook belang bij die maat. Als hij op jou kan rekenen, kun jij op hem rekenen. Door dus te investeren in zijn welzijn, zorg je ook voor je eigen veiligheid. Maatjes kunnen daardoor een sterke emotionele binding ontwikkelen.

Op het moment dat er een vriendschapsrelatie is ontstaan, heeft de ander belang bij jou. Jij bent een positieve factor geworden. Door jou is het leven van je man een stukje leuker. Daardoor probeert hij ook zijn best te doen naar jou toe, want jij bent voor hem waardevol. Door een vriendschapsrelatie krijg je dus grip op het gedrag van de ander. Als de ander het te bont maakt, ben jij er even niet. Eigenlijk werkt dat ook als straf maar omdat je iets positiefs even weghaalt, is het minder frustrerend.

Om grip te krijgen op de man, moet je dus een vriendschapsrelatie met hem op te bouwen. Dat betekent samen dingen doen, samen kletsen. Er zijn voor de ander. Belangstelling hebben voor de ander. De ander een luisterend oor bieden. Samen lol maken. Dat klinkt misschien simpel, maar is het niet.

De gedragsanalytische basis van een vriendschapsrelatie is wat vaag. In de gedragsanalyse is een deel van het werk het vinden van gebeurtenissen die het voorgaande gedrag versterken. Met een hondenkoekje kun je invloed uitoefenen op het gedrag van je hond. Die invloed is nogal beperkt en heeft vervelende bijwerkingen. Daarom werken trainers liever met een geluid dat door de hond gekoppeld wordt aan de beloning. Dat geluidje lijkt al wat minder concreet, maar is in werkelijkheid natuurlijk nog prima waarneembaar. De meeste honden zijn ook gevoelig voor wat aandacht van het baasje. Ook dat is nog prima waarneembaar. Maar wat is de versterker in een vriendschapsrelatie?

De versterker in de vriendschapsrelatie is de ander met zijn gedrag. Wanneer je door een bos loopt kun je dat alleen doen. Je kunt het ook doen met iemand die je graag mag. Samen door een bos lopen is dan leuker. De ander en zijn gedrag fungeert als een bron van positieve prikkels.

De kern van een vriendschapsrelatie is dat beide partners beter af zijn en een bepaalde mate van 'lol' beleven aan het contact. Ga samen ergens iets eten en kijk of het klikt. Voor een vriendschapsrelatie moet jij hem iets te bieden hebben en hij jou . En dat is iets anders dan seks, want seksrelaties en vriendschapsrelaties zijn duidelijk verschillende zaken. Met je vrienden heb je normaal geen seks en -- zoals ik verderop ook nog wel zal laten zien -- sekscontacten zijn niet automatisch vriendschapsrelaties.

Wat is een geschikte man? Als je een vriendschapsrelatie met die man wilt, moet je er zeker van zijn dat je ook inderdaad vriend met die man kunt en wilt zijn. Hoe kom je daarachter? De oplossing is simpel. Eerst vrienden worden en kijken hoe dat gaat. De seks dus uitstellen, want die vertroebelt alles, ook je oordeel. Ik geef toe dat er aan dat uitstellen van seks ook vervelende en bedenkelijke kanten zitten. Toch is de keuze in feite simpel: wat wil je? Een seksrelatie of een vriendschapsrelatie of alletwee. Als je geen pure seksrelatie wilt, is er geen andere optie dan eerst een vriendschapsrelatie op te bouwen. Andersom gaat vrijwel zeker niet of uiteindelijk mis.

Vriendschap heb je in veel soorten en vormen. Voor mij is de basis van vriendschap dat je samen goed kunt kletsen, dat je samen lol hebt, dat het fijn is om bij elkaar te zijn en samen dingen te doen. Hoe kom je daarachter? Na verloop van tijd heb ik voor mezelf een simpele testprocedure ontwikkeld (mannen zitten natuurlijk met hetzelfde probleem). We gaan samen uit eten en zo nodig nog een keer en nog een keer. Als je drie keer samen uit eten bent geweest, weet je echt wel of het leuk is om samen te kletsen of niet. Na verloop van tijd weet je het meestal ook wel na 1 keer.

Je kunt natuurlijk niet verwachten dat als je de eerste keer een avond met iemand kletst (want daar komt de procedure in feite op neer) dat het dan onmiddellijk geweldig gaat. Jij kent de ander niet en de ander kent jou niet. Maar na een avond samen kletsen, heb je wel een beeld van die ander. En dat heeft de ander natuurlijk ook van jou. Het belangrijkste is: is en blijft het leuk? Heeft het kletsen een meerwaarde voor je? Mijn eigen ervaring is dat het soms klikt en meestal niet. Als het klikt, is het moeilijk om precies aan te geven waarom het klikt. Maar dat het klikt, is duidelijk zodra het klikt.

Het opbouwen van een vriendschapsrelatie kost tijd en geld en vergt aandacht en inspanning. Daar staat tegenover dat een goede vriend (of vriendin) een fantastisch en belangrijk 'iets' is. Het opbouwen van een vriendschapsrelatie mag dus ook veel kosten. Het is goed om dat voor ogen te houden.

Een verstandige vrouw (of man) probeert dus eerst een vriendschapsrelatie op te bouwen met haar (of zijn) partner. Dat kost tijd, het moet ook echt klikken en het vereist zelfbeheersing omdat de seks een tijd buiten de deur gehouden moet worden. Als dat allemaal lukt heeft de vrouw er een echte vriend bijgekregen. Helaas lukt dat vaak niet.


Vrouw en Seks: 6. Hoe houd ik een man?


In mijn vorige notitie over Vrouwen en seks (5) liet ik zien dat een vrouw al vrij jong een groot aantal strategische en vrij traditionele beslissingen moet nemen om later vermoedelijk een man te hebben. Een mooi en sexy uiterlijk lijkt voor vrouwen soms erg belangrijk, maar is dat in de praktijk veel minder, tenminste voorzover het gaat om het opbouwen van een stabiele relatie met een man. De strategische beslissingen die de vrouw in kwestie in haar jonge jaren neemt, zijn vermoedelijk veel belangrijker. Dat dit zo is, is ook eenvoudig te zien. Veel knappe vrouwen eindigen zonder (geschikte) man, terwijl veel niet bijzonder opvallende vrouwen wel slagen in het opbouwen van een stabiele en bevredigende relatie. Het uiterlijk is dus uiteindelijk minder bepalend dan vrouwen soms geneigd zijn te denken.

In deze notitie probeer ik na te gaan, hoe een vrouw een man kan vasthouden en hoe ze het beste met hem om kan gaan. In de vorige notitie over Vrouwen en Seks kwamen vooral de meer strategische kwesties aan de orde, de lange termijn beslissingen. In deze notitie gaat het vooral over de tactische kwesties: het dagelijkse omgaan met de man. Dat lijkt iets simpels dat geen toelichting behoeft, maar de praktijk is totaal anders. Mannen kunnen lastige en complexe wezens zijn en wanneer een vrouw nooit heeft nagedacht over de problemen die vastzitten aan het houden van een man, kan de zaak snel uit de hand lopen. Dat dit ook inderdaad gebeurt, kunnen we zien aan de grote groep vrouwen die problemen heeft of krijgt met de relatie.

Bij de vrouwen die trouwen met een man treedt na verloop van tijd bij ongeveer 1/3 zulke grote problemen op dat ze scheiden. Het lijkt niet overdreven pessimistisch om te veronderstellen dat van de overige 2/3 tenminste de helft behoorlijke of zelfs grote problemen ervaart met de relatie. In totaal zou dan voor de ooit met een man getrouwde vrouwen al gelden dat uiteindelijk een 2/3 belangrijke of zelfs grote problemen ervaren met hun man. Het zo omgaan met een man dat er zich niet al te veel problemen voordoen, is dus veel minder gemakkelijk dan het lijkt.

Een complicerende factor is verder dat de man meestal fysiek groter en sterker is. Op het moment dat de vrouw de zaak niet meer in de hand heeft, kan er voor haar gemakkelijk een bedreigende of gevaarlijke situatie ontstaan. Een andere complicerende factor is dat in de huidige rolverdeling de man vaak het meeste inkomen inbrengt. Wie betaalt, die bepaalt, geldt dan al gemakkelijk. Ook dit punt kan de positie van de vrouw extra moeilijk maken. Tenslotte wil de vrouw van de man vaak heel veel (inkomen, aandacht, vriendschap, hulp bij de kinderen en het huishouden), terwijl de man vaak vooral graag leuke andere vrouwtjes wil najagen of wil werken aan zijn loopbaan/status. De vrouw kan dus door deze complicerende factoren snel in een moeilijke situatie terecht komen. Het is dus niet voldoende om een man te 'strikken', het is ook zaak zo met hem om te gaan dat hij voor de vrouw een prettige en behulpzame partner wordt en blijft.

Een verdere complicerende factor is dat vrouwen over het algemeen een man zoeken en kiezen vanuit een soort evolutionair aangeboren onderbuikgevoel. (Bij mannen is dit overigens zo mogelijk nog erger.) Vrouwen wordt geleerd vooral op hun gevoelens af te gaan, zeker in dit soort zaken. De evolutie is echter volledig gebaseerd op succesvolle voortplanting en heeft weinig interesse en oog voor het psychische welbevinden van de vrouw (of ze zich gelukkig voelt). Zij is evolutionair gezien een middel en geen doel. Door die sterke evolutionair bepaalde emoties, is het voor vrouwen lastig de relatie met hun man rationeel te bekijken en te analyseren. Toch is dat voor de lange termijn de beste optie. In het onderstaande probeer ik in kort bestek een aanzet te geven uitgaande van een gedragsanalytische invalshoek.

1. De basis voor een succesvolle omgang met een man is eerst na te denken over de doelstelling van de man. Wat verwacht je precies van die man? Een verstandige vrouw is geen charitatief wezen. Ze zoekt een man en besteedt daar vervolgens veel tijd en moeite aan, met het doel daar ook het nodige voor terug te krijgen. In sommige opzichten valt een man prima met een hond te vergelijken. Maar een hond neem je voor de gezelligheid. Een man 'neem' je omdat hij bepaalde functies moet vervullen. Een man moet nuttig zijn. De functies die de doorsnee-man eventueel moet vervullen zijn:
a. kinderen verwekken;
b. zorgen voor inkomsten;
c. helpen bij het huishouden en de kinderen;
d. seks/vrijen/knuffelen;
e. gezelligheid;
f. vriendschap en gesprekspartner.

In de praktijk kan ieder van deze functies problemen geven. Moderne mannen hebben bijvoorbeeld vaak helemaal geen zin in kinderen en dus ook geen zin om die te verwekken. Aan de andere kant willen ze meestal weer wel seks, maar dankzij de pil en andere voorbehoedsmiddelen is er geen noodzakelijk verband meer tussen seks en kinderen. Sommige mannen zijn als kostwinner volstrekte mislukkelingen. Ze brengen niets of weinig in. Veel mannen zijn druk met hun baan, hun sociale contacten en met andere dingen en hebben weinig zin in huishoudelijke klusjes of in tijdrovende zaken met de kinderen. Als hulp zijn ze dan dus van weinig waarde. Omdat de vrouw vaak voor hulp een beroep moet doen op de man en omdat vrouwen over het algemeen ook aandacht van de man als prettig vinden, kan er gemakkelijk een ongezellige sfeer ontstaan. De vrouw vraagt, de man reageert met negatieve aandacht. Het gevolg is dat de relatie vaak niet meer gezellig is. Ook de man als gesprekspartner en vriend voor de vrouw lukt vaak niet goed. Veel getrouwde stellen die bijvoorbeeld uit eten gaan, hebben weinig tot niets met elkaar te bespreken. Tenslotte denken de partners meestal nogal verschillend over seks. De man wil vaak seks. De vrouw heeft daar niet zo'n behoefte aan, maar wil wel graag knuffelen, strelen, dicht bij elkaar zijn, etc. Dat dit problemen geeft, valt bijvoorbeeld te zien aan de frequentie van de seks die zeker na enige tijd meestal relatief laag wordt.

Nadenken over wat je precies met een man bereiken wilt, is in eerste instantie al nuttig omdat dan vaak al duidelijk wordt dat de man in kwestie voor een bepaalde doelstellingen eigenlijk helemaal niet geschikt is. De keuze is dan om die beperking te accepteren (en daar dus verder niet over te zeuren) of om een andere kandidaat te zoeken. In tweede instantie is het hebben van een duidelijke doelstelling een plus omdat je door die doelstelling de relatie met de man rationeler kunt benaderen. De man is een middel en het probleem is zo om te gaan met dat (onvolmaakte) middel dat de beste resultaten worden behaald.

2. Een gevolg van dit uitgangspunt is ook dat de vrouw verantwoordelijkheid op zich neemt voor de relatie. Zij moet de relatie voortdurend bewaken en de regie houden. Zij heeft een bepaalde doelstelling die ze tracht te realiseren met een man die niet altijd even geschikt, willig en gemakkelijk is. Op het moment dat de vrouw denkt dat de relatie nu wel veilig is en dat ze zich niet meer hoeft in te spannen, is dat vaak het begin van het einde doordat ze daarna de relatie onvoldoende bewaakt. Een succesvolle relatie vereist dus voortdurend aandacht en 'onderhoud'. Een man is bepaald geen auto die met 1 beurt per jaar probleemloos functioneert.

3. Een derde belangrijk uitgangspunt voor de omgang met de man is dat negatieve stimuli moeten worden vermeden. Een manier om een man negatief te benaderen is bijvoorbeeld erop wijzen dat hij iets stoms gedaan heeft. Of zeggen dat iets zijn schuld is, ook al is dat misschien duidelijk het geval. Straf en voor de man negatief werkende zaken moeten dus koste wat het kost zoveel mogelijk vermeden worden of zo gebracht worden dat ze geen negatieve emoties oproepen. In dit verband is het ook van belang dat de vrouw haar eigen emoties onder controle heeft en haar verbale gedrag in de hand weet te houden. Door negatieve opmerkingen e.d. te maken, koppelt de vrouw die aan zichzelf met als gevolg dat man minder benaderbaar wordt en zijn geluk elders gaat zoeken en de vrouw gaat mijden. Ook zaken als zeuren werken daarom verkeerd uit. De man wordt moeilijker in de omgang in plaats van gemakkelijker.

4. Het vierde uitgangspunt voor een succesvolle relatie is dat de vrouw moet nagaan en moet weten, wat zij haar man te bieden heeft. Ze denkt misschien dat haar man voor haar gekozen heeft, op haar verliefd is, dat het een kwestie van pure liefde is, etc. Mannen zijn echter relatief onbetrouwbare en pragmatische wezens. Die verliefdheid of liefde kan gemakkelijk overslaan op een andere vrouw etc. Het is dus zaak wat meer duidelijkheid op dit punt te krijgen. Doorgaans zijn er een aantal zaken die een man aan een vrouw binden:
a. seks,
b. kinderen,
c. huwelijk,
d. gemak,
e. sociaal contact,
f. uiterlijk e.d.,
g. vriendschap.

Voor een normale man is het verschijnsel vrouw onmiskenbaar geassocieerd met seks. Ook vrouwen koppelen seks vaak aan het binden van een man. In werkelijkheid ligt de frequentie van de seks, wanneer die nog daadwerkelijk plaatsvindt, vaak ver onder wat de man wenselijk vindt (en vermoedelijk nodig heeft om zich goed te voelen). Seks wordt dus door vrouwen kennelijk wel gebruikt in het begin van de relatie om de man te binden, maar veel minder zodra de vrouw zich zeker voelt van de relatie met de man. Uit onderzoek blijkt wel dat seks als een belangrijk 'smeermiddel' voor de relatie werkt, maar dat het dus na verloop van tijd in veel relaties niet of nog maar sporadisch gebruikt wordt.

Het is bij dit punt ook van belang om even stil te staan bij de definitie van 'seks'. Mannen bedoelen daarmee in de praktijk vooral klaarkomen, vrouwen zijn geneigd ook knuffelen en strelen etc. als seks te zien. Partijen zijn het dus als het ware over de definitie niet altijd eens.

Kinderen en vooral veel kinderen blijken een effectief bindmiddel. De meeste mannen laten niet graag een heel stel kinderen aan hun lot over, zeker niet zo lang de kinderen klein zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de echtscheidingscijfers uitgezet tegen het kindertal.

Een officieel huwelijk bindt de man beter dan een meer losse relatie. Maar het zal duidelijk zijn dat ondanks dat toch veel huwelijken eindigen in echtscheiding en de man dus lang niet zo binden als vroeger. Uiteraard kan dat in bepaalde gevallen ook positieve kanten hebben.

Gemak is voor mannen vermoedelijk een belangrijk punt. Iemand zorgt voor de kinderen. Iemand zorgt voor de maaltijden. Iemand houdt het huis schoon, etc. Iemand doet de was, koopt eventueel ook nog de sokken, etc. etc. Een enkele keer beschikt de vrouw over een groter inkomen of een groter vermogen. Ook dat kan natuurlijk een belangrijk punt zijn.

Sociaal contact. Mensen hebben behoefte aan andere mensen. Door samen te wonen met een vrouw heeft een man een bron van sociaal contact. Hij heeft een partner. Er is iemand die op hem let. Er is iemand waar hij contact mee heeft.

Mannen houden van mooie auto's en mooie vrouwen. Een mooie of representatieve vrouw aan hun zijde verhoogt hun status en kan daardoor voor een man al een belangrijk 'item' zijn.

Vriendschap tussen mannen en vrouwen is vaak problematisch, maar komt soms wel voor. In veel gevallen is de man toch geneigd vooral een vrouw in de vrouw te zien en is de vrouw geneigd vooral een man in de man te zien waardoor in feite een normale vriendschap erg moeilijk of zelfs onmogelijk wordt. Observaties in restaurants e.d. lijken erop te wijzen dat veel echtparen elkaar na verloop van tijd vaak niet zo veel meer te vertellen hebben.

Wanneer ik het huwelijk buiten beschouwing laat, staan in het lijstje hierboven 6 punten/manieren waarop een vrouw voor een man belangrijk kan zijn. Misschien zijn er nog wel die ik hier vergeten ben. Van die 6 punten waarop een vrouw voor een man belangrijk kan zijn, heeft er slechts 1 van de 6 te maken met het uiterlijk. En in dat ene geval gaat het niet puur om het uiterlijk van de vrouw maar om haar totale indruk. Een man die een mooie vrouw aan zijn zijde heeft, die slecht verzorgd is, die niet goed gekleed is, die niet beschaafd is, die dom is, die niet goed kan converseren, maakt daarmee bepaald niet de indruk die hij graag zou willen. Ook dit laat dus weer zien dat dat fraaie uiterlijk dat wat expliciet gekleed getoond wordt, in de praktijk niet zo'n gigantische rol speelt als veel vrouwen geneigd zijn te denken.

De reden dat veel vrouwen geneigd zijn dit te denken, is vermoedelijk evolutionair bepaald. Wanneer een man de keus heeft uit een serie vrouwen, zal hij geneigd zijn sterk op het uiterlijk af te gaan. Maar dit is natuurlijk in onze samenleving normaal niet meer een realistische situatie. Vrouwen zijn echter erg beducht voor andere vrouwen die er beter uitzien en dat wordt zowel door ervaring als door onderzoek bevestigd voorzover ik weet.

Uit het lijstje blijkt dus dat een vrouw op veel manieren voor de man iets positiefs kan betekenen. Niet iedere vrouw gebruikt echter al deze manieren. Seks blijkt na verloop van tijd van problematisch te worden of te zijn. Kinderen wil men soms niet of komen niet. Gemak is vaak voor veel vrouwen een punt waar ze sterk in zijn. Zij doen de huishouding, het koken, etc. Alleen dat aspect kan een vrouw voor een man als onmisbaar maken. Ook het sociale contact zal in de praktijk vaak belangrijk zijn, zeker als de sfeer goed is. Ik denk dat de grote drie waarop de meeste huwelijken overeind blijven, zijn: kinderen, gemak en sociaal contact.

Het bezwaar daarvan is dat het scheppen van dat gemak de vrouw in een dienstverlenende rol drukt. Zij doet de huishouding en niet de goed betaalde baan en het interessante werk van de man. Zeker als de vrouw ook nog eens gaat werken, werkt de vrouw uiteindelijk meer uren (in huishouding en in haar baan) dan de man. Iets wat natuurlijk als de vrouw vooraf haar huiswerk gedaan had, niet de opzet was of zou moeten zijn.

Het probleem bij dit lijstje is dat een aantal opties niet geschikt zijn om invloed uit te oefenen op de man. In de omgang met de man is het voor de vrouw belangrijk iets achter de hand te hebben waarmee ze het gedrag van de man kan sturen. Zij moet het leeuwtje temmen. Een zweep lijkt leuk voor het publiek, maar moet je nooit gebruiken omdat het verkeerd uitwerkt. Je moet dus zorgen dat je iets leuks voor het leeuwtje in reserve houdt bij wijze van kleine 'beloning'. Het probleem met bovenstaande lijst is nu dat een aantal van de erop vermelde zaken niet op deze manier gebruikt kunnen worden.

Je kunt niet als een man zich een tijdje goed gedraagt, een extra kind laten zien. Trouwen doe je maar 1 keer. Wanneer je een lekkere maaltijd gekookt hebt, kun je die moeilijk bewaren totdat manlief zich fatsoenlijk gedraagt. Ook sociaal contact ligt moeilijk. Je kunt je mannetje proberen te negeren. Maar allereerst werkt dat snel als straf en dan moet je het dus niet doen en vervolgens krijg je daardoor snel een vervelende sfeer in huis, waardoor manlief nog moeilijker aanspreekbaar wordt. Ook uiterlijk en dergelijke leent zich hier niet goed voor.

Er zijn uiteindelijk vermoedelijk maar 2 zaken die zich redelijk lenen om het gedrag van de man op korte termijn te 'belonen'. De eerste is seks, de tweede is vriendschap. Door allerhande factoren realiseren vrouwen zich het belang van die twee opties vaak niet. Dat komt ook doordat vrouwen vaak helemaal niet bewust nadenken over de vraag hoe je het beste je man kunt houden. Ze zien hun man als een gegeven. Als iets dat gemakkelijk is of als iets dat juist lastig is. Niet als een grote hond die ze met een beetje tact en handigheid in bedwang moeten houden.

Labels:



De betaalde grootformaat krant verdwijnt


Dagblad De Pers meldt (16/05/2007, p. 11) dat de oplage van de betaalde Nederlandse dagbladen volgens het oplage-instituut HOI is gedaald in 2006 met dik 2 procent.

Als je de verdere cijfers bekijkt, gaat het erg slecht met de grote (betaalde) Nederlandse kranten. Volkskrant: -7,4%. NRC: -5,8%. Telegraaf: -5%. Trouw: -4,6%. Voor het AD is door de fusie geen goede vergelijking met het jaar daarvoor mogelijk. Dat de totale daling niet groter is uitgevallen, is kennelijk te danken aan de regionale kranten.

De NRC stelt hier het succes van NRC Next tegenover. Verder is er momenteel natuurlijk een enorme opkomst van gratis krantjes. Maar bij zulke verliespercentages lijkt de conclusie duidelijk: de betaalde grootformaat krant heeft zijn langste tijd gehad.

Tegelijkertijd zien we uit de opkomst van de gratis krantjes en uit het succes van NRC Next dat er mogelijk nog wel ruimte is voor een betaalde kleinformaat krant.

De Spits van vandaag (16 mei 2007) oogt leuk. Nodigt uit tot meenemen. Heeft geen lange stukken. Het is allemaal kort, gemakkelijk, leuk en snel. Ideaal om advertenties onder de aandacht te brengen en om wat tijd dood te slaan. Maar erg informatief is het allemaal niet. Vermoedelijk hebben mensen vandaag de dag zo'n overvloed van informatie dat ze dat ook helemaal niet erg vinden.

Dagblad De Pers van vandaag oogt was saaier. Maar hun berichtje over de achteruitgang in de oplagecijfers was wel het meest complete. En daarnaast hadden ze nog een paar aardige items. Niet gek voor een gratis krantje dat er nog maar net is.


zaterdag, mei 12, 2007


Dorrestein draaft door


Minderjarige dealers op het schoolplein, seksfeestjes voor brugklassers en meisjes die het normaal vinden zich als sletten uit te dossen. 't Is even slikken, de nieuwe roman van Renate Dorrestein. In Echt Sexy schetst zij een zeer grimmig beeld van de wereld waarin jongeren zich tegenwoordig staande moeten houden. "Ik denk dat de groepsdruk om populair te zijn onder kinderen enorm is. Daarvoor worden grenzen overschreden waar je op die leeftijd nog niet aan toe bent. Vooral op seksueel gebied."

Met bovenstaande passage begint het bericht in Spits (8 mei 2007, p. 18) over het nieuwste boek van Renate Dorrestein. Het artikel is getiteld Dorrestein slaat SEKS-ALARM en is geschreven door Marieke Kremer.

Het is niet niks, al die vrouwen die zich zorgen maken over de seksuele ontsporingen van de moderne jeugd. Zelf merk ik daar eerlijk gezegd weinig van in mijn contacten met jonge mensen, maar dat komt misschien doordat ik te weinig gericht ben op het signaleren van seksuele ontsporingen. Misschien komt het ook wel doordat ik weinig tv kijk zodat ik absoluut niet meer weet wat zich in het 'echte' leven afspeelt. In een vorige notitie wees ik er nog op dat veel jonge vrouwen tegenwoordig vooral gericht zijn op hun loopbaan en dat er in het leven daarnaast toch ook echt nog belangrijkere zaken zijn. Niet alle mensen denken er dus gelijk over.

Wat voor informatie heeft Dorrestein nu precies om te denken dat de jeugd in seksueel opzicht zou ontsporen. Ze baseert zich op twee krantenberichten: een bericht over een verkrachting door een groepje brugklassers en een bericht over ouders die hun ongeboren kind alvast hadden opgegeven voor Hyves. Verder komt Dorrestein op de proppen met het bericht over lollipop-party's waar jonge meisjes seks hebben met jongens in ruil voor spullen. En natuurlijk met die beroemd/beruchte MTV-clips waar vrouwen ho's zijn en mannen pimps. Kennelijk hebben die clips grote indruk gemaakt in ieder geval op Dorrestein. Misschien waren het dus, achteraf gezien, toch wel goede clips.

Dorrestein baseert zich volledig op informatie die ze via de media opgepikt heeft. Ik vind dat niet zo sterk. Annie M. G. Schmidt schreef op een gegeven moment een musical of iets dergelijks over vrouwen in een hoerenkast. Het leuke en ook het bijzondere van Annie was dan dat ze daar zelf ook daadwerkelijk ging kijken. Ze ging er naar toe. Ze zat een avond aan de bar. Ze praatte met de vrouwen en ze praatte met de klanten. Heerlijk toch, zo'n mens! Maar Renate vindt het niet nodig om met de jonge mensen van nu te gaan kletsen want via krant en t.v. weet ze al hoe de jeugd van tegenwoordig is.

Ik had deze notitie misschien nooit geschreven als ik niet 'toevallig' het onderzoek had opgevraagd achter dat bericht van die lollipop-party's en dat ook met de nodige moeite heb weten los te krijgen. Tieners in de Bijlmer zouden zich voor een breezer prostitueren. Dat soort koppen. Dat onderzoek is afkomstig van de GGD, Amsterdam en de verantwoordelijke auteur heeft ijlings zijn naam van de website laten schrappen toen het 'onderzoek' door de media-voorlichter van de GGD op een 'knappe' manier in de spotlights kwam. Aan het onderzoek, als je het zo mag noemen, was dan qua methodologie ook wel erg veel op te merken. Het grootste probleem met dit zogenaamde onderzoek was dat het volstrekt onduidelijk is, of dat soort dingen nu werkelijk plaatsvonden of niet. De kwestie van hoevaak ze precies plaatsvonden was al helemaal niet aan de orde.

De werkwijze was namelijk dat men een aantal jongeren ronselde die de opdracht kregen te rapporteren over wat ze op bepaalde punten kregen te horen van andere jongeren. Jij krijgt als rapporteur geld als je met een mooi verhaal thuis komt. Dan ga je informeren bij anderen naar bepaalde zaken. Als je dan wat aandringt, of als je 'per ongeluk' de zaken wat sensationeler opschrijft dan je ze gehoord hebt...

Verder klinkt het heel sensationeel. Maar in werkelijkheid zijn er natuurlijk wel eens jonge mensen die het met elkaar doen en dat zonder die extra breezer mogelijk ook wel gedaan hadden. Maar goed, een beetje oplettende krantenlezer had dit soort zaken zelf ook nog wel bij zo'n bericht kunnen bedenken, want de merkwaardigheden dropen eraf.

Als je dan vervolgens ook nog eens een MTV-clip gaat aanvoeren als bewijs voor de seksuele ontaarding van de moderne jeugd ben je toch wel heel ver van de realiteit losgefietst. Maar dat is nog niet alles. Renate ziet een aantal meisjes van 9, 10 jaar een playback-nummer opvoeren van Voulez-vous coucher avec moi. 'Ze waren heel wuft aangekleed en zwaar opgemaakt, ze hadden hoge hakken aan.' Daarmee is voor Dorrestein het bewijs definitief: onze jonge meisjes zijn sletten geworden!

Het kan best zijn dat Echt Sexy een spannend en goed geschreven boek is. Want ik hoor van anderen dat Renate goed kan schrijven. Maar als ze zegt: 'En let wel, bijna alles in het boek is gebaseerd op de werkelijkheid,' dan is dat niet zo. Het is vooral de werkelijkheid in Renates hoofd. Een werkelijkheid die ze nogal kritiekloos opgebouwd heeft uit beelden van de tv en artikeltjes uit de krant.

Pieter Steinz is in NRC Handelsblad van 11/5/2007 (p. 33, Hard als 'n laser, scherp als 'n razor?) als literatuurcriticus niet positief over haar boek. 'Echt Sexy is als zedenschets en toekomstsatire niet bepaald geslaagd.' Maar als lezer moet je je van zijn oordeel niets aantrekken, vind ik, en je eigen koers volgen. Wel merkt hij op dat je voortdurend stuit op woorden die in het idioom van een moderne 13-jarige totaal niet passen. Een opmerking die aansluit bij mijn opmerking over het ontbrekende 'veldonderzoek'.

Ik weet niet precies waar Renate Dorrestein zich precies zorgen over maakt, want de feitelijke basis voor haar boek ontbreekt niet een beetje, maar volledig. En het verontrustende is dat ze zich dit kennelijk niet meer realiseert. Voor haar zijn de tv-beelden en de berichten uit de krant de echte werkelijkheid geworden. In een tijd waarin Nederland geconfronteerd wordt met een gigantische klimaatsverandering, met een zee die naar verwachting over enkele tientallen jaren voorgoed zal zijn leeggevist, met eindeloze wetgeving om democratische principes uit te hollen of af te schaffen en met tv-programma's die overstromen van nodeloos geweld, zijn sommige Nederlandse schrijvers kennelijk niet langer in staat onderscheid te maken tussen feit en fictie of ze vinden dat niet langer belangrijk. En dat vind ik dus verontrustend.

Labels: ,



vrijdag, mei 11, 2007


Seks en sensatie in de Volkskrant


De Volkskrant van zaterdag (5 mei 2007) heeft naast het goede nieuws over de opwarming van de aarde (dat ik al eerder besprak) op de voorpagina een sensationele kop: Driekwart prostituees uitgebuit. Met als kleinere kop: Velen slachtoffer van mensenhandel. Het artikel is van Menno van Dongen.

Omdat er op die hele voorpagina maar 3 echte artikeltjes staan en verder alleen advertenties en intro's die verwijzen naar artikelen binnenin, springt dat nogal nadrukkelijk in het oog. Vermoedelijk was dat ook de bedoeling. Het vervolg van dat voorpagina artikel is te vinden op pagina 25 onder de kop: Gevangen achter het raam. Ik kom daar aanstonds op terug.

Maar dat is nog niet alle seks van de voorpagina. Bovenin nog een keer de aankondiging met een suggestief fotootje: Zes weken in het spoor van de zedenpolitie. En wie de krant dan nog niet zou willen kopen, wordt tenslotte nog even lekker gemaakt met de aankondiging: Ontucht schoolhoofd. Er is nog niets bewezen, maar de man is aangehouden, dan weet je het wel. Niet veroordeeld door de rechter maar ondertussen in feite wel door de Volkskrnat. Lees de Volkskrant en smul ervan. Sex sells!

Terug naar het artikel over die 75% van de prostituees die zou worden uitgebuit. Dat begint met 2 'feiten':
* Prostituees ontkennen doorgaans uitbuiting maar volgens de politie geldt het tegendeel.
* Mishandeling is schering en inslag.

Het artikel gaat in dezelfde trant verder. Het wordt allemaal gepresenteerd als harde feiten en het gaat maar door en door.

De meeste prostituees zijn het daar dus kennelijk absoluut niet mee eens, maar dat geeft niet, omdat ze zo bang zijn dat ze de waarheid niet meer durven zeggen. Ik vind dat nog al wat. Qua percentage toch best een belangrijk deel van de vrouwelijke bevolking wordt gemakshalve even tot onmondige imbecielen verklaard. Ze zeggen wel wat, maar geloof ze niet, want Menno van Dongen weet hoe het precies zit.

Hoe weet Menno van Dongen dat dan allemaal, ben je geneigd te vragen. Menno heeft gepraat met de zedenpolitie en die hebben dat gezegd en dus is het zo. Prostituees kun je niet vertrouwen, maar de politie is je beste vriend, die liegt niet! Tjaa...

Maar die politie is in dit geval natuurlijk wel partij. Zij verdienen hun geld en hun status met het controleren van prostitutie. Als daar niks mis mee is, doen ze overbodig werk, wat niemand graag wil horen en worden ze binnen de kortste keren gekort in formatie, doorstroommogelijkheden, apparatuur, etc.

Je zou dan denken dat al die voortdurend mishandelde vrouwen nogal gemakkelijk te traceren moeten zijn. Het zijn immers om te beginnen prostituees die bij de politie vaak wel bekend zijn. En verder laat die brute mishandeling natuurlijk veel sporen na op het lichaam. Die mishandeling zou b.v. met honkbalknuppels gebeuren. Moet je wel erg behoedzaam meppen als daar niets meer van te zien is, een paar dagen later. Maar nee, de bewijslast schijnt juist erg moeilijk te zijn. Dit zijn kennelijk zulke ervaren hoeren dat ze nooit een klein stukje bloot laten zien. Op de TV worden we overspoeld met blote vrouwen, maar de Nederlandse hoerenloper heeft zich er al bij neergelegd dat deze vrouwen zo mishandeld worden dat ze hun broek en coltruitje aanhouden. En dan toch 200 euro per uur betalen volgens informatie uit een artikel in De Pers. Wat zijn wij toch een menslievend volkje!

Natuurlijk zullen er altijd excessen zijn ook in de prostitutie. Het zou dwaas zijn om dat te ontkennen. Maar het percentage van 70 tot 80 procent dat met veel nadruk en stelligheid in dit artikel wordt opgevoerd, lijkt me grote onzin. "Uit allerlei onderzoeken blijkt dat zeker 70 tot 80 procent van de vrouwen dit niet vrijwillig doet." Ik zou zeggen: kom eens met een paar onderzoeken op de proppen en zorg ook dat die methodologisch goed in elkaar zitten. Ik wil ze graag zien, maar voorlopig geloof ik niet dat die er zijn. En als je dan 'dwang' gaat omschrijven in de trant van: ze zegt dat ze niet gedwongen is, maar wij als deskundigen weten wel beter, dan ben je niet meer bezig met onderzoek, dan ben je bezig met het uitdragen van je geloof. Ik vind het een volstrekt eenzijdig artikel en het is kwalijk dat een krant als de Volkskrant dit op deze manier brengt.

Ook dit weekend vond ik het kleurenmagazine M van NRC Handelsblad (5/5/2007) op p. 49 het artikel Fatale attractie van Paul Andersson Toussaint. In dit artikel wordt het verhaal verteld van een vrouw (28 jaar, academische opleiding, full time baan) die een relatie krijgt met een oude kennis. Deze relatie loopt mis en vervolgens begint er een eindeloze ellende waarin ze door haar voormalige relatie gestalkt wordt. Als ze tenslotte een beroep doet op de politie neemt die het allemaal wel erg laconiek op en doet in feite bij herhaling niets.

Ook in dit artikel in het bijgaande kader een wat wilde schatting van 70.000 slachtoffers van stalking per jaar. Maar in dit geval wordt keurig de zegsman en zijn hoedanigheid vermeld en de globale manier waarop de schatting tot stand is gekomen. Ook geeft het kader aan dat het getal van 70.000 per jaar niet hard is. Zo kan het dus ook!

Wat ik verder een belangrijk verschil vind, is dat dit artikel gestalkte vrouwen niet stigmatiseert. De vrouw in kwestie wordt juist neergezet als ontwikkeld, zelfstandig, etc. Dus helemaal niet zielig of als iets dat je maar niet serieus moet nemen. In het Volkskrant artikel gebeurt precies het tegenovergestelde. In feite wordt daar gezegd: prostituees zijn zo zielig, je hoeft geen rekening te houden met wat ze zeggen, want ze weten zelf eigenlijk niet wat ze zeggen. Wij, gewone mensen, weten dat veel beter.

Een ander belangrijk punt van verschil: In het M artikel zie je duidelijk dat politie en justitie -- in ieder geval in dit specifieke geval -- zich in feite absoluut niet druk maken. De mensen die er voor betaald worden om dit soort praktijken de kop in te drukken, laten het afweten. In het Volkskrant artikel vaart men volledig blind op de zedenpolitie. De prostituee is zielig en moet je niet geloven. De pooier moet er zijn ook al is hij er misschien niet. Verder is die pooier een echte agressieve crimineel. De politie is ondertussen een soort reddende engel. Alleen als je het artikel nog eens leest met een bepaalde bril op, zie je dat die reddende engel ook in dit geval helemaal niets doet.

Ik denk dat het publiek de kranten krijgt die het verdient. Als een groot deel van het Nederlandse lezerspubliek kennelijk smult van eenzijdige en op vrijwel niets gebaseerde verhalen over zielige prostituees die mishandeld worden en ook nog eens bereid is daar geld voor neer te leggen, mag je het een krant dan kwalijk nemen dat ze met verhalen voor zwakzinnigen komt?


maandag, mei 07, 2007


Nog meer wensdenken over de opwarming


In mijn vorige notitie ging ik in op het nogal kritiekloze berichtgeving in NRC Handelsblad over de opwarming van de Aarde. Toen ik de moeite nam de samenvatting die door Werkgroep III van het IPCC is vrijgegeven, eens door te nemen, vond ik weinig harde gegevens om te denken dat het allemaal wel mee zal vallen en veel zeer verontrustende gegevens. Aan de andere kant gaat het allemaal wel eens wat vlug en je kunt nooit helemaal uitsluiten dat je misschien te snel of te slordig hebt gelezen of dat de 'bril' die je op had je conclusies te sterk kleurde. Ik las daarom met interesse de verschillende artikelen in de Volkskrant van dit weekeinde (5 mei 2007) over dit rapport van Werkgroep III. Heb ik in mijn haast belangrijke informatie gemist?

Het eerste artikel staat op de voorpagina: een stevige kleurenfoto van Shanghai met daaronder het bericht. De foto is groter dan het eigenlijke bericht en heeft verder geen informatieve functie. Het is puur illustratie: het doel is de tekst op te leuken. De titel van het bericht is: Goed nieuws over de opwarming. Het is geschreven door Michael Persson. Als subtitel heeft het bericht: Analyse Klimaatconferentie. De lead luidt als volgt: "Een dramatische opwarming van de aarde is al te voorkomen voor 60 dollar per wereldburger per jaar. Haalbare kaart?"

"Het is een blijde boodschap, die in Bangkok werd verkondigd. Een dramatische opwarming van de aarde is niet zo onontkoombaar als werd gesuggereerd. Na alle doemscenario's wenkt nu de verlossing: ontsnapping is haalbaar en betaalbaar."

Michael Persson schrijft het wat dubbelzinnig op. Als je snel leest, zie je er goed nieuws in. Maar als je de moeite neemt, zijn bericht nog eens wat beter te lezen, proef je dat hij de nodige twijfels heeft. "Is gedragsverandering mogelijk? ... De tekenen daarvoor zijn wisselend. ... De echte catharsis moet nog komen."

Op pagina 5 een artikel onder de kop VN: Temperatuurstijging remmen van Marieke Aarden. Het beperken van de temperatuurstijging tot 2 graden in 2030 zou zo'n 3 procent van het wereldwijde inkomen vragen. Het IPCC stelt dat, is het daar over eens geworden. Maar de redenering en de feiten waarop deze uitspraak gebaseerd zou moeten zijn, ontbreken opnieuw volledig.

Wel geeft dit artikel enige informatie over de manier waarop men die verhoging van het CO2-niveau (en de andere broeikasgassen) wil beperken: "Het IPCC zet vooral in op energiebesparing en alternatieve energiebronnen."

Dat is dus precies het probleem met dit rapport. Je mag van mij heel veel windmolens bouwen en dat is misschien ook heel verstandig. Maar daarmee beperk je nog niet de CO2-uitstoot. Laat staan dat je het CO2-niveau (dat nu al veel te hoog is) effectief terug zou brengen.

De redenering is dat als je nu maar energie gebruikt van een windmolen, je tenminste geen CO2 uitstoot. Maar de gemiddelde Nederlander wil graag zijn computer op windenergie laten lopen. Dat neemt niet weg dat hij daarna in zijn veel te grote auto stapt en 10 kilometer rijdt om bij de sportschool te komen omdat hij te weinig beweegt. Het is dus echt niet zo dat als je maar veel windmolens bouwt, ook de CO2-uitstoot naar beneden gaat.

Het probleem is heel simpel dat mensen fossiele brandstoffen verbranden. En niet alleen dat. Steeds meer mensen beginnen dat met steeds meer enthousiasme te doen. Hoe wil je die horden stoppen? In Amerika krijgt Bush al een rode waas voor de ogen bij het idee dat ze zuinig moeten zijn met de schaarse benzine. Zelfs een prijsverhoging van de benzine is voor de gemiddelde Amerikaan al onbespreekbaar. Hoe wil je dan de rest van de wereldbevolking die soms nog dommer/minder ontwikkeld zijn dan die Amerikanen (moeilijk voorstelbaar misschien) overtuigen? Dat lukt dus van geen kant. Als jij dus minder benzine gebruikt, gaat de prijs naar beneden en gebruikt iemand anders doodleuk wat meer. Als jij het niet doet, doet iemand anders het wel.

Een scenario waarbij de wereldbevolking vrijwillig minder energie gaat gebruiken, is net zo onmogelijk als een scenario waarbij dikke mensen allemaal vrijwillig minder gaan eten. Het zou heel verstandig zijn, maar het lukt ze gewoon niet.

Ophouden met het verbranden van fossiele brandstoffen is dus, in ieder geval nog een hele tijd, geen haalbare optie. Wat misschien wel zou kunnen, is dat we proberen CO2 vast te leggen. Op dit moment is dat allemaal nog erg onduidelijk qua geschikte technieken. Bos aanleggen in dat verband is leuk, maar garandeert helemaal niet dat de CO2 echt blijvend wordt opgeslagen.

In de Kennis-bijlage van dezelfde Volkskrant op pagina 3 het stuk: Bij het derde IPCC-rapport: de herkomst van de broeikas. Dit stuk bevat wat grafiekjes die verder eigenlijk niets nieuws vertellen. Wel is er een tekstblokje afgedrukt dat in feite nogal verontrustende informatie bevat: "Om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken moet de uitstoot van broeikasgassen voor 2050 zijn gehalveerd." Omdat het wereldwijde energieverbruik normaal ieder jaar met een paar procent toeneemt, is dit in feite dus een volstrekt onhaalbare doelstelling. De geest is helaas uit de fles en voorlopig is hij daar nog lang niet in terug.

Ook de Volkskrant brengt het 'goede' nieuws dus liever groot en moffelt het 'slechte' nieuws bekwaam weg. Het nieuws moet voor de lezer vooral leuk zijn en leuk blijven. Helaas trekt de opwarming zich daar niets van aan.


zaterdag, mei 05, 2007


Wensdenken bij klimaatprobleem


In mijn 2 voorgaande notities komen 2 verschijnselen aan de orde. In de eerste notitie laat ik zien dat onderzoekers geneigd zijn hun broodheren naar de mond te praten. In de laatste notitie laat ik zien dat zelfs wetenschappelijke redacties artikelen (soms) vrij simpel beoordelen. Nieuws dat ons slecht uitkomt, vormt een waardeloos artikel ook al is het onderliggende onderzoek perfect en informatief. De hierna beschreven artikelen lijken een combinatie van die 2 factoren: allereerst is er een rapport dat we omdat het voor ons goed nieuws lijkt, niet al te kritisch lezen. Vervolgens is er ook nog eens ons lezerspubliek dat ook graag lekker wil slapen zonder angstige dromen.

Gisteren (4 mei 2007) vond ik in NRC Handelsblad een aantal enthousiaste artikelen over het IPCC rapport van Werkgroep III: Kosten klimaatbeheer beperkt door Karel Knip (p. 1), 'Schoon leven moet een sport worden' (p.4), IPCC en het klimaat (p. 4), In Freiburg is kernenergie passe (p. 4). (Deze backup-computer heeft problemen met de accenten. Sorry.)

Ik citeer het begin van het eerst vermelde artikel: 'Er zijn technische middelen genoeg om de klimaatopwarming beperkt te houden tot een graad of twee. Een strak beleid dat dit doel binnen bereik brengt, zou de doorsnee 'wereldburger' in 2030 maar 3 procent inkomstenderving kosten met 50 procent zekerheid.'

Wel, dat is natuurlijk fantastisch nieuws. Ik heb dus snel het online IPCC-rapport van Werkgroep III opgevraagd. Ik heb me daarbij beperkt tot de 35 bladzijden rapport voor politici en beleidsmakers. Het lijkt me dat de grote lijn daar wel duidelijk in moet staan, anders zullen deze fantastische conclusies nooit werkelijkheid kunnen worden.

Ik lees over talloze manieren om broeikasgassen te beperken. Dat wil zeggen: ten opzichte van de projectie. Dat betekent dus dat in werkelijheid de uitstoot nog stevig toeneemt. Dit soort slimmigheden zijn voor politici en ambtenaren dagelijkse kost. We bezuinigen 10 miljard (ten opzicht van onze eerdere prognoses) en geven in werkelijkheid 20 miljard extra uit. Is iedereen weer tevreden. Kan iedereen in de werkelijkheid van zijn eigen keuze leven. In het IPCC-rapport wordt de werkelijkheid echter zelfs nog mooier. Want volgens de desbetreffende aanbeveling (6 op p. 15) is het zelfs mogelijk dat we door al die maatregelen nog geld toekrijgen. Letterlijk staat er:
In 2030 macro-economic costs for multi-gas mitigation, consistent with emissions trajectories towards stabilization between 445 and 710 ppm CO2-eq, are estimated at between a 3% decrease of global GDP and a small increase, compared to the baseline. (Het vet zetten van 'increase' heb ik gedaan.)

Waarop worden dit soort orakel-uitspraken eigenlijk gebaseerd? Wat ik begrijp is dat men niet uitgaat van een specifieke techniek om b.v. CO2 af te vangen en op te slaan, maar dat men uitgaat van een niet nader omschreven macro-economisch model. Leuk voor economen en politici misschien, maar voor de iets meer natuurkundig geschoolde lezertjes nogal onbevredigend.

Hoe beperk je die CO2 uitstoot precies en wat kost dat? Simpele vragen lijkt me, maar te simpel voor dit rapport. Als je praat over opwekking van elektriciteit met zonnecellen kun je toch ook precies aangeven wat de meerkosten zijn in centen per kWh. Maar op dit moment is er nog niet eens een duidelijke methode voor CO2-opslag waar men het over eens is. Laat staan dat we precies de prijs van die methode kunnen berekenen. Het rapport laat dit ook zien door een gigantisch aantal ideeen op te nemen zoals b.v. een andere levensstijl. Ja, zo weet ik er ook nog een paar.

Ondertussen gaat men er wel van uit dat de CO2-concentratie (waarin dan ook omgerekend de andere bekende broeikasgassen verwerkt zitten) in 2030 al opgelopen kan zijn tot 710 ppm (parts pro million). Dat is meer dan een verdubbeling van de waarde zoals die voor de grote industrialisatie was. De verwachte temperatuurstijging bij de ze waarde is volgens hetzelfde rapport maar liefst 4 graden Celsius en mogelijk zelfs 6. En dat alles naar verwachting in 2030 al.

Het verhaal van Karel Knip is dat er absoluut geen reden is voor paniek. Die reden is er ook niet, want dat zal echt niet helpen. Maar de boodschap om vooral gerust te gaan slapen, hebben de Nederlanders een tijd geleden wel vaker gehoord.


vrijdag, mei 04, 2007


Wanneer is een artikel goed en wanneer slecht ?


Een onderzoeker die een artikel schrijft voor een tijdschrift, krijgt te maken met een redactie. Die redactie beslist uiteindelijk of het een goed artikel is (dan wordt het geplaatst) of een slecht artikel (dan wordt het niet geplaatst). Mensen zijn dan snel geneigd aan te nemen dat zo'n redactie bestaat uit wetenschappers die min of meer objectieve normen zouden hanteren. Dat zou mooi zijn.

Een soortgelijk probleem doet zich voor bij het schrijven van een onderzoeksvoorstel dat ingediend wordt met het verzoek om geld voor het uitvoeren van het onderzoek. Deskundige mensen bekijken zo'n voorstel en kennen dan geld toe aan de beste voorstellen. Zo zou het moeten zijn en het zou mooi zijn als het zo was.

Meer in het algemeen zit je als schrijver van een stukje met het probleem dat dat stukje vroeg of laat beoordeeld wordt door iemand. Voor de journalist is dat misschien de hoofdredacteur. Zelfs bloggers zitten met dat probleem, want ook de blogs worden vroeg of laat gelezen en dan beoordeeld. Bij journalisten en bloggers is het duidelijk dat de lezer niet altijd objectieve normen zal en kan hanteren. Maar zou het bij het toekennen van onderzoek-subsidies en wetenschappelijke artikelen veel anders toegaan, vraag ik me af.

Waar wordt zo'n lezersoordeel precies door bepaald? Mensen nemen gemakshalve aan dat er in zo'n lezersoordeel een bepaalde logica zit. Maar is dat wel zo?

Als ik de gedragsanalyse hier op loslaat, krijg ik een veel eenvoudiger plaatje. We hebben 3 soorten stimuli. Positieve, negatieve en neutrale. Positieve zijn OK. Die zoeken we op en we proberen daar dichter bij te komen. Negatieve zijn verkeerd. We reageren daar emotioneel op, voelen ons gefrustreerd, we worden dan snel agressief en we proberen dit soort stimuli op afstand te houden en uit de weg te gaan. Op neutrale stimuli reageren we niet. Artikelen die ons bevallen, bevestigen en die passen bij hoe we denken, zijn goede artikelen. Artikelen die niet overeenstemmen met wat we denken te weten en die ons noodzaken ons standpunt te heroverwegen, zijn slechte artikelen.

NRC Handelsblad van gisteren (3 mei 2007) bevat op p. 7 twee artikelen over het Europafonds van Buitenlandse zaken (Geld BZ vooral naar pro-Europa projecten en Het ondoorgrondelijke Europafonds). Dit fonds dat per jaar 2,5 miljoen Euro besteedt aan subsidies voor Europa-projecten honoreert niet of amper kritische en eurosceptische projecten, aldus deze artikelen. Gewoon slechte voorstellen dus, al die eurosceptische projecten.

Op p. 9 van NRC Handelsblad van die dag is een bijna nog fraaier staaltje van dit principe aan te treffen: Planten stoten geen methaan uit. Nature publiceerde op 12 januari 2006 een artikel van Frank Keppler en andere atmosferische chemici dat methaan-uitstoot onder hogere planten kennelijk heel gewoon is. De plantenfysioloog Tom Dueck c.s. van Plant Research International (Wageningen) besloot deze proeven te repliceren. Zij vonden geen methaan-productie. Behalve dat ze geen methaan-productie waarnemen, merken ze ook nog op: "Uitstoot van methaan door hogere planten in aanwezigheid van zuurstof is volstrekt onlogisch."

Dueck bood het desbetreffende artikel aan aan Nature. Maar Nature had dit resultaat na 3 maanden nog niet gepubliceerd. Nature vond dat Dueck moest bewijzen dat Keppler e.a. een fout hadden gemaakt. Met andere woorden: het artikele van Dueck was niet echt overtuigend, vond Nature. Inmiddels is het artikel van Dueck on-line gepubliceerd in New Phytologist.

Het foute in het artikele van Dueck is dat het voor Nature geen welkom nieuws is. Het argument dat Dueck moet aantonen dat Keppler een fout gemaakt heeft, is natuurlijk onzin, want zijn replicatie laat dat precies zien. Meer dan dat kun je wetenschappelijk gezien niet vragen.

De zaak wordt nog interessanter als je kijkt naar het commentaar dat Thomas Rockmann van de groep van Keppler geeft op het artikel van Dueck c.s. "Zeker is dat zij geen methaan hebben gemeten en wij wel. Anderzijds: zij hebben meer ervaring met planten en gebruiken een goede techniek. Het zou jammer zijn."

Met andere woorden: Thomas Rockmann gelooft onmiddellijk dat zij in het controle-experiment geen methaan hebben gemeten. Dat is heel merkwaardig als je het zelf wel gemeten hebt. Normaal bij chemici is dat zo'n onderzoek op zijn minst tweemaal en zo nodig nog vaker wordt uitgevoerd tot je absoluut zeker bent van de juistheid van je uitkomsten. Maar Thomas is er zeker van dat de andere groep inderdaad geen methaan gemeten heeft. Verder geeft hij ook nog eens aan dat hun groep minder ervaring met planten en mogelijk een minder goede techniek gebruikt heeft. Kortom, hij geloofde het eigen verhaal ook maar half.

Waarom dan toch publiceren? Wel, publicaties en zeker in Nature tellen! Dus, waarom zou je niet publiceren? Jammer, dat het 'bedrog' zo snel uitkomt, vindt hij. Kennelijk had hij de ontmaskering al verwacht, maar het blijft voor hem 'jammer'. Ook al is het onderzoek van Dueck op alle punten beter, hij blijft het artikel van Dueck c.s. negatief evalueren.

Een gevolg van dit mechanisme is natuurlijk wel dat zowel onderzoekers als journalisten alle informatie die de lezers niet leuk vinden, proberen te mijden. Want het moet allemaal natuurlijk wel leuk en gezellig blijven.

Labels: , , ,



woensdag, mei 02, 2007


IJs van de Noordpool gehalveerd?



Gisteren stond er een kort berichtje in NRC Handelsblad over het afnemende pool-ijs bij de Noordpool: Noordpoolijs smelt onverwacht snel, 1 mei 2007, p. 8. Volgens een artikel verschenen in de Geophysical Research Letters smelt het poolijs veel sneller dan de door het IPCC gebruikte klimaatmodellen aangeven. "De werkelijkheid loopt wel dertig jaar voor op de voorspellingen," aldus het artikeltje in NRC Handelsblad. De onderzoekers (Julienne Stroeve e.a.) verwachten nu dat de Noordpool zomers al ver voor 2050 ijsvrij zal zijn.

Voor ons Nederlanders is deze kwestie nog al relevant, omdat je moeilijk kunt verwachten dat het ijs dat op Groenland ligt (en dus veel zuidelijker ligt) rustig en ijskoud blijft liggen terwijl het veel noordelijkere ijs van de Noordpool gesmolten is. En omdat het ijs op Groenland goed is voor iets van 5 meter extra zeeniveau...

Enig zoeken via Google levert dat de oppervlakte aan arctisch zee-ijs van 2000 tot en met 2005 sterk is afgenomen wanneer we het vergelijken met de periode 1979-2000. Het was 7 miljoen vierkante kilometer en in 2005 was het ruwweg 5,5 miljoen. Maar je weet natuurlijk niet precies of die daling van 1,5 miljoen zich doorzet en je weet ook niet precies de periode. Maar een beetje voorzichtig extrapoleren levert dan inderdaad al snel dat het over een jaar of 50 verdwenen is. De laatste schattingen gebaseerd natuurlijk op de meest recente gegevens en niet deze wat globale die ik hier gebruik, laten dus zien dat het arctische poolijs vermoedelijk rond 2040 echt wel verdwenen is.

In hetzelfde artikel (hier) vond ik een grafiek die eigenlijk nog veel schokkender is. De dikte van het poolijs is -- afgaande op die grafiek -- in een korte reeks jaren gigantisch teruggelopen. De gemiddelde dikte is teruggelopen van iets meer dan 3 meter naar ongeveer 1.80. Die laatste diktemeting is gebaseerd op de jaren 1993-1997 en kan dus inmiddels alweer aanzienlijk afwijken. Om precies te zijn: in de grafiek is niet de dikte van het ijs vermeld, maar de laag die onder de zeespiegel zit. Maar voor het principe maakt dat verder niets uit.

Wanneer je die beide uitkomsten combineert, vind je dat de hoeveelheid ijs is afgenomen van 21 naar ongeveer 10 (meters x miljoenen vierkante kilometers). Met andere woorden: de hoeveelheid is -- als die gegevens nog steeds zouden kloppen -- in luttele jaren gehalveerd.

Je vraagt je af waarom de onderzoekers zelf nog al terughoudend zijn met dit soort gevolgtrekkingen die toch zo voor de hand liggen. Het probleem is natuurlijk dat ze afhankelijk zijn van publieke fondsen, goodwill, etc. en dus hun subsidiegever niet onnodig op stang moeten jagen. Iets soortgelijks zie je in de berichtgeving van het KNMI.

Interessant is ook het verloop van de voorspellingen. Op 4 oktober 2004 wordt de volgende voorspelling gedaan: "Climate models are in general agreement that one of the strongest signals of greenhouse warming will be a loss of Arctic sea ice," he said. "Some indicate complete disappearance of the summer sea ice cover by 2070." (hier). Kort geleden ging de voorspelling naar 2050. Inmiddels is de voorspelling dus "ver voor 2050".

Je vraagt je dan af, hoeveel voor 2050. Of is dat een gekke of onverwachte vraag? Mij lijkt van niet. Het punt is kennelijk dat een meer exacte voorspelling te bedreigend is. Reden waarom men hem maar liever achterwege laat.

Een ander interessant punt is dat allerhande artikelen weten te melden dat volgens het IPCC rapport de zeespiegel-stijging deze eeuw maar beperkt zal blijven tot een 69 centimeter. Let op die belachelijke nauwkeurigheid! Een echte insider voelt onmiddellijk nattigheid. We hoeven ons dus eigenlijk nog nergens zorgen over te maken, is de suggestie.

Het vervelende is alleen dat het IPCC-rapport terloops maar toch wel heel duidelijk de stijging van de zeespiegel door het smelten van het ijs op Groenland en op de Zuidpool nadrukkelijk buiten beschouwing laat. Ook hier kun je je afvragen waarom ze dat zo slim doen. En ook hier is de reden weer eenvoudig. Het IPCC rapport is een politiek rapport dat wel goedgekeurd moet worden. Het is dus handig al te belastende informatie wat subtiel te formuleren.

De andere kant is dat de gemiddelde Nederlander een tekstbegrip heeft dat dusdanig is, dat hij/zij dit soort subtiliteiten volledig mist. En niet alleen de gemiddelde Nederlander, want ook de mensen die de kranten volschrijven lijken dit systematisch te hebben gemist.

Labels: